‘Hoe houd je je vinger permanent aan de pols van de gebruiker?’

vr 15 april 2022
‘Hoe houd je je vinger permanent aan de pols van de gebruiker?’
eHealth
Premium

Hoe help je zorgprofessionals in de ggz in het gebruik van e-health? Welke tools en ondersteuning hebben zij nodig, waaraan hebben hun cliënten wel of juist geen behoefte en hoe kan een digitaal platform hierbij helpen? E-health-aanbieder Minddistrict kwam eind 2021 met resultaten uit een kwalitatief onderzoek dat deze vragen en de antwoorden erop in kaart bracht. Het doel: het gebruik van een digitaal ggz-platform zoals van Minddistrict vergroten om zo het effect van een behandeling te verbeteren.

Twee vragen waren de aanleiding voor de studie onder gebruikers van Minddistrict in Nederland, Engeland, Duitsland en Zwitserland: hoe kun je ervoor zorgen dat meer mensen de toegevoegde waarde van een digitaal platform zoals van Minddistrict zien; hoe kun je het beste meegroeien met het uitdijende zorgveld van digitale en hybride therapie? In de specialistische ggz, maar ook in de huisartsen- en revalidatiezorg.

Kwalitatief onderzoek onder behandelaren, zorgmanagers, IT-directeuren, cliënten en naasten leverde tien focuspunten op, zoals: hoe te komen tot samen beslissen, hoe de juiste content vinden, hoe zorgpaden te ontwikkelen en hoe het beste overzicht houden in de stand van zaken van de cliënten van een behandelaar. Hoewel het gebruik van een digitaal ggz-platform altijd een samenspel is, bleek de behandelaar in alle gevallen een centrale rol te hebben.

“Een belangrijk streven van Minddistrict is om van vraaggedreven naar uitkomstgedreven te gaan”, vertelt Ewoud Komen, ontwerper op het gebied van user interface en experience. “Dit betekent dat we ons niet focussen op een functionaliteit die aangevraagd wordt, maar kijken naar het probleem erachter en welk doel een organisatie heeft. Dat is een uitkomst, daar willen we voor ontwikkelen. Dán krijg je functies die echt bijdragen aan de dagelijkse bezigheden van professionals en ggz-organisaties.”

Vinger aan de pols

Er kan veel meer uit Minddistrict gehaald worden, meent Annemarije Plaizier, marketeer bij Minddistrict en lid van het product research team. “Daarom is het goed om structureel een vinger aan de pols te houden, goed te blijven luisteren. Digitalisering speelt een steeds grotere rol in de ggz, er zijn veel meer aanbieders in vergelijking met een jaar of acht geleden. Wij willen er voor zorgen dat we nu en ook over vijf jaar nog relevant zijn, dat gebruikers zich prettig voelen als ze met Minddistrict werken. Dan werkt het beter als je niet alleen zelf alles bedenkt, maar het ook aan gebruikers vraagt.”

Goede verbinding

Een hele mooie uitkomst uit de studie is volgens Plaizier dat de gestructureerde opzet hielp om de honderden meningen, uitspraken en ideeën goed met elkaar te verbinden. “Het gaf ons als een soort metrokaart inzicht in waar de grootste problemen of kansen zitten die gebruik en opschaling van digitale ggz beperken. Van veel zaken dachten we al wel dat het zo was, maar dit onderzoek heeft dat bevestigd. Het is niet langer meer een vermoeden of aanname.”

Zo bevat Minddistrict allerlei mogelijkheden die behandelaar en cliënt moeten helpen om samen een zorgpad uit te stippelen op basis van ‘samen beslissen’. Plaizier hierover: “Dat zit er heel impliciet in, maar nu hebben we expliciet een beeld gekregen van wat mensen op dit punt willen en verwachten. Wat bleek? ‘Shared decision making’ en ‘een route naar herstel uitstippelen’ kwamen onvoldoende uit de verf. Daar kunnen we verbetering in aanbrengen door het platform beter op deze punten aan te laten sluiten.”

