Ze noemde zichzelf ‘sceptisch’ over e-health. Maar inmiddels is ze om. Longarts Renske Vorselaars kreeg dan ook niet de minste vuurdoop: op 1 april 2020 begon zij als longarts en voor ze het wist was ze naar voren geschoven als lid van de commissie e-health van het St. Antonius ziekenhuis. Daar zorgde ze er met collega’s voor dat binnen twee weken COVID-patiënten thuis gemonitord konden worden. Zonder hulp van buitenaf, want niemand had het nog gedaan.
De nood was zo hoog dat het heel snel geregeld was, vertelt Vorselaars. “Van verpleegkundigen tot zuurstofleveranciers: iedereen deed mee.” Niet dat er geen weerstand was. “Onze eerste presentatie in het e-healthteam leek wel een roast. We kregen héél veel kritische vragen. Dat was even pittig, maar uiteindelijk was iedereen lovend.”
Zo ging Vorselaars van nul ervaring met e-health naar een plekje in de voorhoede, want het St. Antonius was het eerste ziekenhuis in Nederland dat - al in de eerste COVID-golf - met thuismonitoring aan de slag ging. Zonder het te weten, ontwikkelde het ziekenhuis een blauwdruk voor andere ziekenhuizen.
IK KAN ME NU AL NIET MEER VOORSTELLEN HOE HET VÓÓR COVID GING
Vorselaars: “In de zomer dachten we dat we het ergste gehad hadden, maar in het najaar vlamde het natuurlijk weer op. We hadden alles nog liggen, dus waren binnen een week weer met thuismonitoring aan de slag. Ook hebben we toen de app en protocollen opengesteld voor andere ziekenhuizen. Daarmee hebben we een enorme impact gehad.”
Meer meetmomenten
“In de COVID-periode is mijn hart voor e-health echt gaan kloppen”, aldus Vorselaars, die inmiddels in het UMC Utrecht is neergestreken en ook daar weer e-health onder haar hoede heeft. De nadruk ligt nu vooral op patiënten met chronische longaandoeningen.
“We zijn thuismonitoring voor meerdere subspecialismen aan het uitrollen, onder meer voor patiënten die een longtransplantatie hebben ondergaan, patiënten met longfibrose en cystic fibrosis. Daar zien we veel potentie in. Zeker omdat deze patiënten uit alle hoeken van het land naar het UMCU toekomen: als dat minder vaak hoeft, scheelt hen dat enorm veel tijd. Patiënten vullen zelf gegevens in de app in, zoals gewicht, klachten en longfunctie, die ze thuis meten. Dat is iets minder nauwkeurig dan in het ziekenhuis, maar omdat ze het veel vaker doen, geeft het uiteindelijk toch een beter beeld.”
Verpleegkundig specialisten geven patiënten via de app ook tips. “Als we zien dat iemand gewicht heeft verloren of juist is aangekomen, kunnen we aangeven hoe daarmee om te gaan. Heeft iemand medicijnen niet ingenomen, dan kunnen we aangeven dat er een keertje extra gemeten moet worden. We geven mensen dus ook handvatten om te handelen.”
‘Echt anders doen’
“COVID heeft mij doen inzien dat we dingen anders moeten doen”, aldus Vorselaars. “Nu denk ik: waarom lieten we al die jaren iedereen maar gewoon voor alles naar het ziekenhuis komen? Het is pas twee jaar geleden, maar ik kan het me nu al niet meer voorstellen. Thuismonitoring zorgt voor minder druk in ziekenhuizen, voor beter gebruik van ruimtes, meer comfort voor patiënten, minder reistijd, minder CO2-uitstoot. En je kunt patiënten ook gewoon beter monitoren: we zien nu trends, omdat zij bijvoorbeeld wekelijks een longfunctietest doen in plaats van eens in de paar maanden in het ziekenhuis. En als het niet goed gaat, kunnen we meteen ingrijpen. We moeten daar echt mee verder.”
Wel merkt ze dat het allemaal niet meer zo snel gaat als in het begin. “In een noodsituatie kon alles, nu gaat alles weer veel langzamer. Dat vind ik jammer. Natuurlijk moet je zorgvuldig met bijvoorbeeld patiëntgegevens omgaan, maar je kunt niet altijd wachten met implementeren tot een systeem perfect is en alles is uitgedacht. Weet waar je naartoe wilt en ga dan gewoon beginnen. Gaandeweg stuur je wel bij.”
CV
Renske Vorselaars is longarts in het UMC Utrecht. Haar aandachtsgebieden zijn interstitiële longziekten, long transplantatie en e-health.