Bankenwereld en zorg: logische samenwerkingspartners

vr 25 juni 2021
Bankenwereld en zorg: logische samenwerkingspartners
Samenwerking
Premium

Digitalisering van zorgprocessen is onontkoombaar om tot een toekomstbestendige zorg te komen, stelt Michel van Schaik, directeur gezondheidszorg van de Rabobank. Het heeft daarbij geen zin om te stellen dat de overheid het voortouw moet nemen, vindt hij. De omslag vraagt om publiek-private samenwerking die zijn basis heeft in het maatschappelijk middenveld. De zorg kan daarbij heel goed gebruikmaken van de kennis en ervaring die binnen de banksector is opgebouwd.

In een eerder interview voor ICT&health1 pleitte Van Schaik voor een snelle en vergaande digitalisering van zorgprocessen als enabler voor een toekomstbestendige zorg. De basis voor deze stelling legde hij al in 2013 in het boek Diagnose zorginnovatie dat hij samen met Philip Idenburg schreef. De kern van het betoog dat ze daarin ontvouwden, was dat de zorg een fundamentele verandering moet ondergaan van een centrale planeconomie (aanbodgedreven zorgstelsel) via een egosysteem (gereguleerde marktwerking) naar een ecosysteem waarin de behoefte van de burger/patiënt écht centraal staat.

“In het huidige stelsel van gereguleerde marktwerking hebben de zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten een belangrijke functie gekregen om de beste zorg tegen de laagste kosten te contracteren, maar de zorg is nog steeds in hoge mate aanbodgedreven”, zegt Van Schaik nu. “Mijn visie is dat de steeds complexere behoefte van burgers leidend moet zijn en dat zorgaanbieders –maximaal gebruikmakend van technologische mogelijkheden – daar op moeten aansluiten. Geen enkele partij is in staat om deze complexe transformatie op eigen kracht te realiseren. Dat vraagt samenwerking. Binnen de zorgsector, maar ook tussen de zorgsector en het bedrijfsleven. Doorgaan op de oude weg is niet toekomstbestendig. De coronacrisis heeft dat nog duidelijker gemaakt.”

Bankwereld versus zorg

Die digitalisering is een proces waarmee de banken al decennia geleden aan de slag zijn gegaan. “In deze markt heeft dat er toe geleid dat je nu via een app op je pc of smartphone als individu zelf bepaalt hoe en wanneer jij je financiële transacties doet”, zegt Van Schaik. “Nagenoeg alle Nederlanders maken daar gebruik van. Mensen hebben meer inzicht in hun financiën. Het aantal transacties is in de loop der jaren enorm toegenomen, maar de kostprijs per transactie enorm gedaald want het vraagt veel minder inzet van personeel en kantoorpanden. Plaats dat nu eens naast de zorg, waarin we nog steeds gewend zijn naar de balie Digitalisering van zorgprocessen is onontkoombaar om tot een toekomstbestendige zorg te komen, stelt Michel van Schaik, directeur gezondheidszorg van de Rabobank.

Het heeft daarbij geen zin om te stellen dat de overheid het voortouw moet nemen, vindt hij. De omslag vraagt om publiek-private samenwerking die zijn basis heeft in het maatschappelijk middenveld. De zorg kan daarbij heel goed gebruikmaken van de kennis en ervaring die binnen de banksector is opgebouwd. Bankenwereld en zorg: logische samenwerkingspartners DOOR FRANK VAN WIJCK van de huisartspraktijk of het ziekenhuis te gaan. Waarin we er maar niet of nauwelijks in slagen om te komen tot een systeem waarin op een veilige en efficiënte manier medische gegevens worden uitgewisseld.”

Wiens verantwoordelijkheid is het om dit op te lossen? Van Schaik: “Het ministerie van VWS heeft lang gezegd dat het aan het zorgveld is om dit op te lossen. Maar dit lukt onvoldoende. De vraag is ook wie ‘het zorgveld’ precies is en of die partijen de kennis, de middelen en de competenties hebben om het voor elkaar te krijgen. De banken werken al jaren samen in De Betaalvereniging en hebben veel experts in dienst die dagelijks met deze complexe materie bezig zijn. Dat heeft geleid tot ons efficiënte en veilige betalingsverkeer in Nederland. En die ontwikkeling gaat door.”

Een mooi voorbeeld betreft de identificatietools die banken hebben ontwikkeld. Van Schaik vertelt: “Banken identificeren nieuwe klanten inmiddels online. Hiervoor scan je met je mobiel jouw identiteitsdocument en via de camera wordt, op basis van je biometrische gezichtskenmerken, vastgesteld of jij dezelfde persoon bent als op de foto van het identiteitsbewijs. Deze oplossing kan ook werken voor zorgaanbieders die steeds meer patiënten op afstand helpen.”

Nog een voorbeeld. Patiënten kunnen hun medische dossier raadplegen in het patiëntportaal van hun zorgaanbieder of in hun persoonlijk gezondheidsomgeving. Het is belangrijk dat alleen de patiënt toegang heeft tot deze vertrouwelijke omgeving door met zekerheid vast te stellen of jij bent wie jij zegt dat jij bent.

