Bestrijd de zorgcrisis met leeftijdsbestendige woningen

16 februari 2022
Bestrijd de zorgcrisis met leeftijdsbestendige woningen
Duurzaam
Premium

Het heeft even geduurd, maar na de langste formatie ooit hebben we nu een nieuw kabinet. Hóe nieuw het is, zal in de praktijk moeten blijken. Het kabinet bestaat uit dezelfde partijen, maar herbergt veel nieuwe gezichten. Daartussen vinden we ook een aantal zeer vertrouwde gezichten. Opvallend is bijvoorbeeld de overstap van Hugo de Jonge, van minister van VWS naar minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening. Je zou kunnen zeggen dat Hugo na de zorgcrisis zijn tanden nu mag zetten in een andere grote crisis: de wooncrisis.

Die wooncrisis is, net als het dreigende zorginfarct, een veelkoppig monster. De bevolking groeit én vergrijst. Beide ontwikkelingen vragen niet alleen om meer woningen, maar ook om andere woningen. De NOS deed eind december 2021 een uitvraag bij de Nederlandse gemeenten over wat volgens hen de grootste oorzaak voor de woningcrisis in Nederland is. Het antwoord was verassend: de gebrekkige doorstroming van ouderen van grote naar kleinere woningen, zoals appartementen1.

Die conclusie leidde in eerste instantie tot klassieke boosheid (‘nu krijgen de ouderen ook al de schuld van de wooncrisis’). Maar wie even verder kijkt dan deze boosheid en erkent dat het niet gaat om het vinden van schuldigen maar om een feitelijke constatering, ziet al snel dat gemeenten hier een goed punt maken.

Aanpassing woonaanbod

Daar waar in de zorg de vergrijzing vraagt om een forse aanpassing van de organisatie van de zorg, met zoveel mogelijk zorg dichtbij en ondersteuning door slimme technologie, lijkt de vergrijzing ook te vragen om een forse aanpassing van het woonaanbod. Als het lukt om ouderen te laten kiezen om te verhuizen naar kleinere woningen - niet door dat te eisen maar door ze te verleiden - wordt woonruimte voor gezinnen vrijgespeeld. Het feit dat die doorstroming nog niet op gang komt, doet vermoeden dat het woonaanbod niet of te weinig voldoet aan de wensen van de vergrijzende populatie.

Passend woonaanbod

Een passend woonaanbod voor ouderen kan niet los gezien worden van de toenemende zorgvraag die ouderdom gaandeweg met zich meebrengt. Tegelijkertijd barst het in ons land van de vitale ouderen die midden in het leven staan en die nog lang niet toe zijn aan een aanleunwoning of een verzorgingshuis. Die zullen zich niet laten verleiden door een ‘zorgwoning’. Veel belangrijker is dat de nieuwe woning leeftijdsbestendig is.

Dat vraagt om woningen die in het ontwerp al voorbereid zijn op een toekomstige zorgvraag. Denk aan woningen die gelijkvloers zijn, brede deuren hebben en drempelloos zijn. Maar ook aan woningen waarin al voorbereidingen zijn getroffen voor slimme domotica zoals sensortechnologie. Ook zeer gewenst zijn woningen met voldoende groen, al hoeft dat lang niet altijd een eigen tuin te zijn. Tot slot vraagt het ook om woningen die zijn ingebed in een sociale infrastructuur, zodat de ‘samenredzaamheid’ van bewoners wordt versterkt en het prettig wonen is met de mensen in je eigen omgeving.

Zelfredzame ouderen

Er zijn in de markt zeker initiatieven die tot veel enthousiasme bij ouderen leiden. Kijk bijvoorbeeld eens naar Stichting Knarrenhof.2 Deze stichting zet zich met succes in voor de oprichting van ‘hofjes’, waar het goed toeven is voor mensen van alle leeftijden, maar die wel primair gericht zijn op het realiseren van passende en prettige woongelegenheid voor zelfredzame ouderen, precies de groep die volgens gemeenten meer zou moeten verhuizen.

Dat hoeft niet altijd te gaan om klassieke hofjes: de stichting richt zich ook op gestapelde bouw, maar wel altijd dusdanig dat er in samenhang een passend en prettig woonaanbod voor de doelgroep ontstaat. Alle woningen zijn leeftijdsbestendig zodat opnieuw verhuizen, bijvoorbeeld naar een zorgwoning, vrijwel nooit nodig is. En doordat de ontwikkeling samen met de toekomstige bewoners wordt gedaan, ontstaat verbondenheid tussen de inwoners. Ze helpen elkaar, zien naar elkaar om en kunnen zaken als de inkoop van energie, inkoop van domotica, het organiseren van zorgtaken en het onderhoud van groen gemeenschappelijk organiseren.

Het zou goed zijn als minister de Jonge vanaf dag één met gemeenten aan de slag gaat om ruim baan te geven aan Knarrenhof-achtige initiatieven. Het is zeker voor de doelgroep die een koopwoning heeft en ook in de toekomst in een passende koopwoning wil blijven wonen een aantrekkelijk aanbod.

De minister kan echter nog meer doen. Voor nieuwe woningen gelden met het oog op de duurzaamheidsuitdagingen op het gebied van klimaat en energie terecht steeds meer eisen: huizen worden niet meer aangesloten op gas en moeten energieneutraal zijn. We zien overal zeer goed geïsoleerde huizen verschijnen die verwarmd worden met stadsverwarming of een warmtepomp.

Het zorginfarct

Maar waarom wordt in de bouw nog zo weinig geëist om het hoofd te kunnen bieden aan die andere grote crisis die op ons afkomt: het zorginfarct? Hier ligt voor de nieuwe minister voor wonen, met alle zorgkennis die hij de afgelopen jaren heeft vergaard, een schone taak:

  • Pas de bouweisen dusdanig aan dat nieuwe woningen leeftijdsbestendig zijn.
  • Maak afspraken over de breedte van deuren, de afwezigheid van drempels, badkamers op de begane grond en aansluitingen voor domotica.

Wellicht hoeven niet al deze voorzieningen in iedere woning opgenomen te worden, maar doe het in ieder geval in minstens 50 procent van alle nieuwbouw. Als we zorgen voor leeftijdsbestendigheid ‘by design’, zijn nieuwe woningen aantrekkelijk voor vitale senioren en kan de zo noodzakelijke verhuisbeweging van ouderen op gang gebracht worden.

Beheersen zorgvraag

Vol inzetten op aantrekkelijke leeftijdsbestendige woningen draagt niet alleen bij aan het oplossen van de woonproblemen in het land, maar ook aan het beheersen van de zorgvraag. Dat zou voor een nieuwe woonminister vanaf dag één de allerhoogste prioriteit moeten zijn. Sowieso is het goed als hij met zijn grote kennis en ervaring op het gebied van zorg steeds opnieuw de verbinding blijft zoeken tussen de uitdagingen rond wonen en zorg. Op het gebied van het opschalen van slimme zorg en domotica in woningen valt ook nog een wereld te winnen, dus zo nu en dan goed schakelen met de nieuwe staatssecretaris voor digitalisering kan ook veel opleveren.

Nieuwe gezichten in het kabinet kunnen verfrissend zijn. Een bekend gezicht dat de verbinding weet te leggen tussen een aantal cruciale beleidsterreinen en zo kan bijdragen aan het oplossen van meerdere crises tegelijk, is echter ook van onschatbare waarde. Ik hoop dat Hugo de Jonge die handschoen met volle energie succesvol oppakt!

Referenties