Dag Fenna, anders dan verwacht ben ik gestart met een promotieonderzoek na het behalen van mijn artsenbul. Wat ik eigenlijk had beoogd te doen, was het starten van mijn eigen onderneming in de eerste lijn. Als jonge ondernemer in de zorg had ik een visie over hoe die eerste lijn anders ingericht kon worden en dat wilde ik laten zien.
In deze blogreeks kijken Manon Roest en Fenna Heyning van STZ (Samenwerkende Topklinische OpleidingsZiekenhuizen) vanuit een wetenschappelijk perspectief naar nut en noodzaak van innovatie in de zorg.
Met een businesscase onder de arm, een beschikbaar pand en een goed netwerk waar ik afgelopen jaren aan heb gebouwd, stond ik klaar voor een vliegende start. En toch heb ik dit op pauze gezet. Tenminste, ik heb ervoor gekozen om eerst verder te leren en te starten met dit promotieonderzoek naar zorgtransformatie.
Zowel de stap naar ondernemen als de stap naar promotieonderzoek leverde veel meningen op. En hoewel ik ergens het zelfvertrouwen bezit om vol voor een eigen onderneming te gaan, sta ik achter de keuze die ik heb gemaakt. Ik mag in de frontlinie van de zorgtransformatie onderzoek doen naar de daadwerkelijke impact van innovatie op de organisatie van de zorg. Een leerzaam project en een prachtige basis voor mijn dromen in de toekomst.
Angst voor digitale dokter
Mijn vrienden hebben veelal gekozen voor een baan in de kliniek. De een bij de chirurgie in de academie en de ander MDL in de periferie. Sommigen hebben afscheid genomen van hun witte jas, want ja ook dat kan als basisarts. Iets waar ik als student geen weet van had. Eén ding hebben al mijn vrienden gemeen, of ze nu in de kliniek werken of niet: de angst om een digitale dokter te worden.
Het probleem van de eeuwig groeiende administratielast bestaat al langer. Maar de functiebeschrijving ‘digitale dokter’ is misschien niet eens zo gek als we de opkomst van monitoringscentra gadeslaan. Ze zijn bang om in een donker kamertje, zonder fysiek patiëntencontact, voor een laptop te zitten met ook nog eens slechte koffie. Als mens kunnen ze de innovaties in de zorg waarderen, maar als arts voelen ze toch argwaan.
Rol arts in transitie
Ik snap de paniek en kan ook niet ontkennen dat onze rol als arts de komende jaren een transitie gaat doormaken. Door de toepassing van innovatie hopen we de zorg te veranderen. Bij die verandering hoort niet alleen verandering van zorgprocessen en de zorginfrastructuur, ook de taakverdeling van zorgpersoneel zal veranderen. Bij die verandering zullen sommige zorgprofessionals taken en functies afstaan, andere professionals krijgen taken erbij, wellicht in een andere vorm. Zo worden de rollen opnieuw verdeeld. En ja, een ‘digitale dokter’ is misschien wel een van die rollen.
Bij het verdelen van die rollen komt ook een nieuwe identiteit kijken. Hierin vragen we aanpassingsvermogen van ons zorgpersoneel. Maar hoe zorg je ervoor dat men de moed heeft om eerst de vertrouwde identiteit af te staan en vervolgens beloond te worden met een nieuwe identiteit, een nieuwe rol. Hoe kunnen wij het zorgpersoneel voorbereiden op deze nieuwe identiteit? Hoe nemen we de angst weg voor verandering? En hoe zorgen we ervoor dat we toekomstig zorgpersoneel warm blijven houden voor een baan in de medische sector?
Fenna, jij hebt hier vast en zeker ideeën over en ik hoop dan ook op het volgende diner met mijn vrienden iedereen gerust te stellen dat we in de nabije toekomst geen administratieve kracht zijn geworden maar juist trots mogen zijn op de verschillende taken en rollen die we hebben in en rondom het (digitale) ziekenhuis.