Amsterdam UMC komt met verpleegkundige visie op inzet zorg-ICT

27 oktober 2023
Amsterdam UMC komt met verpleegkundige visie op inzet zorg-ICT
ICT
Premium

Alle ziekenhuizen in ons land kampen met dezelfde vraag: hoe kunnen we in weerwil van de huidige omstandigheden de zorg toekomstbestendig maken en welke rol kan zorgtechnologie daarin spelen? Amsterdam UMC is nu het eerste ziekenhuis dat met deze vraag als uitgangspunt vanuit het verpleegkundig perspectief een visie op dit onderwerp ontwikkelde.

Waarom schetst Amsterdam UMC een verpleegkundige visie op de inzet van zorg-informatietechnologie en waarom juist nu? “Dat is eigenlijk heel logisch”, zegt chief nursing information officer (CNIO) Arjen Wignand. “Onderzoek van Gupta1 heeft helder in beeld gebracht dat er een groeiend tekort is aan zorgverleners en dat inzet van zorgtechnologie een onderdeel van de oplossing kan zijn. Daarbij heeft de coronacrisis de zorg nog eens extra met de neus op de feiten gedrukt over het belang van verpleegkundigen in de ziekenhuiszorg. De behoefte aan een visie op de inzet van zorg-informatietechnologie heeft uiteraard een veel bredere grondslag dan de verpleegkunde alleen, maar die feiten maakten juist dit wel een logisch vertrekpunt.”

Natuurlijk is er een duidelijke link met de strategie die Amsterdam UMC over de volle breedte van de organisatie heeft, benadrukt Wignand. Een visie waarin ruimte voor initiatief en innovatie centraal staan. “Vandaar dat bij de totstandkoming van deze verpleegkundige visie achttien kartrekkers uit diverse geledingen van de organisatie betrokken zijn. Niet alleen vanuit verpleegkundig perspectief, maar ook bijvoorbeeld die van een directeur bedrijfsvoering, CMIO, stafadviseurs en de afdelingen strategie en innovatie en ICT. De organisatiebrede visie van Amsterdam UMC was de leidraad.”

Vijf visiethema’s

In de verpleegkundige visie zijn vijf visiethema’s benoemd:

  1. Veranderingen dragen bij aan een zinvol verpleegkundig zorgproces.
  2. Ruimte voor het verpleegkundige vak door digitale innovaties.
  3. Samen met de patiënt slimme technologie benutten.
  4. Groeien naar datavolwassenheid.
  5. Muurloze informatie-uitwisseling en samenwerking.

“We hebben deze vijf thema’s getoetst bij 150 collega’s uit zestien functiegroepen”, vertelt Wignand, “inclusief de verpleegkundigen. Heel mooi is dat we daarbij hebben gemerkt dat VUmc en AMC inmiddels echt één organisatie zijn geworden. We zijn nu in de fase beland waarin we Amsterdam UMC zijn en waarin partijen de samenwerking met elkaar opzoeken. Dan zie je dat ze kunnen leren van elkaar.”

Een concreet voorbeeld is het gebruik van smartphones door verpleegkundigen in de uitoefening van hun patiëntgebonden taken. In VUmc werd daar verhoudingsgewijs minder gebruik van gemaakt dan in AMC, wat deels met het achterblijven van de technologische infrastructuur te maken had.  Inmiddels is een oplossing in beeld. 

Janneke Scholing, senior verpleegkundige digitale zorg op de kinder-IC, vertelt hierover: “Wij waren een van de eerste afdelingen die smartphones gingen gebruiken. In eerste instantie als pieper, maar al snel ook voor het patiëntendossier. Nu hebben we op onze afdeling vrij veel bedside computers, maar vooral voor de gewone verpleegafdelingen, waar dit veel minder het geval is, bleek de inzet van smartphones heel interessant en heeft het zich inmiddels bewezen als een echte vooruitgang. Een voordeel van die smartphones is dat je ze bijvoorbeeld ook kunt gebruiken om wondfoto’s te maken en in het patiëntdossier te plaatsen. Het is een makkelijke en veilige manier om informatie te verkrijgen en te registreren.”

Meerwaarde van samenwerken

Maar er zijn meer concrete voorbeelden die het waard zijn om breder te delen, stelt Scholing. “Eens per drie weken komen we als senior verpleegkundigen bij elkaar om over ontwikkelingen te spreken. Recent hadden we het daarbij over VR-brillen. Interessant voor een kinderafdeling om informatie met ouders te delen, maar ook heel mooi bruikbaar voor training van collega’s. Alleen zit er natuurlijk wel een kostenplaatje aan. Ook in dat perspectief is het mooi dat we elkaar nu als afdelingen weten te vinden. Door niet als individuele afdelingen maar gezamenlijk een verzoek voor financiering te doen – bijvoorbeeld aan de Stichting Emma Steun – maken we daarin veel meer kans.”

