De ontwikkeling van digitale biomarkers biedt ongekende kansen om andere vormen van zorg te verkennen. Meer nog dan technologische ontwikkelingen vereist dit een actieve en lerende houding van zorgprofessionals: om samen te leren van wat de waarde is van digitale biomarkers in de praktijk.
Over vier zinnen wil ik dat u even stopt met het lezen van deze column. Dan opent u op uw telefoon een recent ontvangen bericht en typt een antwoord. Na versturen van uw antwoord legt u de telefoon weer weg en pakt u deze column er weer bij. Ben u er klaar voor? Tot zo.
Typisch typegedrag
Hoe was dat? Heeft u een kort of een lang bericht verstuurd? Moest u vaak op Backspace drukken voor correcties? Heeft u wellicht gebruik gemaakt van emoticons? En gebruikte u twee vingers of toch één bij het typen?
U beseft het waarschijnlijk niet, maar uw typegedrag kan een goede indicator van uw gezondheidstoestand zijn. Bijvoorbeeld voor mensen met Multiple Sclerosis (MS). Daar zijn inmiddels enkele klinische metingen uit het ziekenhuis (ten minste) geëvenaard door de analyse van typegedrag1.
Dat is indrukwekkend en kan verstrekkende consequenties hebben: veel van wat we nu doen in het ziekenhuis kan kennelijk worden overgenomen door de analyse van typegedrag op uw smartphone. Zorg dichtbij en van hoge kwaliteit, tegen lage kosten.
Digitale biomarkers
Het voorbeeld hierboven is een illustratie van een trend waarbij wordt onderzocht in hoeverre digitale signalen een indicatie geven van (de ontwikkeling van) een ziektebeeld. Oftewel, de zoektocht naar digitale biomarkers. Wikipedia stelt: “Een biomarker, of biologische marker, verwijst over het algemeen naar een meetbare indicator van een of andere biologische toestand of conditie.”
Dat deze biomarkers in digitale vorm bestaan, is niet nieuw. EEG en MRI fungeren ook als biomarkers. Maar dat de digitale middelen om deze biomarkers te meten zich buiten het traditionele zorgpad –zelfs in onze broekzak – bevinden, is wel vernieuwend. Dit biedt enorm veel kansen voor het verzamelen van meer relevante informatie bij- en met de patiënt.
Garbage in, garbage out
Er zijn natuurlijk uitdagingen voor digitale biomarkers, en die zijn lang niet alleen technisch van aard. Sceptische reacties zijn er genoeg. Want hoe betrouwbaar zijn die digitale tools? Een slim horloge kan veel data verzamelen, maar wie zegt dat dit tot relevante informatie opgewerkt kan worden? Laat staan of het bij besluitvorming rondom ziekte en gezondheid meegewogen kan worden. Het adagium ‘garbage in, garbage out’ is ook op digitale biomarkers van toepassing. Slimme apparaten kunnen domme resultaten opleveren.
Aan de slag!
Hier ligt een mooie opdracht voor zorgprofessionals. Klagen over slimme apparaten die domme resultaten leveren, helpt niet. Zelf naar voren stappen om vanuit de praktische behoefte mede vorm te geven aan de ontwikkelingen, helpt wel. Uiteindelijk biedt een gezamenlijke ontdekkingstocht de beste leerervaring en daarmee de grootste kans op succesvolle implementaties van digitale innovaties in de praktijk.
De juist disbalans
Een succesvolle implementatie van technologie kent een goede disbalans tussen ervaren moeite en ervaren waarde. Bij biomarkers is dit niet anders. De ervaren waarde is zelden direct duidelijk en toont zich vaak pas na enkele iteraties.
Geef dus niet op. Zo werkt vooruitgang. Waar technische mogelijkheden naar praktisch nut worden vertaald, is een directe match zeldzaam. De disbalans wordt gaandeweg beter. En zo niet, dan was dit waarschijnlijk niet de succesvolle technologie waar op gehoopt was. Of misschien is het in een andere context wel een briljante vondst?
Ruis en signaal
Een anekdote ter illustratie: in 1964 is kosmische achtergrondstraling bij toeval ontdekt. Wetenschappers bij Bell Labs hadden last van continue ruis in hun metingen met een hoorn-antenne. Toen zij in contact kwamen met wetenschappers van Princeton, leerden ze dat deze ruis eigenlijk een signaal vanuit het vroegste bestaan van ons heelal was: de kosmische achtergrondstraling. Dit leverde de onderzoekers een Nobelprijs op. Niet slecht voor wat hinderlijke ruis.
Moraal van dit verhaal: de een zijn ruis is de ander zijn signaal.