De druk die corona op onze gezondheidszorg en samenleving heeft gelegd, is immens. Het remt ons, test ons en zet ons aan het denken. We worden doordrongen van onze kwetsbaarheid als mens en van onze gezamenlijkheid. Tegelijk daagt deze periode ons creatief uit en zien we gezamenlijkheid en digitalisering toenemen. We hebben nu de kans om de gezondheid van morgen samen te vormen, veranderingen te initiëren en digitale toepassingen te verankeren in de samenleving. Laten we als zorgdrager en zorgvrager behalve onze zorgen ook onze krachten en expertises bundelen. Digitaal wordt zo het nieuwe normaal.
Wellicht kunnen we deze periode van versnelling en verstilling ook aangrijpen voor meer introspectie, reflectie en kennisdeling. Gaan we nadenken over vragen als: hoe kunnen we dicht bij de mens blijven; de mens niet alleen zien als patiënt; wie wordt straks na de coronacrisis het centrale aanspreekpunt?
Willen we wel het nieuw normaal van: intelligente lockdown, thuiswerken, de 1,5 meter-maatschappij, (over)volle IC’s, geen veilige medicijnen en opeenstapeling van kosten? Of willen we juist: versoepeling, verbonden zijn, nabijheid ervaren, natuur en cultuur als medicijn voor zowel onze mentale als fysieke gezondheid en betaalbare zorg.
In mijn ideale wereld wil ik dat laatste. Mét elkaar en vóór elkaar wordt naast digitaal hopelijk het nieuwe normaal.
Centraal aanspreekpunt
Belangrijk hierin is een centraal aanspreekpunt. Als patiënt wil ik niet gek worden van alle wet- en regelgeving, adviezen en kosten die een nieuw normaal met zich meebrengt. Maar ook blended care is belangrijk: fysiek waar nodig, digitaal en online waar kan.
COVID-19 heeft hier deels voor gezorgd. We worden gedwongen om onze digitale vaardigheden en middelen in te zetten en te gebruiken. De visies hierop lopen nog wel uiteen: de één ziet het als een prachtige toekomst met intensieve samenwerking tussen de zorgvrager en de zorgdrager. De ander als een ernstige bedreiging voor de privacy van alle betrokkenen bij een dossier.
Dat hier nog de nodige haken en ogen aan zitten, toont deze discussie. Laten we nu, maar vooral na de crisis kijken naar een meer hybride model waarin patiënten en professionals het samen gaan doen. Laten we daaraan werken, want het gaat ons allemaal aan. Het gaat om onze gezondheid, ons welbevinden en onze kwaliteit van leven waarbij er straks hopelijk dat ene centrale aanspreekpunt is.
Het nieuwe normaal
Willen we trouwens wel naar het nieuwe normaal? Wat is dat nieuwe normaal precies? Hoe komen we als patiënt en professional tot zo’n hybride model met blended care? Wat zorgt ervoor dat mensen die stap gaan zetten en hoe gaan we dat veilig doen?
Zowel (zorg)instelling als patiënt moeten er iets aan hebben. Hoe sluit het aan op mijn behandelplan? Hoe sluit het aan op de dagelijkse praktijk van de zorgprofessional? Wat wordt er gevraagd en wat moet je precies doen als patiënt en bij de patiënt? Wat is de interventie? Wat is de informatie en hoe ga je om met die informatie? Hoe maak je informatie duurzaam voor zowel zorgdragers als zorgvragers?
En: hoe gaan we in het nieuwe normaal naar de juiste zorg op de juiste plek brengen? Waarbij die plek steeds vaker gewoon thuis is. Het wonder van de spreekkamer wordt zo langzaam het wonder van de huiskamer.
Hiervoor zijn goede randvoorwaarden essentieel. Zoals goede apparaten en verbindingen, rustige kamers, een werkende camera, een veilige thuissituatie, een steriele omgeving. Naarmate de zorg zich langzaam van spreekkamer naar huiskamer verplaatst, moeten met elkaar echt anders gaan denken en processen anders inrichten.
Met het adagium van 1,5 meter afstand indachtig, lukt dat thuis nog wel maar minder goed in het ziekenhuis. Professionals kunnen veel minder patiënten op een dag zien. Hierdoor moet je nog meer naar digitale oplossingen toewerken. Er moet een digitale infrastructuur komen die zowel voor de zorgdrager als zorgvrager werkt.