Niet alleen maart roert zijn staart maar ook de nieuws- en maatregelenlawine betreffende de verspreiding van COVID-19. Uit alle commotie, wel of geen hype en mogelijk draconische reacties, komt echter wel spijkerhard naar voren dat we bepaalde zaken echt grondig anders moeten gaan aanpakken.
Noopt COVID-19 bijvoorbeeld tot het implementeren van nieuwe vormen van e-health of een compleet ander e-health beleid? Moeten wij niet anders, bijvoorbeeld op afstand, gaan werken? Hoe moeten de te nemen maatregelen goed met cijfers en prognoses onderbouwd worden? Waar zitten zwakten in productieketens voor medicijnen en medische hulpmiddelen? Hoe zit het met de verstandhouding tussen gezondheid en economie? En heeft de publieksvoorlichting wel het beoogde effect?
Overbelasting van de zorg
De grote aantallen van een ‘snottergriep’ met in een percentueel klein aantal gevallen de levensbedreigende ADRS (Longontsteking) dreigt de IC-zorg over te belasten. Ofwel, ontstaat een capaciteitsprobleem voor wat betreft beschikbare ruimten en gekwalificeerd personeel wanneer de ernstige ARS-gevallen zich massaal en tegelijkertijd aanmelden.
Daar zijn logischerwijs twee belangrijke oplossingen voor:
- Zorg voor het indammen van een snelle verspreiding zodat de IC-aantallen te behappen blijven. Daarbij moet aangetekend worden dat de meeste niet al te kwetsbare ARS-patiënten na een aantal dagen adequate IC-zorg gewoon genezen.
- Relocatie van ruimten en personeel. Kan de ICT-behandeling elders, of wellicht thuis plaatsvinden? Natuurlijk is alleen een flesje zuurstof thuis niet voldoende. Een fraai toekomstig e-health-model in deze zou kunnen zijn: Mobiele geautomatiseerde IC-zorg aan huis. Kan een op afstand gemonitorde zorgrobot de behandeling niet overnemen? Dat ontlast het personeel en voorkomt besmetting van anderen in het ziekenhuis. Ook een door geïnstrueerde leken bediende slimme mobiele IC-unit zou in deze uitkomst kunnen bieden. Technisch is dit al mogelijk en het wordt gewoon noodzaak. Ook eerder waren er al ADRS-problemen bij infectieziekten, maar alleen op kleinere schaal.
Remote werken
Nederland telt al zo’n 14 procent thuiswerkers. We spreken in deze over telecommuting en bij de onderlinge ICT-contacten over UniFiedCommunications (UFC). En tele-health hebben we eigenlijk ook al.
Diagnostiek en behandeling op afstand hebben meerdere voordelen. Omdat cliënten / patiënten niet hoeven te reizen, kunnen ze ook geen andere personen, onderweg of in de wachtkamer, besmetten. Een behandelaar kan middels remote monitoring meerdere ziektegevallen beheren. Bijkomend voordeel is dat de patiënt, als deze thuis blijft, sneller geholpen kan worden, middels een e-consult, wanneer het ziektebeeld verergerd. Het verplaatsen van ziekenhuiszorg naar thuis, met behulp van e-consulten via domotica wordt steeds meer een must.
Onderbouwd e-health beleid
Bij een epidemie of pandemie van een relatief nieuw virus zoals COVID-19 vormt een gebrek aan voldoende inzicht, cijfers en onderbouwde prognoses een ernstig probleem. Kortom, wat zijn wij eigenlijk waarvoor, waarom wel/ niet, met wie, welke methoden en wanneer aan het doen?
Ook daar kan e-health een oplossing bieden. Online is immers een behoorlijk hulparsenaal voorhanden. Big en Deep data van eerdere situaties kunnen helpen bij het normaliseren en relativeren van waar het daadwerkelijk over gaat. AI kan dit met patroon- & probleemherkenning nog verder helpen onderbouwen. Slimme computers genereren ook interactieve intelligente modellen en prognoses. Bovendien kunnen de verkregen resultaten, ook realtime visualisatie, snel verwerkt worden.
Van groot belang is echter wel het tussentijds kunnen bijstellen van de cijfers, methoden en het e-health beleid. Voorkom dat we steeds achter de feiten aanhollen. Blijken er meer besmettingen te zijn dan verwacht, dan zullen we ook moeten doorpakken met doordachte modellen voor de te nemen maatregelen. En werkt de beproefde contactopsporing bij COVID-19 minder doelmatig dan gedacht hoe kunnen wij deze dan op maat bijsturen?
