Zelf je gezondheid meten is al jaren in opkomst. Zelfmeten geeft inzicht bij het monitoren van zelfzorg en kan helpen bij gedragsverandering. Toch belanden veel wearables na een aantal weken tot maanden ongebruikt in een bureaulade. Onderzoekers van het Radboudumc verdiepten zich in dit onderwerp en namen een eenvoudig zelfmeetinstrument onder de loep. De resultaten van hun onderzoek werden recent gepubliceerd1.
Onderzoek is al lang niet meer alleen het werk van wetenschappers. Al sinds de jaren ‘90 is burgerwetenschap (citizen science) in opkomst: ook op het gebied van zorg en welzijn. Een ultieme vorm van deze wetenschap is personal science2; het gebruik van empirische methoden en technieken om je eigen gezondheidsvragen te onderzoeken. De opkomst van slimme horloges en gezondheidsapps maakt het steeds gemakkelijker om de regie te voeren bij het onderzoek naar jouw persoonlijke gezondheidsvraagstuk.
Self-tracking niet eenvoudig
Volgens Martijn de Groot, leidinggevende bij de Health Innovation Labs van het Radboudumc en initiatiefnemer van de studie, is zelf onderzoek doen niet eenvoudig. “Als je een vraagstelling hebt bedacht, moet je de juiste tool vinden. Bestaande apps en wearables meten lang niet altijd wat voor jou relevant is. Daarnaast is het nog vaak de vraag of je wel toegang hebt tot de data. Ook weet je niet wat anderen met de door jou verzamelde data doen."
Precies deze punten werden de criteria voor het vinden van een geschikte tool. Deze tool werd gevonden in Scandinavië.
One Button Tracker
Een tool die aan alle criteria leek te voldoen, was de One Button Tracker (OBT)3. Een apparaatje met slechts één knop, klein en alleen uitleesbaar door de gebruiker. Met deze tracker kunnen gebruikers subjectief ervaren fenomenen opslaan door op de knop te drukken. Tegelijk wordt de exacte tijd en desgewenst de locatie opgeslagen. Ook is het mogelijk de knop langer of korter of meerdere keren achter elkaar in te drukken.
Voorbeeld: stel dat een gebruiker een vraag heeft over zijn of haar cafeïneconsumptie, dan kan dit met de OBT worden gelogd. Eén kop koffie gedronken is één klik en één cappuccino is 2x klikken. Door dit langere tijd te doen, worden patronen herkend die kunnen leiden tot nieuwe inzichten of interventies.
Aanpak onderzoek
De exploratieve studie werd uitgevoerd onder 13 zorgprofessionals van het Radboudumc, die meededen aan een gezondheidsprogramma voor medewerkers. Elke deelnemer werd geïnterviewd over zijn of haar eigen gezondheidsvraagstuk(ken). Dit leidde tot een specifieke vraag, die beantwoord diende te worden met data verzameld met de One Button Tracker.
Fenomenen die deelnemers wilden vastleggen, waren onder meer behoefte aan of inname van eten (bijvoorbeeld snacks) of drinken en tekenen van stress of creativiteit. Deelnemers hielden daarnaast een dagboek bij. Uiteindelijk konden de deelnemers hun eigen data analyseren, en volgde een afsluitend interview met een onderzoeker.
Resultaten
Alle 13 deelnemers kwamen tot een geschikte vraag. Zij gaven aan dat het gebruik van de OBT leidde tot toegenomen bewustwording ten aanzien van het gezondheidsvraagstuk en ook dat het hun hypothesen bevestigde. Daarnaast gaven ze aan dat ze iets nieuws hadden geleerd en in enkele gevallen ook dat het gebruik van de OBT leidde tot gedragsverandering. Zij beoordeelden de gebruiksvriendelijkheid van de OBT als goed.
Uit de interviews kwamen 29 belemmerende en 15 bevorderende factoren naar voren. Een belangrijke belemmerende factor was dat de OBT moeilijk mee was te nemen als de deelnemer geen broekzak had. Eén deelnemer vond de OBT dermate klein dat het device snel werd vergeten.
Discussie
Een belangrijk discussiepunt betreft de actieve meting met de OBT. Tom van de Belt van het Radboudumc en mede-initiatiefnemer legt uit: “Bij passief meten, zoals met een horloge dat de hele dag je hartslag, temperatuur en je locatie meet, verzamel je veel objectieve data. Het is wel de vraag is of je jouw specifieke gezondheidsvraagstuk met deze veelheid aan data kan oplossen. Door actieve meting - je klikt zelf op de knop - verzamel je alleen data die te maken heeft met jouw vraagstuk. Een kanttekening is dat dit uiterst subjectief is. Je moet dus rekening houden met het ‘observer effect’. Tegelijkertijd moet je ervoor waken dat de OBT zelf geen interventie wordt. Bijvoorbeeld dat je het apparaatje ziet liggen en denkt: ’Nu krijg ik zin in koffie’.”
Het onderzoeksteam ziet meerwaarde in actieve meting zoals met de OBT, maar benadrukt dat een combinatie van actieve en passieve dataverzameling vooralsnog de voorkeur heeft. De onderzoekers hebben de ambitie vervolgonderzoek te doen om de meerwaarde voor de kliniek te bepalen.