Interoperabiliteit: dé Heilige Graal in zorg?

do 8 augustus 2019 - 07:00
Golden grail turned on wooden background
Blog

De Amerikaanse auteur Dan Brown heeft over de mythe van de Heilige Graal een bestseller geschreven. Afhankelijk van welke mythe je volgt, omschrijft de Heilige Graal een beker, speerpunt of edelsteen die bovennatuurlijke krachten zou bezitten. Je lost er allerlei problemen mee op. Voor de zorgsector lijkt ‘interoperabiliteit' de Heilige Graal van de 21ste eeuw.


Dat zegt Maarten van der Boon. Hij heeft ruime ervaring in de technische sector. Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt hij technische bedrijven en zorgorganisaties op het gebied van organisatie, innovatie en communicatie. Daarnaast is hij docent Business & IT aan de christelijke Hogeschool te Ede en actief voor KIEN Innovatiemeesters.

Van der Boon: De zorgsector heeft onder hoge druk verschillende veranderingen ondergaan. Denk aan demografische veranderingen, nieuwe wet- en regelgeving, technologische ontwikkelingen en mogelijkheden en een knellende arbeidsmarkt. Voorbeelden die ook als aankondigingen van de nog komende veranderingen en kantelingen. In deze constante transitie is slimme toepassing van zorgtechnologie van meer dan onderscheidende waarde. Het is een noodzaak.

Buiten kijf staat dat technologie ondergeschikt is aan de menselijke zorg, vervolgt Maarten van der Boon. Technologie moet functioneel ondersteunen. De cliënt in het herstelproces of op het gebied van zelfredzaamheid en het welzijn. Maar van diezelfde technologie wordt ook verwacht dat het de zorgprofessional ondersteunt in het (efficiënte) werk en als het even kan: ook bijdraagt aan de veilige werkomgeving. En door toenemende technologische mogelijkheden en integraties zijn er directe verbindingen naar logistiek, gebouwbeheer of facilitaire zaken. De ultieme wens bij dit alles: graag via één systeem. Eén oplossing die integraal en lean bijdraagt het zorgbedrijf
en het -proces.

Heilige Graal

De oplossing voor probleemloze technische integraties wordt al jarenlang gezocht in de ‘open standaard’. Alleen al over de betekenis van dit begrip wordt volop gediscussieerd. "Oké ̈, zegt Van der Boon, ̈het alternatief is een tongbreker: ‘interoperabiliteit’. Maar in het daglicht van discussies wel beter en duidelijker. Interoperabiliteit: een transparante vorm van connectiviteit, waarmee systeem of product A zowel kan communiceren en uitwisselen met systeem of product B als met systeem of product C tot en met Z. Hoort u een Heilige Graal?

Hij vervolgt: "Natuurlijk, het zou mooi zijn als er voor de samenwerking van technologieën één norm bestond. Zoals de euro: met een euromunt kun je afrekenen bij de kassa, hij past in betaalautomaten en zelfs in een boodschappenkarretje. In heel Europa. Met zorgtechnologie ligt dat een stuk moeilijker. Systemen en producten zijn ontwikkeld volgens bepaalde standaards, maar omdat er zoveel verschillende standaards zijn, begrijpen ze elkaar niet. Vanuit de maakindustrie is het gebruik van deze standaarden meestal verbonden aan marktstrategieën en productiebelangen. Zuivere interoperabiliteit vraagt aan alle partijen (inclusief gebruikers) de nodige verander- een aanpassingsbereidheid. Opnieuw: een Heilige Graal?"

Van der Boon: "Het juiste samenspel van technologie en de optimale integratie hiervan met diensten is in een metafoor te vergelijken met een tompouce. Het start met een goede bodem. Deze is nodig om de lekkernij te dragen. Zo staat de bodem voor een stabiele basisinfrastructuur in de techniek: energie en communicatie. Op de bodem komt de pudding, een mix van allerlei ingrediënten. In de metafoor is dit de intelligente techniek. Een mix van soft- en hardware die – net zoals de pudding – één geheel vormt. Interoperabiliteit (de mate van onderlinge connectiviteit en uitwisseling van data) van alle soft- en hardware is dan de belangrijkste vereiste. Het glazuurkoekje op de tompouce is te vergelijken met benodigde functionaliteit. Wanneer nodig moet deze vrij aangepast kunnen worden naar de omstandigheden. En tot slot de slagroom en het chocolaatje. Dit onderscheidende vermogen is in de metafoor de exploitatie en het
verdienmodel."

Zonder mythe-achtige boodschappen

Terug naar de zorg. Maarten van der Boon legt uit: "Vanuit de zorgorganisatie start interoperabiliteit met het hebben van een goede bedrijfsmissie, een aansluitende visie en een heldere propositie. Het lijkt een open deur, maar het tegendeel blijkt uit eigen ervaring. Op grond van een goede missie en visie zijn er dieperliggende keuzes te maken. Ook in zorgtechnologie en hoe deze bijdraagt aan de propositie. Alleen dan ontvouwt zich onmiskenbaar het belang van (vergaande) interoperabiliteit."

Kortom, zorgtechnologie en interoperabiliteit gaat verder dan de aanschaf van systemen, merknamen of oplossingen volgens Van der Boon. "Het hebben van een goede visie op technologie voorkomt dat zorgtechnologie of -domotica het speeltje van de zorgmanager wordt, de excelpraktisering van de financiële man of de gadget-hemel van de technische dienst. Succes ligt in het organisatie breed gedragen en juiste samenspel. Alleen dan draagt interoperabiliteit bij aan een consistente en beheersbare zorgomgeving. In het zorgproces, in de financiering, de technologische keuzes en in het beheer van dit alles. Met als uiteindelijk resultaat een betere kwaliteit van leven en wonen, werken en (ver)zorgen."

Tot slot benadrukt Van der Maarten van der Boon: "Ik geloof in de onmiskenbare kracht van technologische ontwikkelingen en de integrale functionele toepasbaarheid hiervan in de zorgomgeving. Ik geloof ook zeker in interoperabiliteit. Maar dan wel zonder de mythe-achtige boodschappen. Die behoud ik graag tot Brown’s ‘Da Vinci Code’."