Ook kwam regelmatig naar voren dat managers bepaalde verwachtingen hebben die voor behandelaren niet per se aansluiten op de praktijk en op de werkcultuur, vertelt Komen. "We hebben niet alleen naar hoofdlijnen of populaire thema’s gekeken, maar ook juist details in kaart gebracht: de kleine dingen die grote hordes kunnen opleveren. Zoals de impliciete verwachting van managers dat e-health kan helpen bij het overzicht houden van de case load van een therapeut.”

Holistisch kijken

De onderzoekers hebben in product research niet alleen het product onderzocht, maar ook alles er omheen. “Meer ‘holistisch’ gekeken dus”, stelt Komen, “want ons product bestaat niet in een vacuüm. Dat is een nieuwe manier om naar ons platform en de ontwikkeling ervan te kijken. Het is belangrijk om vanuit de mens te ontwerpen in plaats vanuit technologiedenken. Sluit het aan op de behoeften van gebruikers, op hun werkcultuur en werkwijze? Door dit voorop te stellen, kun je een veel genuanceerder product maken dat beter aansluit op de praktijk.”

WE HEBBEN NU EEN BETER BEELD VAN DE SLEUTELPOSITIE VAN DE HULPVERLENER

Vervolgstappen

Wat zijn de vervolgstappen die Minddistrict wil zetten op basis van de conclusies uit het onderzoek? In ieder geval niet alles tegelijk, benadrukt Komen. “We hebben tien focusgebieden gevonden. Die kunnen we niet allemaal tegelijk aanpakken. We geven bepaalde prioriteiten aan het verbeteren van focusgebieden zoals shared decision making en zorgpaden ontwikkelen. Als we eerst deze gebieden aanpakken, dan helpen de oplossingen ook met het ontsluiten van het volgende gebied.”

Intern heeft het onderzoek geleid tot de oprichting van een discovery team binnen Minddistrict, dat de komende jaren de diepte in gaat bij de focusgebieden. “Dat moet synchroon lopen met het ontwikkelen van nieuwe functies, het onderhouden van bestaande functies, het ondersteunen van implementatieteams bij klanten. We noemen dat continous discovery: structureel samenwerken met partijen die ons platform gebruiken om de deelgebieden uit te diepen en uitdagingen en kansen samen op te pakken.”

Beter beeld

Veel conclusies zijn, zoals Plaizier al eerder aangaf, niet echt nieuw of verrassend. “We weten al dat de rol van de hulpverlener in het gebruik van een digitaal ggz-platform heel belangrijk is. Maar we hebben nu een beter beeld van de mate waarin, op welke punten het in de praktijk knelt en waar de meeste winst te behalen is.”

Plaizier ziet een ‘dubbele beweging’ richting de hulpverlener. “Aan de ene kant bewegen wij, met onze research en continuous discovery die daar iets mee gaat doen. Aan de andere kant bewegen de organisaties die – en dit is een trend – meer inzetten op implementatie, op het ondersteunen van de hulpverlener. Deze twee bewegingen, en hun samenkomen, daar verwacht ik veel van. Ik denk dat dit de hybride/digitale ggz ten goede gaat komen.”

Multidisciplinair team

Wat volgens Annemarije Plaizier en Ewoud Komen goed heeft gewerkt bij het onderzoek, was dat er niet alleen mensen op zijn gezet die gespecialiseerd waren in productonderzoek, maar mensen uit alle geledingen van het bedrijf: ontwerpers zoals Komen zelf, marketingmensen zoals Plaizier, psychologen die content creëren, accountmanagers.

Gedurende de hele onderzoeksperiode werd er ook in gemengde teams geïnterviewd. “Anders bestaat het gevaar dat je te veel vanuit je eigen koker gaat kijken en vragen”, stelt Komen. “Ik zou als ontwerper misschien te veel kijken naar hoe een product gebruikt wordt en niet naar hoe de implementatie gedaan wordt.”

Het is, merkte Plaizier, ook goed om vanuit hele andere ‘kokers’ te horen hoe mensen naar een product kijken. “Als je over een obstakel hoort vertellen, dan kan dat er voor mij anders uitzien dan voor een interventieontwikkelaar. Door het gemengde team krijg je een breder beeld en heb je bijvoorbeeld minder kans op blinde vlekken. Dit hielp ook bij het wegen en prioriteren van de uitkomsten.”

Door innovation partner