Diederik Gommers: ‘Vertaal data naar betrouwbare adviezen en voorspellingen’

wo 14 april 2021
Diederik Gommers: ‘Vertaal data naar betrouwbare adviezen en voorspellingen’
Digitalisering
Premium

“De coronacrisis heeft duidelijk laten zien dat IC’s altijd te maken hebben met krapte, zowel in capaciteit als in personele bezetting. Dit momentum moeten we pakken om daar iets aan te doen”, stelt Diederik Gommers, hoofd Intensive Care/intensivist bij het Erasmus MC en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). ICT kan in zijn ogen zeker een rol spelen bij het aanpakken van deze problematiek. “We moeten de verschillende werelden van zorgprofessionals en ICT’ers snel dichter bij elkaar brengen, zodat zij samen de vertaalslag kunnen maken van data naar adviserende en voorspellende systemen. Dokters en verpleegkundigen op de IC zijn hard toe aan oplossingen die hun werk beter en gemakkelijker maken. Bovendien moeten we big data inzetten voor een effectiever capaciteitsmanagement. Niet alleen lokaal of regionaal, maar landelijk”, vindt de arts in hart en nieren. Wat drijft deze zorg-BN’er en hoe kijkt hij naar de toekomst van de zorg en de rol van de intensivist hierin?

Als één ding tijdens zijn optredens als OMT-lid duidelijk is geworden, dan is het dat Gommers altijd gaat voor het grotere belang. Het welzijn van patiënten, zorgprofessionals en medemensen staat voorop. De waardering die hij voor deze instelling krijgt, maakte hem tot bekende en geliefde Nederlander. Omdat hij zich bewust is van de vluchtigheid van deze status, wil de intensivist en NVIC-voorzitter het ijzer smeden nu het heet is: hij zet zich vol in voor het verbeteren van de werkomstandigheden op de Nederlandse IC’s.

Wat drijft u in het leven en wat is de rode draad in uw werk?
“Ik ben heel resultaatgericht. Als ik een idee heb over hoe dingen beter kunnen en ons leven makkelijker kunnen maken, dan zet ik daar graag mijn tanden in en zoek naar oplossingen. Dat doe ik vooral met een team. Ik vind het heel belangrijk dat we met een team ervoor zorgen dat ons werk aantrekkelijk en professioneel is, maar ik wil ook dat dingen opgelost worden. ‘Nee’ is voor mij geen optie en klagen dat degene boven je het moet oplossen, vind ik vreselijk. Als je een probleem signaleert of het loopt niet, zet er dan zelf de schouders onder en vraag de ruimte om dat te doen. Van mijn leidinggevende, bestuursvoorzitter Ernst Kuipers, krijg ik die gelukkig ook. Vervolgens is het belangrijk dat je transparant bent over wat je doet en dat terugkoppelt.”

“Als afdelingshoofd vind ik het ook belangrijk dat alle zorgprofessionals zo kunnen werken, dat ze zich veilig voelen. De intrinsieke motivatie om het voor de patiënt goed te doen, is enorm, maar we maken soms fouten. Dan moet je sorry kunnen zeggen en het probleem daarna aanpakken. Ook wil ik het voor iedereen op de werkvloer zo goed mogelijk georganiseerd hebben. Daar hoort ICT zeker bij.”

Welke stappen heeft het Erasmus MC op dat vlak al gezet?
“Sinds de invoering van elektronisch patiëntendossier HiX van ChipSoft in 2017 verloopt de informatievoorziening helemaal digitaal. Je kunt nu alles in één systeem opzoeken en dat komt de zorg ten goede. Er zitten nog wel wat onhandigheden in, zo moet je nog erg veel klikken en informatie staat vaak in tabbladen achter elkaar. Ook moet je gegevens altijd intypen, terwijl ik praten juist makkelijker vind. Voor mij zou spraakherkenning dus beter werken.”

“En veel mensen hebben de neiging om uitgebreide overzichten in tekst aan het EPD toe te voegen, onder de noemer ‘als ik er maar een mooi verhaal van maak, dan heb ik het goed gedaan’. Maar daardoor is niet meer terug te halen hoe de situatie van een patiënt drie dagen geleden was. Hiervoor zou je betere zoekfuncties moeten toepassen. Deze technologie is er al, bijvoorbeeld in onderzoek met big data, maar die moet sneller worden opgepakt en geïmplementeerd.”

Wat kan digitalisering zorgprofessionals op de IC nog meer opleveren?
“Als intensivist wil je graag op tijd weten of patiënten in jouw ziekenhuis vitaal bedreigd zijn. Daarom starten we nu met de implementatie van monitoring op afstand. Via draagbare sensoren gaan we vitale parameters meten en vanuit een centrale cockpit volgen. Wij werken in het Erasmus met éénpersoonskamers met een dichte deur en verpleegkundigen met een pieper zijn verantwoordelijk voor de patiënten die daar liggen. Het komende jaar gaan we stapsgewijs over naar een situatie, waarin het systeem ons alarmeert dat een patiënt achteruitgaat. Als je dit eerder weet, kun je preventief handelen en daarmee wellicht een IC-opname voorkomen.”

“Ook gaan we patiënten de eerste twee à drie dagen na een grote operatie en na ontslag van de IC of uit het ziekenhuis op afstand in de gaten houden. Dat geeft vertrouwen, zowel voor de patiënt als voor degene die dit besluit moet nemen. Daarmee kunnen we de doorstroming van patiënten verbeteren. Dat is belangrijk, want een IC werkt altijd in een kraptemodel en ook OK’s moeten zo effectief mogelijk worden ingezet. Vaak is dat een logistiek probleem. Patiënten op afstand monitoren, ook in de thuissituatie, helpt ons om dat aan te pakken.”

In NVIC-verband bent u ook bezig met big data en artificial intelligence (AI). Welke rol ziet u daarvoor in uw vakgebied?
“Een intensivist is zo goed als wat hij of zij beheerst en je hebt altijd blinde vlekken. Bovendien zijn mensen minder goed in staat trends in beeld te brengen. Op die punten kan AI uitkomst bieden. Als je een patiënt onderzoekt en nadenkt over de diagnose, zou het mooi zijn als een systeem jou daarbij adviseert. Niet dat de software de diagnose stelt, maar de dokter ondersteunt in een vragende omgeving. Bijvoorbeeld door op te merken: heb je daaraan gedacht, heb je dat gezien of weet je dat het medicijn dat je voorschrijft, interfereert met andere medicatie?”

“Dit zijn relatief eenvoudige engine rules. Het zou nog mooier zijn als zo’n systeem op basis van historische data èn wat er nu met de patiënt gebeurt, kan aangeven: heb je aan dit ziektebeeld gedacht? Want dat is wat een goede dokter doet: denken in differentiaaldiagnoses. Hij streept verschillende diagnoses weg omdat ze minder waarschijnlijk lijken en komt zo uit bij de meest waarschijnlijke en beste diagnose. Nu gebeurt dit in het brein van de dokter, maar niet iedereen heeft hetzelfde kennisniveau. Ook presteert een arts niet altijd even goed. Dit is met een AI-systeem te ondervangen en dat komt de patiënt ten goede. Uiteindelijk hoop je dat daarmee ook de ligduur korter wordt omdat het risico op complicaties afneemt. Maar efficiency en lagere kosten moeten niet de insteek zijn bij deze innovaties. Het gaat om een betere ondersteuning van de dokter en het stellen van de juiste diagnose. Daar heeft de patiënt behoefte aan.”