Draconische maatregelen
De politiek worstelt altijd met het dilemma van te veel of te weinig doen. Te veel doen betekent vaak verspilling. Doen ze te weinig, dan krijgen ze uiteindelijk de schuld. Doch als politici hun daadkracht alleen door dit dilemma laten leiden, dan kunnen ze wel eens van een ‘koude viruskermis’ thuiskomen. Is een lockdown en/of het platleggen van alle mobiliteit niet erger dan de viruskwaal?
Ik pik er even eentje uit. De president van de VS legt al het inkomend vliegverkeer vanuit 26 Europese landen voor 30 dagen plat. Met welke ‘reden? En welk succes verwacht hij daarmee te behalen? Op het moment dat dit blog geschreven werd, waren er al circa 1.200 bevestigde gevallen van COVID-19 in de VS. ‘The enemy is already inside the gates.’ Daarbij komt dat een aantal modellen er van uit gaat dat die 1200, met het oog op de vele asymptomatische dragers, wel eens het topje van de ijsberg zou kunnen zijn. Welk effect heeft een inreisverbod dan nog? Hoeveel COVID-19 dragers denkt de VS daarmee nog buiten de poorten te houden? En tegen welke economische schade?
Leefden we nu in 1492, dan was Trump’s maatregel nog wel op tijd geweest. Nadat Columbus, en dus ook de Europeanen, Amerika ontdekte, kwamen de Europese epidemische ziekten in groten getale per boot het nieuwe continent binnen. Dat leidde letterlijk tot een decimering van de inheemse bevolking.
Maar het zou pas echt erg zijn wanneer deze daadkracht de haperende gezondheidszorg en een aanvankelijk onvoldoende testbeleid van de VS zouden maskeren. Dan zou het inreisverbod een heuse ‘fake’ maatregel zijn.’
Productie op ‘de pof’
In onze drang om veel productiefaciliteiten naar een beperkt aantal lagelonenlanden te verplaatsen waar grondstoffen goedkoper zijn, snijdt ons nu in de medische vingers. Wanneer, zoals nu, de productie en het transport van medische hulpmiddelen in en vanuit die landen stil komt te liggen, dan ontstaan al snel nijpende tekorten.
Om bij dergelijke langdurige calamiteiten de productie en levering van deze middelen op peil te kunnen houden is het spreiden van de productie onvermijdelijk. Daarnaast moet ook (deel)productie door middel van 3D-printing op locatie, serieus overwogen worden. Met de juiste financiële steun is dat technisch gezien al goed te doen.
Gezondheid versus economisch belangen
Algemeen wordt aanvaard dat onze gezondheid gaat boven de economische belangen. In de praktijk zijn beiden wel als communicerende vaten met elkaar verbonden. Een sterke economie bevordert de mogelijkheden en capaciteit van de gezondheidszorg. Stort de economie in, dan raakt op den duur ook het geld op voor de adequate aanpak van gezondheidsproblemen.
Sterker nog, een slechte welvaart beperkt de gezonde leefmogelijkheden van burgers. Dan is er geen geld voor preventie om veilig, gezond en met een goede kwaliteit te leven, evenals een verdere beperking van de bestedingsruimte voor instortende pensioenen. ICT-modellen maken dat pijnlijk duidelijk.
Gelukkig ziet een aantal overheden dat nu ook zelf in. Wellicht is het verstandig om, behalve de noodzakelijke lockdown van regio’s, ook een lockdown van beurzen en belastingheffing af te kondigen.
In de media
Nederlanders zijn een nuchter volkje die zich echt niet zo gauw van de wijs laten brengen. In een vorige blog over de ‘Corona Infodemic’ had ik het echter wel al over de mogelijk negatieve uitwerking die de stortvloed van, deels fake, informatie op de aanpak van de pandemie.
Om te voorkomen dat mensen het vertrouwen in de zorg en het beleid verliezen, ongerust worden, in paniek raken of helemaal afstompen, is verantwoorde kwaliteitsjournalistiek nodig.
De gezondheidszorg en de pers moeten hiervoor samenwerken in zowel de reguliere en sociale media. Goede, feitelijk juiste, informatievoorziening kan ook voorkomen dat websites overbelast raken en telefonische informatienummers over het virus onbereikbaar worden.
Het is daarom belangrijk dat we de harde praktijklessen van COVID-19 tot ons nemen en omzetten in effectieve vormen van e-health en e-zorgbeleid. In de roaring twenties van deze eeuw beschikken wij immers over voldoende mogelijkheden om de genoemde knelpunten anders en grondiger aan te pakken.