Huisartsenautomatisering bestaat al bijna 40 jaar. In 1984 richtten de NHG en LHV de WCIA (Werkgroep Coördinatie Informatie Automatisering) op en ontwikkelden het HIS-referentiemodel. De eerste HIS’en kwamen. Verdwenen zijn inmiddels Declamed, Elias, Het His, Zorgdossier, CitoLive; OmniHIS en Promedico gaan binnenkort verder als Sanday. Tot voor kort waren Medicom (Pharmapartners), CGM Huisarts, Microhis (CSC), en Bricks huisarts (Tetra) de overlevers. De laatste tijd zijn er toch nieuwe spelers verschenen. We hebben het over HIX voor huisartsen, HealthConnected en MediKit. De markt leek aardig verdeeld, dus wat beweegt deze nieuwelingen? En: kunnen zij de komende jaren de HIS-wereld weer een oppepper geven?
HiX voor huisartsen is nieuw, het bedrijf erachter - Chipsoft - is bekend uit de cure. Jeroen van der Aa en Mark Lourens, productspecialist respectievelijk relatiemanager huisartsenzorg bij ChipSoft, zijn enthousiast over hun product, maar zeggen uiteindelijk: “Eigenlijk moet je het niet van ons horen, maar van onze klanten."
Met HiX voor huisartsen gebruikt ChipSoft tot wel 95 procent van de resources die het al heeft voor HiX in de tweede lijn. “En andersom: we moesten nieuwe, specifieke functionaliteiten ontwikkelen voor de huisarts. Die kan de tweede lijn nu ook gebruiken.”
HiX kan prima dienen als stand-alone HIS, maar de kracht zit volgens Van der Aa en Lourens ook in de integratiemogelijkheden en het regionale gebruik. De eerste ervaringen zijn al zo’n tien jaar geleden opgedaan, toen steeds meer zorg vanuit de 2e lijn naar de 1e lijn werd verplaatst. Van der Aa: “Wij wilden die samenwerking gestructureerd ondersteunen en zijn van daaruit gaan nadenken over een pakket voor de 1e lijn. Vier jaar geleden hebben we dit gelanceerd. Inmiddels is HiX in gebruik bij meer dan 200 normpraktijken en komen daar voor de zomer nog een aantal praktijken bij.”
Ondersteuning workflow
HiX gebruikt het Azure platform van Microsoft en is cloud-based. In de visie van ChipSoft ondersteunt het HIS de workflow van de huisarts maximaal. Lourens: “Zo kijkt HiX als het ware mee welke consulten gepland staan en zet zo nodig consult-voorbereidende vragenlijsten klaar voor de patiënt. Ook na afronding van een consult zet HiX de juiste informatie klaar in het patiëntportaal. De gebruikers moeten minimale administratieve lasten hebben en zoveel mogelijk tijd kunnen besteden aan de patiënt. Daarom ondersteunen wij hen met sjablonen en snelteksten en de integratie van de NHG-standaarden.”
ChipSoft betrekt de zorgverleners bij de ontwikkeling van nieuwe software, stelt Van der Aa. “Wij werken nauw samen met onze klanten en kunnen snel oplossingen ontwikkelen voor veel van hun wensen. Deze oplossingen zijn dan direct beschikbaar voor andere huisartsenpraktijken. En soms kunnen we een wens niet omzetten naar onze gestandaardiseerde oplossing, dan zijn we daar eerlijk en open over.”
Patiënt gebruiker
Het eerdergenoemde patiëntportaal is integraal onderdeel van HiX. Lourens: “De achterliggende visie is dat de patiënt gebruiker van HiX is. Ergens in de nabije toekomst zou vanuit die regiovisie het hele HIS rondom de patiënt gebouwd moeten zijn, zonder grenzen tussen de gebruikers uit de gezondheidszorg. Nu is dat door allerlei organisatorische en juridische obstakels nog niet mogelijk.”
ChipSoft staat open voor koppelingen en integraties met andere partijen, gebaseerd op een API-strategie via het Zorgplatform. Zo zijn integraties mogelijk met onder andere telefoonsystemen, videoconsult-oplossingen (zoals via Teams of Zoom, maar ook NTS, MoetIkNaarDeDokter, etc). Wel wordt altijd eerst beoordeeld of een nieuwe koppeling zinvol en veilig is.
Borging van het contact met de werkvloer gebeurt onder andere via het Innovatieplatform1, met Round Table-bijeenkomsten, gebruikersgroepen en netwerkbijeenkomsten. Bovendien werken veel mensen uit het werkveld al binnen de organisatie. Tot slot de hamvraag: bestaat de huisarts nog in 2035? Ongetwijfeld, maar niet meer in de huidige vorm, verwachten de ChipSoft-mannen. Waarnemers worden vaker ingezet, maar de ervaring leert dat die vaak al HiX gewend zijn vanuit hun, meestal nog redelijk recente, ervaringen in de 2e lijn.
Voeten aan de grond
Paul Witteman, directeur van de tweede nieuwkomer HealthConnected, is jaren bestuurder geweest van HuisartsenOrganisatie HONK. Er werd destijds over een maatwerkoplossing voor de regionale ICT-infrastructuur nagedacht en door een samenloop van omstandigheden werden er ontwikkelaars aangetrokken. Het project was te echter te groot voor de HONK-regio, en in 2019 gingen de ontwikkelactiviteiten zelfstandig verder. Het feit dat er nu al zo’n 120 normpraktijken het HIS gebruiken onderstreept dat het initiatief voeten aan de grond heeft gekregen.
