Het Hudsonlab boekte in de afgelopen maanden het een na het andere record. Dat klinkt tegenstrijdig, want de pandemie is immers op zijn retour. Maar in het hoog-volume laboratorium van Unilabs Nederland in Utrecht was het drukker dan ooit tevoren. In de eerste week van maart werden dagelijks meer dan 20.000 PCR-tests geanalyseerd, met als piek ruim 28.000 op één dag. Daarmee kwam de maximale productiecapaciteit in zicht. In de eerste drie weken van maart werden maar liefst 370.000 tests verwerkt, van het ophalen van swabs - de speekselmonsters bij de testlocaties van de GGDregio’s in het land - tot het doorgeven van de uitslagen. In totaal verwerkte het pandemielab sinds de start begin vorig jaar meer dan 2 miljoen tests.
Directeur Marty de Graaf heeft de ontwikkeling van het Hudsonlab van nabij meegemaakt. Van de bouw met stoom en kokend water van het imposante lab in een voormalig garagebedrijf op het bedrijventerrein Overvecht – bij de start stonden de autoliften er nog in en het rook er naar afgewerkte olie - in opdracht van voormalig minister Hugo De Jonge, het aanschaffen en installeren van de in de beginfase schaarse machines, tot het werven en trainen van heel veel nieuwe medewerkers en het opzetten van de organisatie en de ondersteunende diensten. Tot enkele weken geleden werkten er ruim 250 mensen bij het Hudsonlab en nog altijd herbergt het lab drie state of the art productielijnen. Samen goed om zo nodig 30.000 PCR-testen per dag te analyseren met een gemiddelde doorlooptijd van maximaal 12 uur, van afname tot resultaat. Hell of a job De bouw van het Hudsonlab was in goed Nederlands een hell of a job, stelt De Graaf terugblikkend vast. “Los van de gebruikelijke aanloopproblemen, hebben we te maken gehad met pieken en dalen in de vraag. Het was hollen of stilstaan. Dat voortdurende op- en afschalen vergt een enorme flexibiliteit van de organisatie en trekt een zware wissel op de medewerkers.” Hij geeft een voorbeeld, het ontswabben oftewel het uitnemen van de wattenstaafjes uit de buisjes. Daarvoor moeten de dopjes met de hand worden losgedraaid. “We hebben voorgesteld om dat door de GGD te laten doen op de testlocaties. Dat scheelt heel veel werk, dus tijd en is minder risicovol. Maar op grond van een advies van het LCOB mag dat niet. Om het probleem te tackelen hebben we uit binnen- en buitenland extra gekwalificeerde medewerkers acuut moeten invliegen. Ik wil maar zeggen: theoretische modellen gaan in de praktijk lang niet altijd op. Het leven is sterker dan de leer.” Zekerheid Door de onvoorspelbaarheid van het testaanbod kan de medewerkers, overwegend hoogopgeleide mensen, bovendien maar moeilijk zekerheid worden geboden. Iedereen in vaste dienst nemen is simpelweg onbetaalbaar, en daarbij gaat het lang niet altijd om een baan maar om de ontwikkeling en de uitdaging. De Graaf vergelijkt het met de brandweer, met dat verschil dat brandweerlieden wél baanzekerheid hebben.THEORETISCHE MODELLEN GAAN IN DE PRAKTIJK LANG NIET ALTIJD OP“Unilabs heeft voor eigen rekening en risico miljoenen geïnvesteerd in het Hudsonlab. Dat hoort bij het ondernemersrisico. In de eerste periode stond daar een afnamegarantie van het ministerie van VWS tegenover, maar in de nieuw afgesloten overeenkomst met VWS ontbreekt een dergelijke garantie. Dat betekent dat als er niet meer massaal getest hoeft te worden, het laboratorium binnen afzienbare tijd de deuren zal moeten sluiten.” Cruciale rol De coronapandemie heeft geleerd dat hoogvolumelabs zoals het Hudsonlab een cruciale rol spelen in het beteugelen van een pandemie. Ze bieden de benodigde capaciteit en efficiëntie om bij een uitbraak grootschalig en snel, dat wil zeggen met een korte doorlooptijd, te testen. Dat is een voorwaarde om verspreiding van het virus zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast zorgen de megalabs ervoor, dat overbelasting van kleinere huisartsen- en ziekenhuislaboratoria, nodig voor het in stand houden van de reguliere