Fenna Heyning (STZ) en Gabriëlle Speijer (HagaZiekenhuis): ‘Data driven doctor wordt rentmeester van patiëntgegevens’

6 december 2019
Fenna Heyning (STZ) en Gabriëlle Speijer (HagaZiekenhuis): ‘Data driven doctor wordt rentmeester van patiëntgegevens’
Data

Als het gaat om investeren in ICT is het faciliteren van een snelle, effectieve communicatie tussen zorgprofessionals een ondergeschoven kindje. De nadruk ligt vooral op het ondersteunen van de financieel-administratieve processen met systemen als een elektronisch patiënten-/cliëntendossier. “Het is echter onethisch om zorgverleners de technologie te onthouden, die cruciaal is voor het bieden van goede zorg”, stellen STZ-directeur Fenna Heyning en radiotherapeut-oncoloog Gabriëlle Speijer. “Het is absoluut noodzakelijk dat een arts zijn inzichten over een patiënt gemakkelijk, maar wel vertrouwelijk kan delen met andere zorgprofessionals.” Daarom maken zij zich sterk voor de data driven doctor, die dankzij moderne technologie zicht heeft op alle gezondheidsaspecten van een patiënt. Om dit realiseren, werkt Speijer aan het nieuwe communicatieplatform fluKs, waarmee ze door HIMSS is verkozen tot één van de 50 wereldwijde voortrekkers van digitale zorginnovatie.

Samen bespreken hoe het beter kan voor een patiënt en meteen regelen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Dat was voor Heyning en Speijer de dagelijkse gang van zaken toen ze elkaar tien jaar geleden leerden kennen en gingen samenwerken. “Het werd gezien als bijzonder, zeker omdat we uit verschillende ziekenhuizen kwamen, Gabriëlle uit het Haga en ik uit het HMC”, zegt Heyning, die destijds als hematoloog werkzaam was. “Maar voor ons was het niet meer dan logisch. Na korte tijd evalueerden we de veranderingen in het zorgproces en pasten ze waar nodig nog aan. Dankzij onze korte lijnen en de mogelijkheid om op een veilige manier te experimenteren, waren we in staat de zorg voor onze patiënten steeds een stapje te verbeteren. En dat vinden wij allebei essentieel om ons vak goed uit te kunnen oefenen.”

Heyning en Speijer hadden verwacht dat de samenwerking tussen artsen en ook andere zorgverleners veel eenvoudiger zou worden door de snelle ontwikkelingen op het gebied van communicatietechnologie. Tot hun frustratie gebeurde het tegendeel. Met desastreuze gevolgen, die vooral Speijer dagelijks in de praktijk ondervindt. “Het kost mij zoveel tijd en moeite om de juiste informatie over mijn patiënten te verzamelen, dat ik altijd bang ben die ene cruciale waarde over het hoofd te zien. En in mijn professie gaat dat over leven en dood. Dat vind ik echt een blinde vlek.” Heyning en Speijer zien dit als een medische misser, waaraan ze zo snel mogelijk een einde willen maken.

Culturele paradox

“Tot begin deze eeuw werd nieuwe technologie bijna altijd meteen aan artsen beschikbaar gesteld”, vertelt Heyning. “Maar de afgelopen tien jaar zijn we in de zorg toenemend nadruk gaan leggen op veiligheid en kwaliteit. Er zijn protocollen en richtlijnen geschreven en vervolgens zijn we er goed op gaan letten dat iedereen zich daaraan houdt. Veiligheid is belangrijk, maar de zorg is nu wel heel erg dichtgereguleerd. Daardoor staat er spanning op de professionele autonomie van artsen. En die maakt in mijn ogen nu juist het verschil tussen geneeskunde en geneeskunst. We zijn in een afvinkcultuur terechtgekomen, die al in de opleiding wordt aangeleerd.” 

“Tegelijkertijd zeggen we tegen zorgprofessionals: de wereld is in transformatie, ga eens van de gebaande paden af, denk out-of-the-box en ga dingen anders doen. Dat is een culturele paradox. Hoe moet je dat doen in een omgeving, waarin je je aan alle regels moet houden en de straf op fouten gigantisch is omdat het om mensenlevens gaat? Daar moeten we samen verandering in brengen.” 

Als eerste stap in die richting noemt Heyning dat binnen de 26 topklinische ziekenhuizen van de STZ klinische praktijk, onderzoek en opleiding meer met elkaar verweven worden en er een open sfeer wordt gecreëerd, waarbinnen geëxperimenteerd kan worden en fouten mogen worden gemaakt.

Mammoettanker

De afvinkcultuur in de zorg is nog versterkt door het feit dat alle protocollen en richtlijnen het afgelopen decennium zijn gedigitaliseerd binnen EPD’s. Dit heeft systemen opgeleverd die zorgprofessionals ervaren als een mammoettanker: ze brengen een enorme administratieve last met zich mee, zijn niet flexibel en moeilijk te integreren met andere applicaties. 

“Dat laatste is wel nodig, want een EPD bevat maar zo’n 10 procent van alle zorginformatie die je kunt verzamelen over een patiënt”, stelt Speijer. “Die bevindt zich doorgaans kort in een cure setting, terwijl alles wat zich erbuiten afspeelt ook bijdraagt aan de uitkomst van de behandeling. Inzicht in psychosociale, lifestyle en andere data vanuit health apps, maar ook nieuwe kennis die ontstaat door via AI data tussen diverse domeinen te combineren, zou ons meer grip geven op gezondheid en welzijn van onze patiënt.”

Virtuele overlegruimte

De grootste ergernis voor Speijer is echter dat ze niet digitaal wordt ondersteund in de communicatie met haar collega’s binnen en buiten het ziekenhuis. “Er worden lijvige dossiers rondgepompt, aangevuld met mails, faxen en allerlei andere aantekeningen. Dat is een onwerkbare en vanuit medisch oogpunt onwenselijke situatie.”

Ook stoort het haar dat een arts niet zelf kan kiezen voor de ICT-oplossing die hem of haar het beste ondersteunt in het werk, terwijl je op je smartphone elke app kunt downloaden die je maar wilt. “We moeten het vaak met alleen het EPD doen. Daarmee hebben we onvoldoende zicht op de gezondsheidsaspecten van de patiënt, die doorslaggevend zijn voor een succesvolle behandeling.” 

“Met de huidige stand van technologie kan en moet dit anders, vindt Speijer. Daarom heeft ze de samenwerking gezocht met zorg-ICT specialisten Han Kohar en Peter Walgemoed. 

Gezamenlijk hebben ze het nieuwe concept ‘fluKs’ uitgewerkt (zie ook kader hierboven), een virtuele overlegruimte waarbinnen zorgprofessionals snel en overzichtelijk hun inzichten over een gezamenlijke patiënt kunnen delen.