Waar de eerste COVID-19 golf een versnelde opschaling van veel digitale oplossingen liet zien, stagneerde deze ontwikkeling bij een aantal zorgaanbieders toen de rust enigszins weerkeerde. Omdat digitalisering met het oog op de juiste zorg op de juiste plek nodig blijft, nam het ministerie van VWS het initiatief voor een tijdelijke versnellingsimpuls. “We willen bewezen digitale oplossingen zo snel mogelijk opschalen naar landelijke dekking”, zeggen Erik Gerritsen, secretaris-generaal bij het ministerie van VWS en Joep de Groot, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ. Om dit te realiseren, werkt VWS nauw samen met zorgverzekeraars en Zorgverzekeraars Nederland. Ook de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorginstituut Nederland zijn betrokken, om eventuele belemmeringen tijdig te signaleren en weg te nemen.
Met de stelling die Petra van Holst (directeur ZN) elders in deze editie poneert, is Erik Gerritsen het volledig eens. “Vanuit de driehoek van patiënt, zorgaanbieder en zorgverzekeraar de juiste balans zoeken tussen digitale en fysieke zorg is inderdaad absoluut de grootste uitdaging om tot toekomstbestendige zorg te komen. De taskforce Digitale Zorg van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), mede tot stand gekomen op verzoek van toenmalig minister Bruno Bruins, schetst deze doelstelling voor de wat langere termijn (zie ook coverstory ZN, pagina 21-25, red.). Zijn opvolgster Tamara van Ark heeft recent in de Tweede Kamer toegezegd voor het einde van dit jaar met een voortgangsbrief te komen. Ook zij ziet het belang hiervan. In het licht van wat we nu in de coronacrisis zien gebeuren, vindt VWS het waardevol om naast de taskforce Digitale Zorg een tijdelijke versnellingsimpuls op te zetten voor het opschalen van digitale zorg. Daarvoor zijn we om de tafel gaan zitten met alle zorgverzekeraars, ZN, de NZa en Zorginstituut Nederland (ZiNL).”
“Onze basisvraag was: kunnen we het momentum pakken van deze vreselijke crisis? We zien dat er bewezen ontwikkelingen in digitale zorg zijn, die nu versneld toegepast worden. Kunnen we er dan nu ook voor zorgen dat we die bewezen ontwikkelingen versneld opschalen en landelijk dekkend maken, niet als tijdelijke crisisoplossing maar als onderdeel van standaardzorg voor de toekomst? Denk aan oplossingen die bijdragen aan digitaal zelfma- nagement, digitale coaching van patiënten, thuismonitoring en begeleiding van patiënten en digitale samenwerking tussen zorgaanbieders. Als we digitaal doen wat digitaal kan als onderdeel van reguliere zorg, kan de zorg zoveel mogelijk doorgang vinden en kan ook de COVID-19 zorg optimaal worden geboden. De urgentie om hier nu stappen in te zetten is groter dan ooit.”
"Bewezen innovaties zo snel mogelijk opschalen naar landelijke dekking"
Urgentiegevoel benutten
Alle partijen reageerden met een volmondig ‘ja’ op de vragen die in bovengenoemde sessie op tafel kwamen, stelt Gerritsen. “Het gevoel van urgentie wordt breed gedeeld en dat moeten we dan ook ten volle benutten. Vandaar ons voorstel voor de versnellingsimpuls. Zo willen we het momentum pakken en voorkomen dat we ons straks, als deze crisis achter de rug is, voor het hoofd slaan dat we dit niet hebben gedaan. Ook omdat 2021 een raar contractjaar wordt natuurlijk, waarin afspraken over continuïteit van zorg ervoor gaan zorgen dat er even geen productieprikkel is. Ook dit creëert de unieke mogelijkheid om nú stappen te zetten. Net als de afspraken over het inzetten van transformatiegelden en het gericht ondersteunen van zorgaanbieders bij de implementatie en transformatie-opgave in crisistijd. Die omstandigheden kunnen we beter benutten als we daarin samen optrekken, dan wanneer we allemaal op eigen initiatief hetzelfde doel proberen na te streven.”