Het voorzorgsprincipe (Precautionary Principle) is wereldwijd een belangrijk uitgangspunt in de omgang met de risico’s van nieuwe technologieën. Overheden passen het toe wanneer de gevolgen van een nieuwe techniek nog onvoldoende bekend zijn, terwijl de kans op grote schade voor bijvoorbeeld het milieu of de volksgezondheid aanwezig is.
Als op basis van wetenschappelijke gegevens geen volledige risicobeoordeling mogelijk is, kan de overheid / politiek toch snel optreden tegen een mogelijk gevaar voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, of ter bescherming van het milieu. Vaak gaat het om innovatie(s). Bijvoorbeeld een nieuwe vaccintechnologie en nanotherapie; de toepassing van AI, elektromagnetische straling en 5G of producten zoals FPAS waarvan de werking op de gezondheid nog niet precies bekend is. Dan rijst de vraag of hier nu sprake is van een ‘Gezond bezint eer gij begint’ of een onnodige rem op de broodnodige vooruitgang.
Inbedding voorzorgprincipe in EU
Het voorzorgbeginsel ofwel -principe wordt vermeld in artikel 191 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het beoogt een degelijke milieubescherming met dank aan de preventieve besluiten in geval van risico. In de praktijk echter is het toepassingsgebied van het beginsel veel ruimer en strekt het zich tevens uit tot het consumentenbeleid en het beleid van de Europese Unie inzake voedingsmiddelen, de gezondheid van mensen, dieren en planten.
Volgens de Europese Commissie mag het voorzorgsbeginsel worden toegepast wanneer een verschijnsel, een product of een procedé schadelijke gevolgen kan hebben, vastgesteld door middel van een objectieve, wetenschappelijke evaluatie, en indien deze evaluatie niet met voldoende zekerheid kan worden bepaald.
Risicoanalyse
De toepassing van het voorzorgbeginsel past dus in het algemene kader van de risicoanalyse (die behalve de risico-evaluatie ook het risicobeheer en de risicomelding omvat), en meer in het bijzonder in het kader van het beheer van het risico waarop de besluitfase betrekking heeft.
De Commissie onderstreept dat het voorzorgsbeginsel slechts mag worden toegepast bij een vermoeden van potentieel risico en nooit een willekeurig besluit kan rechtvaardigen.
De toepassing van het voorzorgbeginsel is daarom alleen gerechtvaardigd wanneer aan de drie noodzakelijke voorwaarden is voldaan:
• de bepaling van de potentieel schadelijke gevolgen;
• de evaluatie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens;
• de mate van wetenschappelijke onzekerheid.
Bekende voorbeelden voorzorgprincipe
Onder enthousiaste bedenkers van innovaties en ook ehealth bij de gezondheidszorg ontstaat bij de term voorzorg al gauw het idee van onnodig moeilijk gedoe of zelfs doemdenken omtrent ontwikkelingen die toch beslist nodig zijn voor de mensheid. Over die noodzaak ontstaat niet zo gauw discussie. Wel over ‘voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast’ en ‘er is toch geen leven zonder risico’s?’
Er zijn tal van bekende voorbeelden die toch illustreren dat het voorzorgprincipe eerder getuigt van wijsheid dan onnodig geneuzel door puristen en klimaatactivisten.
- Terecht worden er vraagtekens gezet bij AI en moeilijk te doorgronden algoritmen. Wat beslissen die nu eigenlijk op basis waarvan voor ons? Moet je als mens toch niet altijd goed meekijken?
- Een op messenger RNA-basis vervaardigd corona-vaccin. Aan de ene kant de druk van ‘Wij moeten nu echt ingrijpen’ tot ‘Welke (onbekende) risico’s zijn er en wegen die wel op tegen de beoogde gezondheidswinst?’
- Het poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) is waarschijnlijk aanmerkelijk gevaarlijker voor de gezondheid dan aanvankelijk gedacht. Achteraf gezien is het te vroeg (of had helemaal niet gemogen) op de markt gekomen. Waarschijnlijk is er nu al flinke schade bij menselijke immuunsystemen aangericht en dreigen er grote schadeclaims. Inmiddels kan je al van een PFAS-crisis spreken.
Schoolvoorbeeld botsing belangen
Het historische Urgenda-proces vormt een schoolvoorbeeld over hoe de belangen van de mensheid (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en klimaat kunnen botsen met het stikstofbeleid van de overheid die in deze ook een zorgplicht heeft. De rechter oordeelde hierbij mede op basis van het voorzorgprincipe dat het zo als er nu gedaan en geregeld wordt het gewoon niet meer kan!
Ook bij het debacle van de aanpak van de Q-koorts stelde de rechter in 2017 dat de staat niet gedaan had wat zij uit de optiek van haar zorgplicht en voorzorg had moeten doen.
