Minder regeldruk door betere ICT en e-health

12 maart 2019
Foto-Petra-1500
eHealth
Blog

De meeste ziekenhuizen, apotheken, huisartsen en grote zorginstellingen zijn inmiddels over op digitale systemen waarin patiëntinformatie wordt opgeslagen. Het probleem is dat deze systemen van verschillende ICT-leveranciers onderling vaak niet met elkaar communiceren.

Als een patiënt van een algemeen naar een universitair ziekenhuis wordt doorverwezen, dan is het logisch dat de informatie van die patiënt ook mee moet. Toch wordt die informatie dan vaak nog per post of fax doorgestuurd. Ook komt het regelmatig voor dat de patiënt zelf zijn afgedrukte of handgeschreven dossier mee neemt dat in het andere ziekenhuis weer opnieuw door iemand moet worden ingetikt in de computer. Al dat handwerk kost niet alleen veel onnodige tijd, het kan ook nog eens gevaarlijke situaties opleveren. Het overtikken van dossiers kan tot tikfouten leiden, waardoor een patiënt bijvoorbeeld een verkeerde dosis medicatie krijgt.

Ik geloof daarom in het principe van eenmalig vastleggen, meervoudig gebruik. Door goede standaarden te gebruiken hoeven zorgverleners cruciale informatie voor patiëntenzorg slechts eenmaal vast te leggen, maar kan het op meerdere vlakken dienen als bron van informatie voor registraties. In een ICT project al Registratie aan de bron wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de uitwisseling van de Basisgegevensset Zorg (BgZ), waardoor tussen twee ziekenhuizen met verschillende elektronische patiëntendossiers toch goed gecommuniceerd kan worden.

Door registratie aan de bron kunnen een hoop paarse krokodillen voorkomen worden. Zelf ben ik moeder van een zoon met een complexe beperking. De aanvraag van een indicatie voor onze zoon was een zeer arbeidsintensief proces. De instelling waar onze zoon verbleef vroeg om een herindicatie. Het traject dat volgde was ingewikkeld en lang met uiteindelijk een afwijzing van de aanvraag tot indicatie als gevolg. We bleven als ouders vragen naar het waarom van deze afwijzing. Pas maanden later bleek tot onze verbazing dat er een indicatie was die nog 3 jaar geldig was. Een herindicatie was dus helemaal niet nodig! Typisch een geval van informatie die aan de bron één keer goed opgeslagen had kunnen worden en daarna meerdere malen uitgevraagd. Nu zijn we een jaar voor niets bezig geweest met deze indicatie.

Om eenduidig vast te leggen en informatie ook uit te kunnen wisselen, investeren zorgverzekeraars dan ook flink in landelijke initiatieven zoals het Landelijk SchakelPunt (LSP) waarmee huisartsen gegevens uit kunnen wisselen met andere zorgverleners en er meer inzicht is in medicatieverstrekking. Maar ook toekomstige projecten zoals Twiin en Babyconnect zijn hard nodig. Het komt nog regelmatig voor dat een patiënt een USB-stick of CD-rom meekrijgt met daarop zijn Röntgenbeelden. Zelfs taxi’s en koeriers rijden heen en weer tussen zorginstellingen om scans en MRI-beelden op tijd bij een andere zorginstelling te krijgen. Dat moet anders en dat kan anders.

Met Babyconnect kan straks iedere zorgverlener rondom een zwangere dezelfde gegevens inzien. Van kraamverzorgende tot gynaecoloog en later als het kind geboren is ook de kinderarts of de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ). Stel je eens voor hoeveel uren mondelinge overdracht en onnodig typewerk dat zal schelen. Tijd die veel beter gebruikt kan worden, voor de zorg zelf.

Ook een project als Koppeltaal gaat aan de ene kant veel inzicht opleveren en aan de andere kant veel werk schelen. Rond 2023 moeten hiermee e-healthgegevens uit wearables en telefoons gekoppeld worden aan Elektronische Patiëntendossiers (EPD’s) en Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO’s). Persoonlijke gezondheidsinformatie kan dan ook professioneel worden gebruikt. Weg vragenlijsten over hoe vaak iemand sport en beweegt, dit kan gewoon worden uitgelezen.

De basis voor dit alles is de landelijke PGO-regeling MedMij. Ik geloof heel sterk in de eigen regie van de patiënt in het beheren en delen van zijn eigen gezondheidsinformatie. De patiënt is en blijft middelpunt in alle netwerken en ICT-systemen daaromheen. Alleen hij of zij beslist welke informatie door wie kan worden ingezien.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toekomst van onze zorg: e-health toepassingen en robotica leveren niet alleen gelijkwaardige, maar soms zelfs betere medisch-inhoudelijke kwaliteit van de zorg.  Ze kunnen daarbij ook veel werk uit handen nemen van zorgverleners en patiënten. De patiënt kan bijvoorbeeld op afstand worden gemonitord en hoeft daarom niet meer periodiek naar het ziekenhuis. Alleen op de momenten dat er afwijkende waarden worden gemeten, is een bezoek aan de specialist noodzakelijk. Het Isala ziekenhuis wil de komende jaren al 10% van de ziekenhuiszorg met telemonitoring naar huis verplaatsen. En met de hulp van robots kan de capaciteit in bijvoorbeeld operatiekamers worden vergroot.  Andere zorgrobots kunnen standaard werk van verpleegkundigen overnemen, zodat zij meer tijd hebben voor het persoonlijke contact met de patiënt.

Laten we daarom vaart maken met de mooie toepassingen die ICT en e-health ons in de zorg kunnen bieden. We kunnen gegevens veiliger en slimmer uitwisselen, waarmee we patiënten en zorgprofessionals  onnodige tijd, regels en bureaucratie besparen. De werkelijkheid is helaas dat ICT systemen van verschillende leveranciers nu juist weer nieuwe  paarse krokodillen creëren, omdat we nog niet genoeg samenwerken. We kunnen het toch eigenlijk niet aan de patiënt verkopen dat we in ziekenhuis A een prachtig EPD hebben en ook in ziekenhuis B alles digitaal op orde is, maar dat hij toch het hele verhaal nog een keer moet vertellen aan de specialist. Laat staan dat hij dan ook meteen zijn eigen röntgenfoto’s op een onveilige Usb stick mee moeten nemen. Ook de paarse digi-krokodil moet worden aangepakt!