E-health kan alleen écht van de grond komen als meer partijen samen optrekken en hun eigenbelang naar de achtergrond verplaatsen. Dat vinden Niels Chavannes, hoogleraar huisartsgeneeskunde en bestuurslid van e-health platform NeLL en Wieger Vos, strateeg bij KPN Health. Beide partijen geven nu het goede voorbeeld door een samenwerking aan te gaan.
Hoe kan het dat we als een van de weinige landen in Europa een feilloos werkend digitaal doorverwijssysteem hebben, maar dat onze apothekers nog steeds een fax gebruiken voor hun medicijninformatie? De belangrijkste reden daarvoor is volgens KPN-strateeg Wieger Vos samenwerking – of juist het ontbreken daarvan.
Nieuwe toepassingen in de zorg kunnen alleen in samenspel met verschillende partijen ontstaan, ziet Vos. “Je hebt elkaar nodig op dit complexe speelveld. Om bijvoorbeeld zo’n digitaal doorverwijzingssysteem neer te zetten, kun je niet zonder de hulp van zorgverzekeraars, overheid, patiëntenorganisaties, huisartsen en ziekenhuizen. Ook applicatiebouwers moeten meedoen om het mogelijk te maken dat zo’n systeem aansluit bij hun processen en breed uitgerold kan worden.”
Dat partijen elkaar nog niet altijd goed kunnen vinden, blijkt volgens Vos ook uit het feit dat veel vernieuwingen technisch al wel mogelijk zijn, maar niet verder komen dan de tekentafel. “Buitenstaanders vragen zich af hoe het kan dat bijvoorbeeld zorg op afstand niet van de grond komt. Mensen die onder de motorkap kunnen kijken, weten dat een werkende zorginnovatie bestaat uit heel veel draaiende onderdelen. Allemaal moeten ze meedoen, allemaal moeten ze goed werken.”
Samenwerking op strategisch vlak
Behalve partnerships bij nieuwe applicaties en diensten, zoekt KPN Health ook op strategisch vlak de samenwerking. De meest recente stap is het partnership met het National e-health Living Lab (NeLL), een platform van het Leids Universitair Medisch (LUMC).
Met het NeLL wil het LUMC alle landelijke e-health initiatieven bundelen, vertelt NeLL-bestuurslid Niels Chavannes: “Wij zijn ook volop bezig met het versterken van ons netwerk met partners die relevante kennis kunnen leveren en ons aanvullen. Het uiteindelijk doel van een e-health innovatie moet niet zozeer het vervangen van een bestaande handeling of dienst zijn, maar juist verbeteren van wat er al was. E-health moet er in onze ogen voor zorgen dat mensen betere zorg krijgen en niet dezelfde zorg tegen lagere kosten. Het draait om meerwaarde.”
Chavannes noemt het onderzoek van arts-onderzoeker Eva van der Meij, die het effect onderzocht van e-health op de hersteltijd van mensen na een buikoperatie. “Het onderzoek is ook gepubliceerd in The Lancet. Wij zijn er enthousiast over omdat de onderzoekers een heel slimme uitkomstmaat namen. Ze keken niet naar het operatiesucces of het infectierisico. Maar ze hebben vooraf mensen via een app laten focussen op wat zij hun belangrijkste algemene dagelijkse levensbehoeften (ADL) vonden. Daar spitsten Eva en de andere onderzoekers de e-health interventie op toe. Uiteindelijk konden mensen zo vijf dagen eerder weer met hun dagelijkse activiteiten aan de slag. Dat is dus vijf dagen winst voor patiënt, werkgever en de zorg zelf.”
Interventie op maat gesneden
Dit is een duidelijk voorbeeld van wat het NeLL wil bereiken met e-health: betere zorg en behandelingen die de patiënt centraal stellen. Chavannes: “We willen toe naar geïndividualiseerde behandelmethoden waarbij we niet uitgaan van traditioneel methodologisch denken en biologische uitkomsten, maar echt sturen op wat voor mensen zélf belangrijk is.”
De brug naar KPN Health is snel gelegd. “Zij zijn natuurlijk al veel langer dan wij gewend vanuit de klant te denken en te doen. Het is een service gerichte organisatie, terwijl bij ons het zwaartepunt ligt op de wetenschap. Wij kunnen daarvan leren.”
[caption id="attachment_26682" align="alignright" width="300"] Niels Chavannes, LUMC.[/caption]Op dit moment is NeLL vooral bezig op basis van telemonitoring zulke gepersonaliseerde behandelingen samen te stellen. Chavannes: “Waar we vanaf willen is een systeem waarbij je zegt: ‘interventie A of B doet het wel of niet.’ We zijn methodologisch nu al zo ver dat we statistiek ontwikkelen waardoor je je interventie ook tijdens de looptijd kunt tweaken. Dat wordt action research genoemd, vraagt nogal wat data, maar zorgt wel dat behandelingen effectiever worden.”