“De overheid faciliteert zorgaanbieders met DigiD als inlogmethode”, licht Van Schaijk toe. “Als DigiD wordt gebruikt met een gebruikersnaam en wachtwoord en SMS dan heeft dit een te laag betrouwbaarheidsniveau. En dat terwijl de meeste Nederlanders al dagelijks gebruik maken van een veiligere inlogmethode bij hun bank.”

Met iDIN kunnen andere sectoren ook gebruik maken van deze inlogmiddelen, stelt Van Schaik. “Zo zouden bijvoorbeeld patiënten kunnen inloggen met hun bankmiddelen in hun persoonlijke gezondheidsomgeving. De bankmiddelen zijn veilig en het proces is vertrouwd omdat iDIN veel lijkt op een iDEAL-betaling. Helaas kan iDIN nauwelijks gebruikt worden in de zorgsector. Voor de publieke taken schrijft de overheid namelijk DigiD voor als inlogmethode. Hopelijk komt met de invoering van de Wet Digitale Overheid meer keuzevrijheid voor zorgaanbieders en burgers.”

Krachten bundelen

In het voorgaande ligt een impliciet pleidooi van Van Schaik besloten dat hij vervolgens ook uitspreekt: “Laten we de krachten bundelen. De zorgsector en het bedrijfsleven hebben elkaar nodig. Dat vraagt wederzijds begrip en vertrouwen, dat vaak nog te weinig aanwezig is. In de bankenwereld is de bereidheid er om op systeemniveau samen te werken met de zorg. Begrijpelijk, want als de zorg steeds ontoegankelijker en onbetaalbaarder wordt, heeft dat zijn negatieve weerslag op de hele samenleving en economie en dus ook op de banken.”

Die samenwerking is hard nodig. “Er is veel overleg tussen alle betrokken partijen maar er komt onvoldoende tot stand”, zegt hij. “VNONCW en VWS hebben de Taskforce Samen Vooruit geïnitieerd om ICT-bedrijven en het zorgveld beter te laten samenwerken. Daar zijn goede stappen gezet, maar de vertrouwensbasis tussen de ICT-bedrijven en de zorgsector moet steviger worden. Er zijn hardnekkige negatieve beelden over en weer. Zorgaanbieders hebben het gevoel dat ze door de ICT-aanbieders in wurgcontracten worden gezet. ICT-bedrijven klagen vaak over het slechte opdrachtgeverschap van zorgorganisaties.”

ZorgDomein

De Rabobank heeft begin dit jaar geïnvesteerd in digitaal platform Zorgdomein2 . “Daar speelde ook zo’n debat, maar inmiddels zijn bijna alle zorgaanbieders er toch wel op aangesloten omdat het platform een uitstekende functionaliteit biedt”, zegt Van Schaik. “Wij investeren in ZorgDomein om het platform te helpen door te ontwikkelen en zodoende nog meer waarde toe te voegen aan het zorgsysteem.”

Dat vraagt volgens de Rabobank-directeur om ruimte voor ondernemerschap en rendement om te kunnen blijven investeren en innoveren. Maar ook een sterke samenwerking met zorgaanbieders om kosten te besparen en patiënten zoveel mogelijk in hun kracht te zetten. “Waardecreatie staat bij ZorgDomein en bij ons voorop. Dat uit zich ook in de aangepaste governance van de onderneming. Er zijn guiding principles afgesproken, de samenstelling van de raad van commissarissen is aangepast, met Pauline Meurs als gezaghebbende voorzitter, en er komt een raad van advies die het zorgveld echt een stem geeft als het gaat om de doorontwikkeling van het bedrijf.”

Publiek-private samenwerking

Van Schaik ziet in dergelijke samenwerking meer soelaas dan in een rol van de centrale overheid als de regelende partij. “Dat is terug naar het systeem van vroeger. Bovendien heeft de overheid geen goede track record als het gaat om grote ICT-projecten. Publiek-private samenwerking is de beste optie, waarbij oplossingen die goed blijken te werken de ruimte krijgen om op te schalen. Als sprake is van oneigenlijk gebruik van marktmacht moet er natuurlijk wel kunnen worden ingegrepen door de regelgever. Dat geldt dan overigens niet alleen voor toeleveranciers maar ook voor het zorgveld."

Om uit de nu bestaande impasse te komen en innovatie wel de plaats te geven die het verdient, moeten de betrokken partijen om te beginnen begrijpen en accepteren dat publiek-private samenwerking essentieel is, stelt Van Schaik. “Partijen moeten de luiken open gooien en bereid zijn zich te verdiepen in elkaars perspectieven en belangen. Een bedrijf dat een winstdoelstelling heeft, is niet ‘slechter’ dan een not for profit organisatie. Laten we op landelijk niveau vooral werken aan het versterken van de vertrouwensbasis tussen ICT-bedrijven en het zorgveld. En tegelijkertijd ruimte bieden aan het maatschappelijk middenveld – ICT-bedrijven en zorgveld – om concrete oplossingen die waarde toevoegen sneller op te schalen.”