Nut apps voor medicatietrouw; impact e-health in kaart brengen

wo 16 oktober 2019
Nut apps voor medicatietrouw; impact e-health in kaart brengen
eHealth

In deze rubriek licht ditmaal dr. Tom van de Belt diverse wetenschappelijke studies toe op het snijvlak van digitalisering en gezondheid. In de eerste studie wordt gekeken in hoeverre apps ook daadwerkelijk helpen bij het ondersteunen van zaken zoals medicatietrouw. Het tweede deel van deze bijdrage gaat in op de beschikbaarheid van een vragenlijst waarmee vrij makkelijk de impact van e-health applicaties in kaart gebracht kan worden.

Apps om medicatie bij te houden: nog best lastig!

Veel mensen gebruiken medicatie. Zeker met meerdere pillen en tijdstippen kan een beetje hulp dan veel opleveren. Legio apps uit de App store en de Google Play store pretenderen deze hulp te bieden. Onderzoeker Tabi doorzocht samen met collega’s uit Noord-Amerika en Europa deze twee app stores en bracht de belangrijkste kenmerken in kaart 1.

Het doel was apps in kaart te brengen die pretendeerden patiënten te informeren over medicatie en het gebruik hiervan. Het ging dus niet om apps die specifiek gericht waren op ‘therapietrouw’. Door met verschillende zoektermen - waaronder ‘medicatie management’, ‘medicatie reminder’ en ‘medicatiehulp’ app stores te doorzoeken, vonden ze 328 apps die voldeden aan de criteria. Het team testte systematisch de apps, zocht aanvullende informatie zoals over app-bouwers en deelde gevonden informatie in tabellen en grafieken. 

Grote verschillen tussen apps

Niet verrassend waren de verschillen tussen apps groot. Het eerste dat opviel, is dat onvoldoende informatie beschikbaar was over de makers van apps. Wel werd duidelijk dat verreweg de meeste apps werden ontwikkeld door softwarebedrijven (73%). Daarnaast dat bij minder dan 14 procent van de apps artsen betrokken waren. Twee procent van de apps werd ontwikkeld door, of in samenwerking met wetenschappelijke instituten. Over de betrokkenheid van patiënten wordt in het artikel niet gesproken. 

Apps boden het vaakst een medicatieherinnering, logfuncties voor het loggen van bijwerkingen, symptomen en andere health data, en het delen van data met anderen zoals mantelzorgers of huisartsen. De onderzoekers merken ook op dat in de periode tussen het identificeren van apps via de app stores en de daadwerkelijke analyse van apps 34 apps verdwenen waren. Het verloopt lijkt dus groot. 

Conclusie

Net zoals in andere studies naar medische apps, wordt in dit onderzoek duidelijk dat er veel apps zijn en dat het voor gebruikers moeilijk is een geschikte en betrouwbare app te vinden. De onderzoekers roepen app stores op standaard bepaalde informatie op te nemen in de beschrijving van de app, zoals de fabrikant en de samenwerking met zorgverleners of academici. 

Daarnaast is het volgens hen belangrijk platformen te hebben waar zorgverleners en gebruikers informatie delen over de kwaliteit van apps. Dit kan gebruikers, zoals patiënten, op weg helpen. In Nederland zijn hier overigens al meerdere initiatieven voor. Daarnaast zijn er richtlijnen die gebruikt kunnen worden om zelf een app te toetsen, zoals de medische app checker van KNMG 2.

Impact e-health inzichtelijk maken met vragenlijst 

Bij zorginnovatie is een belangrijk onderdeel het meten van impact. Daarbij gaat het over doeltreffendheid (effectiviteit) en doelmatigheid (efficiëntie). Dit is niet alleen belangrijke informatie voor zorgverleners en patiënten, maar ook voor betalers van zorg zoals de overheid en verzekeraars. Neijenhuijs et al. van de Vrije Universiteit Amsterdam en Amsterdam UMC richtten zich op het meten van wat e-health gebruikers vinden van e-health in het algemeen en van specifieke e-health applicaties 1. Dit in het kader van het door de minister gelanceerde ‘Citrien-1 eHealth’ voor evidence based e-health 2. Een gevalideerde vragenlijst hiervoor is nu beschikbaar.

Het meten van de impact van e-health is vaak een uitdaging. De meeste interventies zijn immers complex, wat betekent dat veel factoren een rol spelen bij het ontstaan van eventueel effect. Als onderzoeker kun je niet voor al die factoren controleren en het doen van een experiment is daarom moeilijk. Studiedesigns waarbij de bewijskracht sterk is, zoals randomized controlled trials (RCTs), zijn duur en de uitvoering kost vaak veel tijd. In een snel veranderende e-health wereld duurt dat al snel te lang: de interventie wordt ingehaald door nieuwe versies en alternatieven. Daarom is het zaak te zoeken naar alternatieve manieren om impact te meten.