Wat Nederland kan leren van Finland en Oostenrijk

vr 15 april 2022
Wat Nederland kan leren van Finland en Oostenrijk
Gegevensuitwisseling
Premium

Hoe hebben de Finnen hun gezondheidszorg georganiseerd? Hoe zit het met de infrastructuur in Oostenrijk? Het rapport ‘Leren van andere landen’ van Nictiz geeft antwoord op deze en andere vragen op het gebied van digitale informatie-uitwisseling in de zorg. Landen hebben vergelijkbare uitdagingen op dit gebied. ‘Leren van andere landen’ biedt inzicht in de oplossingen die onder andere deze twee genoemde landen hebben gekozen. De landen geven een gevarieerd beeld van de verschillende wijzen waarop de zorg is georganiseerd en hoe digitale communicatie en interoperabiliteit worden bevorderd. Van hun aanpak kan Nederland leren.

Op verzoek van het Informatieberaad Zorg publiceerde Nictiz in december vorig jaar het rapport 'Leren van andere landen'. Het doel: ondervonden knelpunten van de focusprogramma’s op het gebied van digitale communicatie in de zorg in kaart brengen. Het Informatieberaad vroeg daarbij tevens te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor versnelling en verbetering in Nederland. Daarnaast publiceerde de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) in 2021 een draft rapport1 met aanbevelingen voor het zorginformatiestelsel van Nederland, naar aanleiding van landenreviews.

Het rapport bevat goede voorbeelden van meerdere, verschillende landen waarvan wij als Nederland iets kunnen leren. Ter illustratie lichten we er nu twee uit: de rol van preventie en het nationale programma Kanta in Finland en de gezondheidsdienst ELGA in Oostenrijk. Finland en Oostenrijk implementeren beiden oplossingen op landelijke schaal, die ook daadwerkelijk al worden gebruikt.

Dit laatste is een resultaat van een combinatie van factoren. Het is niet zo dat oplossingen die in deze landen succesvol zijn, zomaar een-op-een kunnen worden overgenomen in Nederland. Wel kunnen we ervan leren hoe ze werken en waarom ze een succes zijn. Om uiteindelijk te bepalen in hoeverre het ook implementeerbaar is in Nederland.

Finland: preventie en Kanta

De gezondheidszorg in Finland bestaat uit een gedecentraliseerd, door de overheid gefinancierd gezondheidszorgsysteem. Met daarnaast een kleinere particuliere sector. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de zorgverlening aan hun inwoners, maar het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft de hoogste beslissingsbevoegdheid. Preventie van ziekten en andere vormen van gezondheidsbevordering spelen een belangrijke rol in het Finse gezondheidsbeleid.

Deze focus op gezondheidsbevordering en preventie van ziekten in Finland ondersteunt men met een integrale aanpak van sociale- en gezondheidsdiensten. Onder regie van het ministerie worden specificaties en aansluitvoorwaarden voor de landelijke infrastructuur en platformdiensten (Kanta) centraal opgesteld.

Kanta is het belangrijkste Finse programma op het gebied van e-health. Het ondersteunt actief de verbinding tussen de zorg en burgers. Het bestaat uit een groeiend aantal diensten rondom een persoonlijke gezondheidsomgeving, zoals elektronisch voorschrijven, diverse meetgegevens van een patiënt en een farmaceutische databank. Het programma is modulair opgebouwd en biedt diensten gebaseerd op centraal opgestelde specificaties en aansluitvoorwaarden op de nationale infrastructuur.

Verschillende ICT-leveranciers kunnen diensten aanbieden, waardoor vendor lock-in (afhankelijkheid van één leverancier) wordt bestreden en innovatie gestimuleerd. Inmiddels maken veel zorgverleners en burgers actief gebruik van het Kanta-platform. De meeste innovaties op het gebied van informatie-uitwisseling in de zorg, worden vanuit Kanta opgezet. Dit bevordert een snelle ingebruikname van nieuwe producten en diensten. En het stimuleert interoperabiliteit: het laten stromen van data tussen systemen en organisaties.

