De verwachtingen die aan mobile health (m-health) toepassingen worden gesteld, zijn hooggespannen. Desondanks is het deel van alle m-health-toepassingen dat met succes in de praktijk is geïmplementeerd verrassend laag. Wat zijn de redenen hiervoor en hoe kan het slagingspercentage worden verbeterd? In dit onderzoek kwamen deze en andere vragen aan bod in het licht van een m-health-toepassing waarbij patiënten op afstand worden gemonitord in verband met postoperatieve wondinfecties (POWI’s) na ontslag uit het ziekenhuis.
POWI’s zijn een veel voorkomende en dure uitdaging voor de gezondheidszorg. Zij ontwikkelen zich vaak nadat de patiënt uit het ziekenhuis is ontslagen. Het gaat hierbij om infecties van weefsel, tijdens een chirurgische ingreep ingesneden, die ontstaan binnen 30 dagen na de ingreep. Bij ongeveer een derde van postoperatieve wonden met een hoog infectierisico (zoals chirurgische ingrepen in het abdomen) en bij ongeveer 4 procent van alle postoperatieve wonden, raakt de wond daadwerkelijk geïnfecteerd.
Het oplopen van het aantal POWI’s wordt in verband gebracht met verschillende factoren, waaronder de gezondheid en het gedrag van de patiënt en/of de situatie in ziekenhuizen waarin patiënten worden behandeld. Door zo vroeg mogelijk de (indicaties op) POWI’s op te sporen en te behandelen, kunnen bijkomende problemen voor een groot deel worden voorkomen of verbeterd.
Voordelen m-health
De inzet van m-health interventies in de peri- en postoperatieve zorg staat in toenemende mate in de belangstelling. Voor het verlagen van het percentage POWI’s, maar ook om de kosteneffectiviteit van de zorg te verhogen. Dergelijke toepassingen worden bijvoorbeeld ingezet om face-to-face vervolgafspraken te vervangen door telefonische consulten, of om het op afstand monitoren van patiënten te faciliteren.
Een voorbeeld hiervan is de geavanceerde m-health smartphoneapplicatie mPowercare, ontwikkeld door de University of Washington. Deze toepassing biedt een breed scala aan functies, die primair bedoeld zijn om het verloop van een postoperatieve wond na ontslag uit een ziekenhuis te volgen. De applicatie verstuurt regelmatig genomen foto’s van de wond door de patiënt en data over (eventuele) POWI-symptomen naar de behandelende zorgverlener(s).
De patiënt beantwoordt vragen, terwijl de toepassing ook de mogelijkheid biedt voor de patiënt en zijn/haar behandelaar om te communiceren door middel van tekstberichten. Naar aanleiding van de resultaten van een veelbelovende pilotstudie naar deze applicatie 1, is het idee ontstaan een soortgelijke m-health toepassing te introduceren in Nederlandse ziekenhuizen.
Uitdagingen m-health in klinische setting
Enkele belemmeringen van digitale zorg-acceptatie in een klinische setting worden opgeworpen door de ‘disruptieve’ eigenschappen van dergelijke technologieën voor het bestaande model van zorgverlening. De adoptiegraad van m-health door zorgverleners voor post-acute gezondheidsproblemen is ongeveer 10 procent2. In een zorgsysteem dat te kampen heeft met beperkte middelen en suboptimale resultaten oplevert, zijn vroege evaluaties en aanpassingen van digitale gezondheidsinterventies op basis van de contextvereisten cruciaal.
Effectieve implementatie hangt af van inzichten in de behoeften en de huidige werkprocessen van zorgverleners, voorzover zij de beoogde eindgebruikers zijn, evenals hun beeld van de voordelen en uitdagingen van het gebruiken van nieuwe technologie. Nadat dit inzicht is verkregen, is het nodig om de technologie te ontwikkelen en toe te passen op een manier die is afgestemd op de vereisten van de implementatiecontext. Zo kunnen frustraties van zorgprofessionals geminimaliseerd worden en de kwaliteit van de dienstverlening aan patiënten daadwerkelijk verbeterd.
Studie opvattingen POWI-betrokkenen
Om inzicht te krijgen in de haalbaarheid van het gebruik van een m-health-applicatie voor chirurgische wondmonitoring na ontslag uit het ziekenhuis in Nederland, is een verkennend onderzoek uitgevoerd 3. Het doel ervan was om data te verzamelen omtrent de perspectieven van zorgprofessionals die betrokken zijn bij de zorg van patiënten en POWI management. Dit werd gedaan aan de hand van vragenlijsten en interviews waarin een toekomstige m-Health-applicatie werd voorgesteld, gebaseerd op de eerder genoemde pilotstudie in de VS 1.
De deelnemende zorgprofessionals beschouwden de m-health-applicatie over het algemeen als nuttig en waren positief over het idee dat een dergelijke interventie in praktijk zou worden gebracht. De verwachte meerwaarde van de applicatie betreft de toegenomen patiëntbetrokkenheid tijdens het monitoringsproces van de wond, aangezien patiënten foto’s van de wond(en) kunnen maken en op geplande momenten data over symptomen doorgeven. De zorgprofessionals verwachten dat dit kan leiden tot het vroegtijdig herkennen van (de tekenen van) een infectie door patiënten, het leggen van contact met het ziekenhuis en het interveniëren.
Minder positief over gebruik
Over het daadwerkelijke gebruik van een m-health applicatie zijn zorgverleners minder optimistisch. Eén van de fundamentele veronderstellingen achter het idee van de m-health toepassing is dat