diagnostiek, wordt voorkomen. Er hangt echter wel een flink prijskaartje aan. Zoals vermeld is het zonder voldoende productie en/of financiële garanties van de rijksoverheid onmogelijk om de grootschalige laboratoria alleen voor COVID in de benen te houden. Een mogelijk alternatief is het spreiden van de benodigde opschalingscapaciteit in geval van pandemie over meerdere laboratoria. Ook een dergelijk netwerkmodel is echter duur en er kleven praktische bezwaren aan, waaronder het verdeelvraagstuk en het ‘kannibaliseren’ van de capaciteit voor de reguliere diagnostiek, waardoor de zorg in het gedrang komt, zoals gedurende de coronapandemie wel is gebleken. Toekomstvisie Om dat te voorkomen, werkt Unilabs momenteel aan een toekomstvisie om het Hudsonlab te behouden als opschalingslaboratorium voor mogelijke nieuwe pandemieën. Eén van de scenario’s die worden verkend is het transformeren van het Hudsonlab tot systeemlab voor de Nederlandse diagnostiek. Het idee is om alternatief werk binnen te halen, waardoor de (potentiële) productiecapaciteit, de kwaliteit en de kennis gewaarborgd zijn. De Graaf: “Dat kan op verschillende manieren. Te denken valt aan de doorontwikkeling tot regionaal moleculair en microbiologisch laboratorium, kenniscentrum of landelijk ondersteuningslaboratorium voor de tweede en derde lijn. Belangrijk aandachtspunt daarbij is het bieden van zekerheid aan een vaste kern van medewerkers om de vereiste competenties in huis te houden, en de opgedane kennis te kunnen doorontwikkelen. Mogelijk kan het laboratorium ook een rol spelen in de ondersteuning van diagnostische centra in andere landen waar de Unilabs groep actief is.“ Aan de recent door minister Kuipers opgerichte programmadirectie pandemische paraatheid de schone taak om de lessen van de pandemie te vertalen in een effectief plan van aanpak, opdat we bij een volgende golf van corona of een nieuw virus niet terug bij af zijn en het wiel opnieuw moeten uitvinden. Unilabs is een innovatief diagnostisch kenniscentrum. Behalve laboratoriumonderzoek voert Unilabs functieonderzoeken uit zoals ECG’s, echo’s en longfunctiemetingen. Unilabs investeert in de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek en innovaties die zorgprofessionals en zorgconsumenten meer regie geven over gezondheid, ziekte en zorg. Hiervoor wordt samengewerkt met huisartsen, ziekenhuizen en andere innovatieve partners. Daarnaast past Unilabs e-health oplossingen toe, waarbij zelfmanagement en veilige kennisoverdracht centraal staan. Zo wil de organisatie de zorg voor de zorgconsument beter, goedkoper en toegankelijker te maken. IT borgen Naast het inkopen, installeren en valideren van de apparatuur was ook de IT een grote uitdaging bij de bouw van het hoogvolumelab. Niet alleen in verband met het genereren van de gewenste functionaliteit en het ‘aan elkaar knopen’ van de verschillende productielijnen in het lab. Maar ook om goed te kunnen communiceren met CoronIT, het eveneens met stoom en kokend water in opdracht van de GGD-GHOR ontwikkelde automatiseringssysteem ter ondersteuning van het landelijke testbeleid. In korte tijd moes ten tal van technische problemen worden overwonnen. Zo konden aanvankelijk onjuiste testuitslagen nog niet worden gerectificeerd bij gebrek aan een bronoverzicht van de GGD-locaties waarvan de monsters afkomstig waren. Inmiddels zijn de meeste kinderziektes opgelost en wordt dagelijks gewerkt aan de doorontwikkeling van het systeem. Een mooi voorbeeld is de toepassing van AI bij de analyse van de testresultaten, waardoor de doorlooptijd wordt verkort en de kwaliteit is verbeterd. Daarnaast wordt gewerkt aan het optimaliseren van de werkprocessen, zodat er effectiever gestuurd kan worden en, dankzij de uniforme werkwijze, zo nodig sneller kan worden opgeschaald. Doorontwikkeling en borging van de ontwikkelde IT is van belang voor de gewenste pandemische paraatheid. Saltro/Unilabs is lid van de ICT&health Innovation Partner Group