Nieuwe indeling voor opschalen e-health

1 juli 2019
Innovatie-7
eHealth
Blog

Vandaar dat ik een nieuwe indeling (zie hieronder) heb opgesteld, waarbij het type technologie wordt gekoppeld aan een andere opschalingsstrategie.

1. Inzetten

Hier gaat het om consumententechnologie zoals de fitbit, muse headband, een tablet of smartphone. Juist deze producten zijn interessant in de zorg, omdat ze betaalbaar en één-op-één toepasbaar zijn. Dit is laaghangend fruit, waarmee je snel aan de slag kunt. Het enige dat je hier wilt weten, is of de verwachtingen van de eindgebruiker uitkomen.

‘One-size-fits-all’ gaat in de zorg echter niet op. Je bent op zoek naar een gepersonaliseerd aanbod, iedereen heeft immers zijn eigen smaak. Hiervoor zijn geen ingewikkelde en lange implementatietrajecten nodig: het is een kwestie van een goede match tussen vraag en aanbod. Om dat te bereiken, bestaan er meerdere websites die een overzicht geven van e-health-toepassingen, zoals de Digital Health Tool, GGD appstore en het NCJ.

2. Investeren

Hier gaat het om cliëntondersteunende technologie, waarmee je zonder al te veel disruptie in het zorgproces aan de slag kunt. Deze technologie is voor meer cliënten inzetbaar, maar wel duurder dan consumentenelektronica. Voorbeelden hiervan zijn de CRDL, robotzeehond Paro en de Tovertafel. De uitdaging is ervoor te zorgen dat het product niet letterlijk in de kast belandt.

Behalve de meerwaarde voor de eindgebruiker wil je ook weten wat de meerwaarde is voor de zorgorganisatie en haar financiers. Je moet immers de hoge aanschafkosten kunnen verantwoorden. Vaak wordt echter de vertaalslag van gadget naar zorginterventie vergeten. Wil je gaan implementeren, zorg er dan voor dat je de technologie een plek geeft binnen het huidige dienstenpakket en maak er een ‘common practise’ van.

3. Verdiepen

Hier spreken we van transformatieve technologieën, die het huidige zorgproces overhoophalen, ofwel ‘disrupten’. Hier moet je niet alleen implementeren, maar ook de-implementeren. Voorbeelden hiervan zijn beeldbellen, PGO’s, de Vraagapp en de tinybot Tessa.

In de zorg kunnen we juist in deze categorie het grootste verschil maken en zorg verduurzamen. Daar is wel structurele bekostiging van e-health voor nodig. Dit vraagt om goede businesscases en het stellen van de juiste vragen: niet alleen over de financiering van het product, maar ook over de kanteling van je organisatie die nodig is voor een goede implementatie.

Een mooi voorbeeld van dit soort financiering is te zien bij zorginstelling Vincent van Gogh. De GGZ-organisatie en haar financiers maken langetermijnafspraken om deze ‘implementatieleercurve’ te overbruggen. Het vraagt een lange adem en een hoop lef, want de effecten van de technologie zijn voor de langere termijn vaak niet bewezen en het rendement wordt pas na een paar jaar zichtbaar.

4. Verkennen

Hier gaat het om disruptieve technologieën, een zoektocht naar langetermijnoplossingen (zogenaamde Moonshots), in de wetenschap dat de huidige wijze van zorg niet toekomstbestendig is. Dat kan vanuit thema’s, zoals arbeidstekort of vergrijzing, maar ook vanuit technologieën, zoals robotica en blockchain.

De urgentie is meestal niet direct voelbaar, wat kan leiden tot veel weerstand. Deze trajecten worden vaak uitgevoerd samen met externen, bijvoorbeeld startups, in groene-weideachtige constructies. Lees hoe startups hierbij kunnen helpen in mijn vorige blog.

Van innovatie naar transformatie

In de praktijk wordt al veel e-health gebruikt, zo blijkt behalve uit bovengenoemde FWG-artikel ook uit het recent verschenen magazine van Dichterbij. Het gebruik hiervan vind je in vrijwel iedere organisatie. Maar als we de zorg echt willen verduurzamen, moeten we ons meer focussen op de transformatieve technologieën die echt het verschil gaan maken. Hoe maak je die transformatie? Daar ga ik in mijn volgende blog uitgebreid op in.