Op gespannen voet met voorzorgprincipe
Veelbelovende en urgent noodzakelijke innovaties kunnen op gespannen voet met het voorzorgprincipe komen te staan. In de geneeskunde bijvoorbeeld bij de kansen die de toepassing van AI, nanotechnologie en gene-editing bieden.
Het Rathenau Instituut stelde in het H2020-project RECIPES de vraag of voorzorg goed samen kan gaan met innovatiekansen. Het antwoord luidt ja mits men zich aan een aantal richtlijnen, analyses en aanvullende onderzoeken houdt.
Het basisprincipe van voorzorg is en blijft dat als er sterke vermoedens bestaan dat een nieuwe technologie grote schade teweeg kan brengen aan bijvoorbeeld het milieu of de volksgezondheid, wetenschappelijke onzekerheid over deze risico’s (oftewel het ontbreken van onomstotelijk wetenschappelijk bewijs dat er risico’s zijn) niet een reden mag zijn om geen voorzorgsmaatregelen te nemen. Kort gezegd: better safe than sorry. Dan blijft er nog best veel mogelijk en is een verbod minder gauw nodig. Onder de bevolking en steeds meer experts bestaat steeds meer draagvlak om het voorzorgprincipe mee te nemen in (beleids)beslissingen.
Wat kan je verwachten?
Bij het inschatten van welke mate van voorzorg nodig is kan je gebruikmaken van risicoanalyse op basis van:
- Eerder bekende feiten over soortgelijke producten of gebeurtenissen. Vaak is niet alles nieuw en bestaat er al een schat aan (Big of Deep) Data over de desbetreffende materie. AI kan met behulp van patroonherkenning in deep learning onderzoeken in hoeverre het nieuwe project op basis van bekende gegevens en slimme algoritmen ongewenste effecten en bijwerkingen kan veroorzaken.
- Het werkings- of aangrijpmechanisme kan als basis dienen voor onderzoek naar of inschatting van neveneffecten of ongewenste interrupties (tot disruptie).
- Simulaties laten lopen. Bij farmaca bijvoorbeeld testen in een lab On a Chip (LOC) of Organ On a Chip (OOC). Dat kan al levensecht en zo komen onverwachte problemen of een verkeerde werking aan het licht. Bij het klimaat kan je duurzaamheids- of ecologische simulaties laten lopen.
- Monitoring, de vinger aan de pols houden als het nieuwe product, methode of proces in gang gezet wordt.
Modelling vormt een sterk controlewapen als nog niet alles feitelijk wetenschappelijk bekend is. Wat als, zo niet dan wel en stel dat, de slimme visualisatiesystemen en AI maken zulks goed mogelijk.
Afwegen
Het uitgangsbeginsel, de eerste afweging, is dat, mocht er twijfel of onduidelijkheid zijn in de wetenschap over een ernstig gevaar, volksgezondheid en milieu altijd prioriteit moeten krijgen. Bij het klimaat en milieu gaat het om duurzaamheidsdenken. In beide gevallen geldt: Better safe than sorry.
Een tweede afweging betreft het hiervoor al geschetste inschatten en modelleren van mogelijke risico’s en ongewenste effecten. Als derde afweging de te verwachten gezondheidswinst in verhouding tot bijwerkingen en andere negatieve invloeden. Bijvoorbeeld miljoenen mensen met een vaccin beschermen met een risico van 1 op de 100.000 ernstige bijwerkingen.
Innovation principle
Uit de vrees dat het voorzorgprincipe innovaties met enig risico gaat torpederen kwamen overtuigde innovatoren met het innovatieprincipe. De bedoeling is om het precautionary principle te complementeren met een reeks richtlijnen en vooronderzoeken waarmee broodnodige innovatie toch goed mogelijk blijft.
Dit alles heeft geresulteerd in het project REconsiling sCience Innovation and Precaution trough the Engagement of Stakeholders-aims (RECIPES). Uit negen casestudies bleek dat het voorzorgprincipe juist een positief effect had op het ontwikkelen van innovaties op veilige wijze.
Public Health-praktijk
Het voorzorgprincipe behoort gewoon tot good public health practice. Neem daar dan ook de tijd voor en laat je niet onnodig sturen door emoties als “Wij moeten nu toch echt iets doen” en “Anders is er toch geen innovatie mogelijk?” Daardoor zijn er al tal van fouten gemaakt, onwerkzame of gevaarlijke producten en behandelingen gelanceerd, het klimaat in een crisis gestort om het over de bestrijding van pandemieën nog maar niet te hebben.
Uiteraard moeten we het precautionary principle wel toepassen in de mate en relevantie die het beoogde voorzorg-onderwerp behoeft. De Nederlandse Gezondheidsraad noemt dit voorzorg met rede. Kortom, het voorzorgbeginsel of -principe bij ehealth is een gezonde bezinning en zeker geen onnodige rem op innovatie