Moment voor digitale doorbraak in de zorg is nu

7 april 2023
Zorg-digitaal-tablet-vrouw
Digitalisering
Blog

Wachtlijsten, torenhoge kosten en overbelast personeel. Waar jaren voor werd gewaarschuwd, is nu realiteit: het zorginfarct is gearriveerd. Tegelijkertijd is de zorgverlening wat betreft digitalisering een van de minst ontwikkelde sectoren, terwijl dat veel processen effectiever en efficiënter kan maken. In deze blog benoemen Sven Hermans van Ancora Health en ondernemer en voormalig Hoofd Innovatie & Strategie Philips, Jeroen Tas, de meerwaarde, de uitdagingen én de nodige initiatieven voor digitale transformatie in de zorg.

120.000 Nederlanders wachten langer dan gewenst op een operatie. Er is een tekort aan 80.000 zorgmedewerkers. In 2022 werd het Integraal Zorgakkoord (IZA) gesloten om de gezondheidszorg nu en in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Het digitale aspect speelt daarbij een belangrijke rol. Van tijdbesparing in de interactie en het oplossen van personeelstekorten, tot meer mogelijkheden voor verbetering van zorgpaden en het spelen van een belangrijke rol bij preventie. Toch blijkt dit niet zo eenvoudig als gedacht.

Digitale transformatie lastig

In geen enkele sector is de digitale transformatie eenvoudig. Het vraagt om intensieve samenwerking van uiteenlopende ecosysteem partijen, waarbij ingewikkelde vragen rondom veiligheid van de technologie en integriteit van data moeten worden beantwoord. Maar in de zorg is die complexiteit nog groter. Zorginstellingen zijn gericht op het beheersen van risico’s, afhankelijk van vergoeding door verzekeraars en het voldoen aan strenge regelgeving op onder meer privacy-gebied. Dit maakt samenwerken met andere zorgaanbieders uitdagend.

Een kenmerk van digitale transformaties is dat de platformen vanuit de klantbehoefte worden ingericht. Doordat ze vanuit de marktvraag ontstaan, kan met platforms worden nagegaan waar en hoe bepaalde diensten zo effectief mogelijk kunnen worden aangeboden in een geïntegreerde ervaring met behulp van meerdere aanbieders. Helaas staat digitalisering haaks op de manier waarop de zorg is ingericht.

Gestuurd vanuit diensten

De vergoedingen zijn voornamelijk gebaseerd op geleverde diensten en niet op het resultaat van de zorg. Zoals minder ziekenhuisbezoek van de patiënt of het sneller weer kunnen meedoen in de maatschappij. Daarnaast worden innovaties vooral gestuurd vanuit de specifieke diensten, zoals nieuwe therapieën of nóg betere apparatuur. Maar niet vanuit de gezondheidsverbetering of gemakservaring van de patiënten over de verschillende diensten heen.

In veel sectoren wordt het werk van de marktpartijen grotendeels gestuurd door de klanttevredenheid. Maar in de zorg wordt slechts 2 procent van de metrics door patiënten gerapporteerd, terwijl het eindelijk om de uitkomsten gaat.

Verder is de aanbodzijde in de gezondheidszorg complexer dan in de meeste andere sectoren, voor wat betreft regelgeving, het delen van gegevens en financiering. Ook de informatie-asymmetrie tussen patiënt en arts maakt de zaken ingewikkelder. Aan de vraagzijde zijn er wel overeenkomsten: consumenten willen en eisen steeds vaker een betere ervaring en willen dat zorgpartijen beter samenwerken.

Zorg heeft helpende hand nodig

Zowel zorginstellingen, als overheden kunnen met concrete initiatieven de digitalisering op gang helpen. Niets doen is gezien de huidige problemen in de zorg geen optie. Honderden kleine projecten zonder een schaalbare infrastructuur en duurzame economische modellen zijn ook geen oplossing.

Zorginstellingen kunnen starten met regionale netwerken waarin ze samen met andere zorgaanbieders gegevens delen. Zij kunnen zo de zorgbehoefte in kaart te brengen en hun activiteiten op elkaar afstemmen. Daarmee kunnen we stapsgewijs naar een zorgcontinuüm bewegen. Door informatie over de gezondheid van bewoners bij elkaar te brengen, kunnen ze inefficiënties in de behandeling opsporen en proactief op eventuele problemen inspelen. Deze aanpak kan zo ingericht worden, dat er betere uitkomsten voor de patiënten, efficiëntere processen, minder werkdruk op de zorg en lagere totaalkosten voor verzekeraars gecreëerd worden.

Delen gezondheidsdata

Overheden kunnen de zorg faciliteren door een digitale infrastructuur te ondersteunen waar patiëntgegevens met de hoogste eisen inzake privacy en data-integriteit worden gedeeld en geanalyseerd. Inmiddels geeft de overgrote meerderheid van de Nederlanders aan geen moeite meer te hebben met het delen van gezondheidsdata. Schaal is belangrijk voor de economische duurzaamheid. Grote digitale platformen hebben lage marginale kosten: extra gebruikers kunnen met steeds lagere kosten worden toegevoegd. Gevalideerde algoritmes en programma’s kunnen makkelijk gedistribueerd worden. Inzichten kunnen snel geaggregeerd en gedeeld worden. COVID heeft ons geleerd dat deze inzichten levens kunnen redden.

Overheden kunnen ook, nóg meer dan ze nu al doen, een rol spelen bij het stimuleren van ondernemerschap. Nieuwe initiatieven in de zorg hebben vaak rekening te houden met de hoge bewijslast die aan de effectiviteit van medische behandelingen wordt gesteld.

Aan het voorbeeld van DiGA (Digitale Gesundheitsanwendung) in Duitsland, en binnenkort ook in Frankrijk en andere Europese landen, is echter te zien dat het ook anders kan. Ondernemers kunnen systemen (apps en platformen) ontwikkelen en via een relatief snelle goedkeuringsprocedure aan patiënten aanbieden. Eventueel kunnen ze een tijdelijke goedkeuring krijgen. Zo kunnen ze op basis van hun eerste resultaten besluiten hoe ze de ontwikkeling voortzetten. Er is geen innovatie zonder experimenteren.

Digitale doorbraak

Net als in andere sectoren kan digitalisering de zorg veel efficiëntie opleveren. En niet alleen efficiëntie, maar ook betere modellen en waar het allemaal om gaat: betere gezondheid voor de Nederlandse burger. Maar dan moet de zorg op dat gebied wél naar een hogere versnelling schakelen. Een digitale doorbraak in de zorg vraagt daadkracht en initiatief van marktpartijen én overheden. Het is tijd voor grote stappen.