‘Als ik dokter ben, dan kan ik het beste voor iemand zorgen en inzetten op verbetering van de zorg en gezondheid.’ Dat was jaren geleden als middelbare scholier mijn motivatie om dokter te worden. Ik maakte van dichtbij mee hoe een patiënt van haar dokter (die al jaren zorg voor haar droeg) plompverloren grote pillen voorgeschreven kreeg, terwijl zij al lang een duidelijk slikprobleem had. Ik vroeg me af hoe eenieder zo los van elkaar kon werken en of een farmaceut zich realiseerde dat deze medicijnen kort na het bezoek van de arts door de patiënt in kwestie door de wc gespoeld werden. Ik kon niet begrijpen hoe elke betrokkene in dit voorbeeld zo blind kon zijn voor de toegevoegde waarde die ieder vanuit zijn/haar perspectief zou kunnen bieden!
Deze gebeurtenis maakte diepe indruk op mij en vormde mijn motivatie om te blijven zoeken naar verbetering van het contact tussen arts, patiënt en farmaceut: in wezen de hele zorgketen! Een verbetering die leidt tot een toegevoegde waarde van alle betrokkenen. Mijn grote affiniteit met technologie en de invloed ervan op de mens zorgde ervoor dat ik steeds helderder voor me zag dat technologie die verbetering waar ik naar zocht, zou kunnen faciliteren.
Op mijn pad deed ik veel ervaring op, leerde ik door te studeren en door bij andere studierichtingen (stiekem) colleges te volgen over onderwerpen die mij boeiden. Maar misschien leerde ik nog wel het meest van de waardevolle contacten met professoren, medestudenten, vrienden, collegae die mijn nieuwsgierigheid prikkelden en mij aanzetten tot nieuwe gedachten door hun kennis, kunde en gedrevenheid.
Bijzonder zijn ook zeker mijn patiënten door de jaren heen, van wie ik zoveel levenswijsheid heb op mogen doen. Samengevat: het zorgen voor die ander, dat wat je als arts doet, heeft alles te maken met mindset en focus, het bewust open te staan voor die ander! En technologie kan je hier geweldig bij ondersteunen.
Absolute must
Inmiddels heel wat jaren verder, is technologie voor mij niet meer een nice to have, maar een absolute must! Ik ging me steeds meer verwonderen over hoe we in de klinische praktijk technologie toepassen en wat er in wezen mogelijk is. Helaas lijkt die kloof steeds groter te worden en dat helpt mij en mijn collegae niet om de eed van Hippocrates na te komen bij het verlenen van zorg. Technologie kán er namelijk voor zorgen dat we een totaalbeeld van de gezondheid van een persoon in beeld hebben.
Helaas is de klinische praktijkvoering puur gedigitaliseerd: van papier tot PDF en foldersysteem. Terwijl al die gezondheidsinformatie door mij, mijn collegae en de patiënt met zorg wordt aangeleverd, is deze nog steeds niet op de juiste plek voorhanden: het kost ons nog steeds overuren om de benodigde informatie bij elkaar te sprokkelen. En ook is de focus van de zorgketen helaas niet gericht op de waarde van data.
Waardevolle communicatie
Vanuit een vertrouwelijke connectie tussen arts en patiënt ontstaat waardevolle communicatie, zoals ik in mijn vorige column schreef. Weten van elkaar wat je bedoelt en waar het over gaat. Hoe je er beiden in staat. De vertrouwelijke connectie waarin wederzijdse verwachtingen en belevingen gedeeld worden tussen patiënt (burger) en dokter (zorgprofessional). Dit achterhalen is voor het grootste deel heel goed luisteren en heel vaak checken of dat wat je denkt te begrijpen ook zo bedoeld wordt.
Deze informatie is ook de basis voor wat we vandaag data noemen. En dit is ook meteen de basis van datacuratie: arts en patiënt zijn het samen eens over het gezondheidsbeeld dat ermee beschreven wordt. Een volgende stap is dat meer patiënten en artsen het over die gemeenschappelijke duiding eens zijn.
Van wie is de data
De tweede stap van datacuratie is dat op de informatie ook meteen is vastgelegd van wie deze is, wie er zijn of haar kennis aan toevoegde (zowel arts als patiënt) en welke toestemming erop gegeven werd door beiden. Data en informatie worden zo gearchiveerd dat ze opnieuw in te zetten zijn.
Technologie die nu niet voldoet of juist wel, selecteer je dan op basis van of het volgens ons - patiënt, burger in het algemeen en zorgprofessional - ook echt aan gezondheid bijdraagt. Is het potentieel gevaarlijk of niet nuttig voor de (volks)gezondheid, dan halen we er makkelijk de stekker uit: het gaat immers om de data van de dokter en de patiënt samen.