Dit onderstreept, stelt Wignand, waarom het zo belangrijk is dat als uitvloeisel van de verpleegkundige visieontwikkeling nu een netwerk is ontstaan waarin zorgtechnologische ontwikkelingen in groepsverband onder de loep worden genomen en op hun waarde worden beoordeeld. “De visie geeft een antwoord op de vraag welke strategie werkbaar is om tot toekomstbestendige zorg te komen en welke keuzes in zorgtechnologie daarbij horen.”

Digivaardigheid

Uit de ouderenzorg is bekend dat verpleegkundigen moeite kunnen hebben met de toepassing van zorgtechnologie, met het argument dat zorg mensenwerk is en dat technologie daarin geen plaats hoort te hebben. “Daarvoor bestaat in het netwerk hier in het ziekenhuis zeker ook aandacht”, zegt Wignand. 

“Natuurlijk hoort daar ook aandacht bij voor de digivaardigheid van deze mensen”, vult stafadviseur Gepke Joosten aan. “Beide onderwerpen krijgen dan ook zeker aandacht in het actieplan dat nu naar de lijn gaat en dat we stap voor stap gaan uitwerken. En het netwerk garandeert dat we daarin voortdurend blijven aansluiten op de behoefte van de verpleegkundigen.” 

"De organisatiebrede visie van Amsterdam UMC was onze leidraad"

Scholing merkt hierover op: “Wat die digivaardigheid betreft, zie ik wel dat jonge verpleegkundigen de mogelijkheden van zorgtechnologie sneller oppikken en ook vaker willen weten hoe iets werkt.”  

Martijn Jongkind, senior logistiek op de IC, voegt toe: “Ik zie dat de digivaardigheid onder de medewerkers heel wisselend is. De generatie die met een smartphone is opgegroeid, kan doorgaans goed met de zorgtechnologie overweg. Die zorgtechnologie ondersteunt ons vak en maakt sommige dingen veel makkelijker en overzichtelijker. Wel merk je als er iets hapert dat dit voor sommige collega’s veel moeilijker op te lossen is dan voor anderen. Dit heeft te maken met de digitale vaardigheden en hoeveel je je hebt verdiept in het zorgsysteem.”

Hoge bereidheid

De bereidheid om ermee te werken is er in ieder geval over de volle breedte wel, stelt Wignand. “Zeker als mensen zien dat digitale innovatie hen werk uit handen kan nemen. Een slimme bloeddrukmeter gekoppeld aan het EPD bijvoorbeeld bespaart een verpleegkundige echt tijd.”

Scholing noemt als goed voorbeeld het business intelligence dashboard dat op de kinder-IC wordt gebruikt. “De meeste kinderen hier worden gesedeerd en in het dashboard zien we de delierscore hiervan. Daaruit kunnen we afleiden dat meer kindgerichte aandacht in een aantal gevallen een beter alternatief kan zijn dan sedatie. Ook omdat dit het werk voor de follow-up poli eenvoudiger maakt.” Dat is de waarde van data, concludeert Wignand. “Ze vormen een basis voor zorgverbetering. Dat draagt bij aan de bereidbaarheid om zorgtechnologie te gebruiken.”

Voorloper

Scholing vertelt hoe ze recent bij een externe bijeenkomst met collega’s van andere kinder-IC’s ontdekte dat daar de functie senior verpleegkundige digitale zorg nog onbekend was. “Er worden nu wel contacten gelegd, maar andere ziekenhuizen lopen toch echt wel wat achter op wat wij hier op dit gebied aan het doen zijn”, stelt ze. 

Wignand onderschrijft dit. “De visieontwikkeling op zorg-informatietechnologie vanuit het verpleegkundig domein is echt nog uniek”, zegt hij. “Als CNIO heb ik veel contact met collega’s in andere ziekenhuizen, dus ik weet dat geen enkel ander ziekenhuis hier al op zo’n vergaand niveau mee bezig is. Wel leven in alle ziekenhuizen vergelijkbare vragen natuurlijk, iedereen is op zoek naar antwoorden op de uitdagingen waar onze zorg nu voor staat. Ik ben dan ook enorm trots op de visie die we hier nu hebben ontwikkeld. En ik verwacht na de publicatie ervan dan ook zeker belangstelling uit andere ziekenhuizen.” 

Referentie

1. Link