De zorg voor zieke kinderen (0-18 jaar) is de laatste decennia steeds meer aan het verschuiven van zorg in het ziekenhuis naar zorg thuis. De verpleegduur in een ziekenhuis beperkt zich tegenwoordig tot gemiddeld drie dagen, waarna zieke kinderen verder intensief thuis verpleegd en verzorgd worden. Om de zorg thuis goed te laten verlopen, is het noodzakelijk dat deze zorg zorgvuldig is afgestemd met de verpleging en verzorging in het ziekenhuis. Helaas blijkt deze afstemming op dit moment beneden peil.
De gegevensoverdracht blijkt vaak onvolledig, niet eenduidig of geheel te ontbreken. Daarnaast wordt de overdracht nog regelmatig op papier verwerkt. Dit vraagt om het overtypen en/of overschrijven van gegevens, wat kan zorgen voor een onleesbare, onduidelijke overdracht van belangrijke gegevens met betrekking tot de zorg voor een kind. De overdrachtsgegevens zijn overwegend gericht op medische informatie, het gezin wordt nauwelijks als afstemmingspartner gezien. Dit alles leidt tot een versnipperde overdracht van gegevens van het zieke kind.
ICT kan een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de gegevensoverdracht. Door gegevens gestructureerd en eenduidig digitaal vast te leggen kunnen gegevens tussen zorgverleners, verpleegkundigen én het kind en zijn gezin optimaal worden uitgewisseld. Dit voorkomt onnodige fouten en spraakverwarring. Een groep kinderverpleegkundigen, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V en VN) en Nictiz is daarom in 2016 gestart met het project Verpleegkundige overdrachtsgegevens Kind en Gezin. Kinderverpleegkundigen hebben daarvoor vastgesteld welke informatie nodig is om de verpleegkundige zorg voor kind en gezin zo goed mogelijk te kunnen registreren. Deze gegevens zijn vervolgens verwerkt in de informatiestandaard ‘verpleegkundige overdrachtsgegevens kind en gezin’.
MET DE STANDAARD VERPLEEGKUNDIGE OVERDRACHT KIND EN GEZIN KUN JE BETER
OP DE ZORG IN DE GEHELE KETEN INSPELEN
Grote betrokkenheid kinderverpleegkundigen
Volgens kinderverpleegkundige Jeannette van der Helm, werkzaam in het St. Jansdal ziekenhuis, is de standaard mede te danken aan de veelzijdigheid van de deelnemende kinderverpleegkundigen in de projectgroep. “Iedere kinderverpleegkundige kwam uit een ander veld, van thuiszorg tot academische ziekenhuizen tot algemene ziekenhuizen. Dit zorgde ervoor dat iedereen met sectorspecifieke gegevens kwam, bijvoorbeeld verschillende pijnscores toepasbaar op verschillende doelgroepen. Hiermee heeft de informatiestandaard voor de overdracht voor kind en gezin een zo volledig mogelijke vorm gekregen.” De zogenoemde zorginformatiebouwstenen (zie kader Vastleggen en hergebruik van gegevens) vormen de basis van de informatiestandaard ‘verpleegkundige overdrachtsgegevens kind en gezin’ en zijn volledig aangepast op patiëntproblemen specifiek voor de kindzorg.
Ouders te vaak ‘boodschapper’
Doel van de informatiestandaard ‘verpleegkundige overdrachtsgegevens kind en gezin’ is om de uitwisselbaarheid van gegevens tijdens de overdracht van zieke kinderen door de gehele keten te verbeteren. Van ziekenhuis naar thuiszorg of andere zorginstelling, maar ook van thuiszorg naar ziekenhuis. Volgens Linda Willems, kinderverpleegkundige in de kinderthuiszorg, komt het in de praktijk nog te vaak voor dat ouders enkel de boodschapper zijn.
“Regelmatig wordt in het ziekenhuis gestart met medicatie die thuis moet worden voortgezet. Op het moment dat het kind naar huis gaat, krijgen wij geen overdracht en zijn we op de ouders aangewezen als boodschapper. Het probleem is dat ouders ook niet altijd precies weten hoe vaak en in welke hoeveelheid bepaalde medicatie moet worden toegediend. Ouders moeten de overdracht ook kunnen begrijpen en waar nodig naar de overdracht kunnen verwijzen.”
Ook de afstemming van zorg is nog niet optimaal volgens Mark Brabänder, ambulant IC verpleegkundige kinderen/volwassenen van het Centrum voor Thuisbeademing in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. “Een kind dat thuis aan de beademing ligt, moet voor een operatie worden opgenomen op een afdeling die beademingszorg kan leveren. Het gebeurt geregeld dat de operatie wordt ingepland op een afdeling zonder geschoold personeel voor beademingszorg, omdat ze niet op de hoogte zijn van de thuissituatie van het kind. Wanneer men bij het voortraject kan zien dat het kind beademingszorg nodig heeft, kan men hier tijdig op voorbereiden en de juiste voorbereidingen treffen.”
Volgens Linda Willems is eenduidigheid in gegevensoverdracht essentieel om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen. “Bij iedere zorgsituatie wil ik graag dat gegevens goed zijn verwerkt, zodat ik door kan gaan op de zorg die eerder is geleverd. Medicatie en beademing moeten thuis vaak doorgaan, wat de zorg thuis steeds intensiever maakt. De informatiestandaard verpleegkundige overdracht kind en gezin zorgt voor een eenduidige digitale overdracht en daarmee een betere aansluiting van zorg door de keten en een betere aansluiting op de zorgvraag. Nu zie ik nog dat een behandeling soms stopt of onnodig lang duurt door miscommunicaties.”
Door het eenduidig digitaal registreren in het dossier is het mogelijk om een gestandaardiseerde overdracht uit het dossier te genereren, wat de kinderverpleegkundige geen extra handeling kost. Wanneer afspraken worden gemaakt over het belang van noodzakelijke informatie, verbetert de kwaliteit van de gegevensoverdracht. “Het is nu nog te veel een wildgroei aan overdrachten, als deze al plaatsvinden. Iedereen doet maar wat. Wel allemaal naar beste kunnen, maar er zit geen vaste lijn in. Met de standaard verpleegkundige overdracht kind en gezin kun je beter op de zorg in de gehele keten inspelen”, aldus Jeannette van der Helm.
Waar de gegevensoverdracht in de praktijk vaak nog ontbreekt, onvolledig of niet eenduidig is, biedt de informatiestandaard ‘verpleegkundige overdrachtsgegevens kind en gezin’ perspectief om de problemen aan te pakken. Wilt u de standaard in uw organisatie implementeren of bent u geïnteresseerd in het meedenken over de informatiestandaard ‘verpleegkundige overdrachtsgegevens kind en gezin’, neem dan contact op met Lisanne van der Molen (molen@nictiz.nl).