Zorgprofessionals beter voorbereiden op de toekomst

vr 6 december 2019
Zorgprofessionals beter voorbereiden  op de toekomst
Innovatie

Het kraakt en piept in onze gezondheidszorg. De meeste zorgprofessionals ervaren een hoge werkdruk en weinig regelruimte. De arbeidsmarkt is in alle sectoren, ook in de gezondheidszorg, krap geworden. Door digitalisering en artificiële intelligentie verandert de aard van het werk van zorgprofessionals ingrijpend. Daar zijn we onvoldoende op voorbereid. Gecoördineerde actie is nodig.

1. De vierde industriële revolutie…

Jaren geleden schreven we al dat de Nederlandse gezondheidszorg aan de vooravond van een digitale revolutie staat.1  Deze revolutie kent verschillende verschijningsvormen. Ten eerste kan een groot deel van de zorg van de wachtkamer naar de huiskamer.2  Een voorbeeld is dat COPD-patiënten nabij Zwolle niet langer naar het Isala-ziekenhuis hoeven, maar thuis worden geholpen. Een ander voorbeeld is dat een website als www.thuisarts.nl al na enkele jaren 12 procent van het huisartsenbezoek afvangt: dat scheelt 675.000 bezoeken per maand aan de huisarts.3  Alleen al de afgelopen drie maanden kende deze website 13,7 miljoen gebruikers. Deze beweging naar de ‘juiste zorg op de juiste plek’ is een zichtbare vorm van digitalisering.4

Ten tweede zien we een omslag van nazorg naar voorzorg. Door het combineren van data over gezondheid, voeding en bewegen kan later groot leed worden voorkomen. Voorbeelden zijn het in een zeer vroeg stadium opsporen van genetische ziekten of het sneller stellen van diagnoses met data science-methodieken of nanotechnologie. Er is ook een snel groeiende consumentenmarkt ontstaan met honderdduizenden gezondheids-apps en wearables, die mensen kunnen ondersteunen bij een vitale leefstijl. Digitalisering faciliteert daarmee dat mensen met hun eigen gezondheid aan de slag gaan. 

Ten slotte zien we dat de vierde industriële revolutie zich kenmerkt door ‘mass customization’, met gepersonaliseerde en op het individu afgestemde varianten van een basisproduct. Voorbeelden zijn medicatie op maat, operatierobots met microchirurgie of 3D-printing (van botimplantaten, kronen en bruggen tot zelfs menselijke huid op maat gemaakt). 

In deze digitale revolutie zien we dat een belangrijke doorbraaktechnologie, artificiële intelligentie, zinvolle en praktische bijdragen kan leveren aan onze gezondheid: denk aan gepersonaliseerde voedingsadviezen, op maat gemaakte voeding, persoonlijke ondersteuning bij een gezonde leefstijl, beslissingsondersteuning bij diagnoses of het gericht adviseren van patiënten.

2. en de gevolgen voor ons werk…

De vierde industriële revolutie raakt alle sectoren van de economie en heeft grote gevolgen voor ons werk. De studie van Frey & Osborne uit 2013 haalde alle media, met als hoofdboodschap dat de helft van het werk in de Verenigde Staten geautomatiseerd kan worden. Een genuanceerdere en betere studie is die van de OESO, die heeft gekeken naar de concrete gevolgen van digitalisering voor de aard van de taken in een bepaald beroep.5  

Gelukkig is het niet gebleven bij exercities in de studeerkamer. In het SER-advies Mens en Technologie was één van aanbevelingen een monitor te maken, waarmee werkgevers en werknemers beter zicht krijgen op de gevolgen van digitalisering.6  Een eerste proeve is gemaakt.7  Ook zien we in het bedrijfsleven vele praktijkvoorbeelden waarbij bedrijven, samen met hun personeel, proactief verkennen hoe technologie het werk in het bedrijf verandert voordat de technologie daadwerkelijk wordt geïntroduceerd. Het motto: technologie overkomt je niet, maar regel en organiseer je tijdig samen. 

Dit vraagstuk doet zich in alle sectoren en overal in de wereld voor. Een illustratie hiervan is dat ik bij een recent bezoek in Japan tot mijn verbazing zag dat de vakbonden in de auto-industrie deze vierde industriële revolutie tot een hoofdthema hebben gemaakt (heel goed!). 

3. ook in de gezondheidszorg…

Zorgprofessionals in Nederland hebben nu vooral last van digitalisering, met name omdat zij dagelijks onnodig veel tijd kwijt zijn om te beschikken over de medische data die zij nodig hebben om hun belangrijke werk goed te kunnen doen. Bij beroepsgroepen tref ik drie soorten weerstand aan bij digitalisering. 

•  De eerste is makkelijk oplosbaar: financieel, bijvoorbeeld als een arts minder verdient doordat zijn patiënt thuis geholpen wordt in plaats in het ziekenhuis langs te komen. 

•  De tweede gaat over macht: sommige artsen vinden het niet leuk dat hun patiënten goed geïnformeerd de spreekkamer binnenkomen (gelukkig vinden de meesten dat juist heel goed). 

•  De derde is in dit verband het meest relevant: veel zorgprofessionals geven aan dat zij in hun opleiding niet voorbereid zijn op de effecten van technologie op het werk dat zij doen. Tegelijk geeft, gelukkig, een groot deel van de zorgprofessionals aan zich comfortabel te voelen bij artificiële intelligentie (bijvoorbeeld om behandelplannen op te stellen, suggesties te doen voor een diagnose of mogelijke menselijke fouten tijdig te signaleren).8 

Enkele voorbeelden. Met algoritmes kunnen foto’s van bijvoorbeeld CT- en MRI-scans sneller en makkelijker van een analyse worden voorzien. Voor beroepsgroepen als radiologen of pathologen kan dat een kans zijn (routinematig en saai werk vervalt), maar ook een bedreiging (een deel van hun werk vervalt). Een verpleegkundige in de nachtdienst van een verpleeghuis hoeft niet langer rondes langs alle patiënten te doen. In plaats daarvan kan hij (of zij) tijdig worden geattendeerd met sensoren die luisteren of zien, en dan gericht op pad gaan. Sommige verpleegkundigen vinden dat een verbetering van hun werk, anderen houden vast aan de huidige manier van werken. 

Onlangs verscheen een artikel met de veelzeggende vraag ‘Can nurses remain relevant in a technologically advanced future?’.9  Het antwoord is gelukkig volmondig: ja, natuurlijk! De auteurs voegden daar terecht aan toe dat verpleegkundigen in hun opleidingen beter voorbereid kunnen worden en dat zij bij de introductie van technologie beter betrokken moeten worden. De praktijk is gelukkig dat verpleegkundigen technologie graag benutten, waarderen en concrete wensen hebben (zie tabel). 

Een ander voorbeeld: een oncoloog stelt diagnoses en behandelt. Zijn eerste hoofdtaak verandert ingrijpend indien een expertsysteem, rekening houdend met de actuele stand van de oncologische wetenschap, een behandelvoorstel doet. Zijn andere hoofdtaak wijzigt enorm als het normaal wordt dat operaties robot-ondersteund worden uitgevoerd. 

Niemand hoeft in de gezondheidszorg bang te zijn dat hij of zij zijn werk kwijtraakt door artificiële intelligentie of robots. Integendeel, vanwege alle demografische trends en almaar uitdijende zorgvraag, hebben we iedereen in de zorg heel hard nodig. Daar hoort dan wel de bereidheid bij om te scholen voor de toekomst