HealthConnected opereert vooral vanuit een regiovisie. In de ideale situatie zou een KIS (bij HC spreken ze over een NIS, Netwerk Informatie Systeem) niet meer nodig zijn omdat het HIS die functionaliteit verzorgt. Huisartsenpraktijken kunnen ook alleen kiezen voor het HIS-systeem. In het ideale scenario gebruikt een regio van alle HealthConnected producten, maar het is mogelijk om de applicaties stand-alone te gebruiken. Inmiddels is er al één regio volledig overgestapt op het HealthConnected-platform.
Prijsmodel steekt
Volgens Witteman is te merken dat de HIS-wereld al vier decennia bestaat: de achterliggende HIS-techniek is vaak verouderd. Ook vindt hij ontwikkelingen te traag gaan, worden veel mogelijkheden niet gebruikt en er is te weinig innovatie. Wat hem persoonlijk steekt, is het prijsmodel: Je betaalt vaak een flink bedrag en moet voor nieuwe functies vaak nog extra geld uitgeven.
Dat wil HealthConnected voorkomen. Uiteraard moeten specifieke wensen gefinancierd worden, maar de ontwikkeling van het HIS, inclusief nieuwe features, zit volledig in het abonnementsgeld verrekend. De insteek van HealthConnected is dus vooral samenwerken in de regio, geïntegreerd en open. Waarbij de klant, de huisarts, ook nog iets te kiezen moet hebben.
Het systeem kan dan ook goed samenwerken met bestaande partijen. Er is een eigen HAP-systeem en een connectie met andere oplossingen, via het LSP. Qua medicatie wordt volop ingezet op MP9, men wil mee met moderne ontwikkelingen. Met een applicatie als NHGdoc wordt een volledige integratie ontwikkeld voor de beste gebruikerservaring.
Contact met de klant, de huisarts, vindt plaats door iedere 2-3 weken om de tafel te zitten met afvaardigingen van de regio’s waarin HealthConnected actief is. De feedback wordt zoveel mogelijk verwerkt. Er zijn dus gebruikersgroepen en adviesraden, nog geen formele gebruikersvereniging.
Witteman antwoordt volmondig ‘ja’ op de vraag of de huisarts anno 2035 nog bestaat. Hij/zij zal wel meer dan ooit ondersteuning door ICT nodig hebben. Juist daarom is het zo belangrijk te werken aan geïntegreerde oplossingen.
Voorhanden informatie gebruiken
MediKit dan: sinds dit jaar operationeel en ontwikkeld door Meditools, een bedrijf van huisarts en oprichter Pieter van Tiel en ontwikkelaar Paul Dreef. De connectie met huisartsenland is duidelijk: Van Tiel is nog praktiserend huisarts. Hij heeft met meerdere HIS-sen gewerkt en waardeert de functionaliteit van MediKit. En passant noemt hij de brievenmodule. Dat inspireert hem meteen tot de belangrijkste verbetermogelijkheid: we moeten niet langer brieven willen schrijven en verzenden. We moeten informatie gebruiken die vaak al voorhanden is.
Dit HIS is ontwikkeld met FHIR als basisgedachte, zowel voor de database als de taal. Met als voorbeeld voor dat hergebruik van informatie een situatie zoals Van Tiel die schetst uit zijn ervaring met MediKit: een thuiszorgorganisatie heeft een ECD met FHIR. In het HIS kun je dan zien dat die informatie voorhanden is en met één druk op de betreffende plek in de tijdlijn zie je welke gegevens je wilt zien. De informatie blijft ter plekke, het HIS heeft een spinnenweb-functie. Van Tiel: “Data moeten gedeeld kunnen worden. Ik wil gegevens zien wanneer ik ze nodig heb, onafhankelijk van hun bron. Dat gaat verder dan berichtjes sturen. Ik wil dat die patiënt en zijn data letterlijk weer centraal komt te staan.”
MediKit is dus met nadruk niet één systeem voor alles. “Daar geloven we niet in. Dan loop je binnen een paar jaar achter, omdat je álles zelf moet kunnen bijhouden. Zo mis je net die ene mooie innovatie, of die partij die een onderdeel veel beter kan. Juist daarom geloven we in koppelen, de data centraal en daar omheen generieke koppelvlakken, daar moet je je aandacht in stoppen.”
Qua koppelmogelijkheden is een aantal mogelijkheden al gerealiseerd, anderen zijn in ontwikkeling. Koppeling met het HAP-systeem van Topicus gaat nu nog via het LSP, maar als zij ook FHIR gaan ‘spreken’, wordt het makkelijker. Dat geldt ook voor patiëntportalen. Gezond.nl en spreekuur.nl gebruiken deze internationale standaard al. Ook de samenwerking met Nictiz komt nog aan bod, waar het ontwikkelingen in FHIR betreft.
Vijf praktijken gebruiken nu MediKit, voor de zomer zijn dat er 16. Ook wordt er gesproken met een regio. Er is nog geen gebruikersvereniging, maar Van Tiel denkt aan 2-wekelijkse webinars waar vooral veel wensen verzameld zullen worden. De gebruikers bepalen hoe het pakket zich ontwikkelt.
Het antwoord op de vraag of de huisarts in 2035 nog bestaat, is bij Van Tiel een krachtig ‘ja’. “De relatie van een patiënt met een vast huisartsenteam wordt onderschat. Maar die is heel belangrijk. Pas als zo’n relatie er is, kun je ook gemakkelijker weg met bijvoorbeeld digitale adviezen. Die menselijke factor blijft zeer belangrijk.”
Referentie