De koffieboon groeit alleen op bepaalde hoogten bij een bepaalde temperatuur en luchtvochtig- heid. Er zijn slechts bepaalde regio’s waar deze vruchten groeien.
Van de 60 koffiesoorten zijn de Robusta en Arabica goed voor consumptie. De Arabica groeit op zo’n 1500 meter en bevat minder cafeïne – die wordt aangemaakt ter bescherming tegen ziekten – dan de Robusta. Deze heeft twee maal zoveel cafeïne en groeit ook op lager gelegen gebieden. Koffie is dus best ingewikkeld. Innovatie in de (cardio-) zorg ontstaat ook niet zomaar. Het is net als met cafeïne, een kwestie van blijven stimuleren. Geld – of geldgebrek– lijkt het probleem niet te zijn. De hoeveelheid technologische snufjes ook niet. Toch blijven veel bruikbare ideeën op de plank liggen. Redenen zijn: we vinden de doelgroep niet die we voor ogen hebben, of de doelgroep gebruikt het niet. Als ze de gebruiker eerder bij de ideeën hadden betrokken, in plaats van hen het eindproduct te laten testen, hadden ze een hoop ruimte op de plank bespaard. Ook hoor ik vaak dat een gadget, tracker, app of ander soort monitoring (omwille van geld?) slechts voor een selecte groep beschikbaar gesteld kan worden. Zo wordt een hele groep uitgesloten van goede zorg. Zorginnovatie en barista Met een ogenschijnlijk simpele inspanning schenkt de barista melk in de crèmelaag van een espresso, waardoor ze verandert in mijn favoriet, de cappuccino. Ik zie mezelf als een notoire koffiedrinker en de drang te willen innoveren, ligt verslavend op de loer. Balans tussen het oppeppende en de werkzame stof in mijn pillen vind ik door mijn hart maximaal drie keer per dag te kriebelen met geluid en de smaak van de koffiemachine. Technologische ideeën binnen de (cardio-) zorg op laten borrelen is een net zo’n subtiel proces. Daarom staat zorginnovatie voor mij synoniem aan het vak van de ‘koffiekunstenaar’.