Wie heeft er als kind geen fles in zee gegooid met een brief voor een onbekende in een ver land? Wie heeft er geen schatten begraven - knikkers, kroonkurken, briefjes in geheimschrift - voor archeologen van de toekomst? Toen de Schotse kunstenaar Katie Paterson het project Future Library bedacht, moet ze het kind in haar de ruimte hebben gegeven. Haar bibliotheek groeit sinds 2014 jaarlijks met één boek dat ongelezen wordt bijgezet, totdat in 2114 alle honderd manuscripten in boekvorm worden gepubliceerd. Duizend bomen, nu nog zaailingen in het Nordmarkawoud buiten Oslo, worden dan gerooid voor het benodigde papier.
De Vietnamese dichter Ocean Vuong, dit jaar de zevende auteur, noemt het bieb-project een weerwoord op de Yolo-cultuur die de aarde domineert en uitput. You only live once: denk niet aan toekomstige generaties maar zorg dat jij krijgt wat je wilt. Hij benadrukt het onbaatzuchtige van publiceren voor een verre toekomst met een paradoxale oneliner: “You and I will have to die in order for us to get these texts.” Hoe anders dan het digitale publiceren van ‘selfie-everyman’, het zuchten naar de vluchtige roem van het nu: met je naam en je kop in de promiscue krant die social media heet. Hoe anders dan de polariserende wereld van het liken en cancelen.
De grote vraag is natuurlijk: wat voor verhaal willen we achterlaten voor hen die na ons komen? Welk verhaal kan decennia mee en willen we niet sleets laten worden onderweg? In welk verhaal worden de lezers van 2114 geboren - als men dan nog leest.
Wellicht denk je nu: we zitten midden in een wereldwijde pandemie, wat zou je je druk maken over boeken die over honderd jaar al dan niet gelezen worden? Maar heeft niet juist de Covid-19 crisis pijnlijk blootgelegd dat we nu geen verhaal hebben? De eerste golf aan zieken- huisopnamen wisten we met heldhaftigheid en adrenaline het hoofd te bieden. Toen de curves opnieuw omhoog bogen dit najaar, werd onze solidariteit op de proef gesteld. Wat we nodig hebben, is een groter verhaal dat ons bindt. In dit tijdperk moeten wetenschap en technologie ons houvast bieden: wij zijn vooruitgangsgelovigen. Nu de wereld op haar grondvesten schudt, houden we ons geloof tegen het licht. Vooruitgang, natuurlijk, maar waar naartoe ook al weer?
Kwaliteitsdenken het richtpunt
In de zorg is ‘kwaliteitsdenken’ hét richtpunt voor vooruitgang. Prima: we willen allemaal goede zorg voor iedereen. Het fundament van dit kwaliteitsdenken, evidence based medicine, vertoont echter al geruime tijd scheurtjes. Veel onderzoek is slecht opgezet of uitgevoerd, of losgezongen van de praktijk. De patiënt als persoon, met zijn eigen unieke verhaal, herkent zich niet in gemiddelden van trials.
De kwaliteitsindustrie met zijn protocollen en indicatoren redt levens, maar zet tegelijk het moreel van zorgmedewerkers onder druk. Er is verwarring over feiten en waarden. Zijn we wel op de goede weg? Een ding staat buiten kijf: de zorg heeft baat bij relevante wetenschappelijke inzichten. Maar zoals binnen elke relatie is het goed om de verbinding van tijd tot tijd te herijken.