Oostenrijk: eerlijke toegang

In Oostenrijk is de nationale infrastructuur (ELGA) vastgelegd in de wet. ELGA staat voor ‘ELektronische GesundheitsAkte’ en is een informatiesysteem dat zorgbreed toegang biedt tot de medische dossiers voor zorgprofessionals en burgers. Via een opt-outsysteem kunnen burgers aangeven of zij hun gezondheidsgegevens via ELGA willen ontsluiten of niet.

De gebruikte technologie voor de uitwisseling van medische informatie is gebaseerd op IHE-profielen zoals XDS en XCA. Documenten zoals ontslagbrieven, testresultaten en (lab)overzichten zijn vanaf elke locatie en op elk moment direct online beschikbaar. Meer dan 160 zorgorganisaties werken al succesvol samen met ELGA in heel Oostenrijk, met inmiddels meer dan 15 miljoen beschikbare zorgdocumenten. Inmiddels heeft de helft van de bevolking van Oostenrijk toegang tot het ELGA-zorgportaal. De ELGA-infrastructuur is ook aangesloten op het NCPeH (zie ook de rubriek Daarom Europa! op pagina 64). Vooralsnog ondersteunt het NCPeH alleen de import van de patiëntsamenvattingen.

Interessant is ook de met Nederland vergelijkbare versnippering van de zorgorganisaties, mede door de bestuurlijke indeling in negen regio’s. In Oostenrijk is de federale overheid wettelijk verantwoordelijk voor alle domeinen van de zorg, maar is een deel van haar verantwoordelijkheden gedelegeerd aan de deelstaten en de sociale verzekeringsfondsen. Inmiddels zijn op landelijke schaal de uitwisseling van ontslagbrieven en labresultaten geïmplementeerd.

Leerpunten voor Nederland

Een centrale strategie, zoals in Finland en Oostenrijk, leidt tot meer samenhang. Beide landen hebben ervoor gekozen op deelgebieden uitwisseling af te dwingen wat tot implementatie heeft geleid. Oostenrijk heeft in eerste instantie gekozen voor labresultaten en ontslagbrieven, Finland voor beelduitwisseling. Het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten lijkt te werken.

Finland heeft daarbij gekozen voor een systeem waar leveranciers op basis van gestandaardiseerde koppelvlakken functionaliteiten kunnen aanbieden, die aansluiten op een nationaal dienstenplatform. In Oostenrijk is het ELGA-platform gebaseerd op modulaire gestandaardiseerde specificaties (‘profielen’) van IHE. Elke leverancier kan op basis van deze profielen op het ELGA-platform aansluiten. Standaardisatie van de koppelvlakken van die modules in combinatie met een modulaire opbouw met toegang voor verschillende leveranciers, bieden goede perspectieven om vendor lock-in te doorbreken, standaardisatie af te dwingen en ruimte voor innovatie te creëren.

Niet het eindpunt

De exploratie in 'Leren van andere landen' is uiteraard niet uitputtend. Er valt meer te leren van andere landen. Dit rapport is dan ook niet een eindpunt, maar eerder een startpunt voor verder onderzoek. Zo blijven we kijken naar de landen die we al onder de loep hebben genomen en wanneer nodig, kijken we verder naar andere landen die buiten het rapport zijn gebleven. Houd onze website de komende tijd in de gaten voor meer informatie.

Over het rapport

Informatie-uitwisseling in de zorg houdt niet op bij de Nederlandse grens. Nictiz werkt intensief samen met Europese en internationale partners. We nemen deel in Europese projecten en delen actief onze kennis en ervaring over interoperabiliteit en standaardisatie. Dit doen we om de betrokken te zijn bij internationale ontwikkelingen op het gebied van standaardisatie en interoperabiliteit en deze ook mede te bepalen.

Kijk hier voor het rapport Leren van andere landen.

Referenties

  1. Link