VIPP GGZ, Module C: e-health 
Betere zorg door de inzet van e-health

di 7 december 2021
VIPP GGZ, Module C: e-health 
Betere zorg door de inzet van e-health
eHealth
Premium

In 2018 startte de regeling VIPP GGZ, het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional voor de geestelijke gezondheidszorg. 2021 is het jaar van de implementatie. In een driedelige serie bespreken we elke module met deelnemende instellingen. In dit derde deel vertellen Jaap Schrieke van de Nederlandse ggz en het programma team VIPP GGZ en Thomas van Hoorn en Christien Slofstra van Lentis over Module C van de regeling: e-health.

De regeling VIPP GGZ bestaat uit drie modules: Patiënt & Informatie, Patiënt & Medicatie en e-health. 87 ggz-instellingen schreven zich in voor de regeling. Daarvan schreven 67 instellingen zich in voor Module C. Het doel van deze module is het vergroten van de inzet van e-health: voor, tijdens en na de behandeling.

Jaap Schrieke, senior beleidsadviseur bij branchevereniging de Nederlandse ggz: “Het is belangrijk om e-health toegankelijk en laagdrempelig te maken en ervoor te zorgen dat de content goed aansluit bij de behoefte van de verschillende doelgroepen. Je kunt denken aan online modules die cliënten zelfstandig kunnen doorlopen, maar ook aan mengvormen van digitaal en live contact met behandelaren.” Verder zijn er geslaagde innovaties om de wachttijd zinnig in te vullen met digitale ondersteuning.

Concreet moeten instellingen die deelnemen aan VIPP GGZ Module C realiseren dat minimaal 10 procent van hun patiënten gebruik maakt van e-health toepassingen. Gegevens die gebruikt worden in deze toepassingen moeten ook zichtbaar zijn in het EPD. Voordeel is dat er niet meer overgetypt hoeft te worden en dat de behandelaar maar één keer hoeft in te loggen. Denk aan de score op een vragenlijst of een conclusie uit een module. Dit kan met verschillende technische oplossingen, waaronder Koppeltaal.

Digitale voordeur

Schrieke: “We zien mooie initiatieven, zoals bij Lentis in Groningen waar een digitale voordeur in gebruik is genomen.” Deze online voordeur bestaat uit het programma Wacht @ctief (wat al voor intake wordt aangeboden) en een welkomstmodule (rondom de intake, vóór behandeling).

“In de maand augustus hebben meer dan 300 cliënten gebruik gemaakt van een welkomstmodule”, vertelt projectleider e-health bij Lentis Thomas van Hoorn. “Daarnaast hebben we sinds april aan bijna 300 cliënten ons programma Wacht @ctief aangeboden. We zien dat ruim de helft van de cliënten ermee aan de slag gaat.”Cliënten kunnen aan de slag met Positieve Gezondheid, 14 zelfhulpmodules en online in contact komen met Lentis voor algemene informatie, informatie over de wachttijden en informatie vanuit ervaringsdeskundigheid. Van Hoorn vervolgt: “Om Wacht @ctief door te ontwikkelen, onderzoeken we de ervaringen van de cliënten. Zowel van de groep die wel, als van de groep die niet actief gebruik maken van Wacht @ctief. Zo kunnen we de toepassing blijven verbeteren.”

Boost door corona

Schrieke zag de afgelopen anderhalf jaar dat corona de inzet van e-health een enorme boost gaf. “Online vormen van (groeps)therapie waren opeens de enige manier om te behandelen, ook bij kwetsbare doelgroepen. Er is in no time heel veel werk verzet om patiënten en zorgprofessionals online te krijgen.” Maar er zijn ook verbeterpunten zichtbaar geworden. Patiënten hebben bijvoorbeeld lang niet altijd de goede devices voor e-health.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) concludeerde in een rapport eerder dit jaar dat de inzet van e-health blijvend meerwaarde biedt voor de dagelijkse ggz-praktijk. De ontdekkingsreis naar de optimale inzet van e-health is ook na VIPP GGZ nog niet voorbij. Voor sommige doelgroepen of situaties blijkt e-health niet geschikt. En soms blijkt e-health juist verrassend geschikt. Schrieke: “Dit moet goed in kaart gebracht worden. Door e-health is bijvoorbeeld hoogfrequent kort contact tussen patiënt en behandelaar mogelijk. Volgens de betrokken zorgprofessionals beïnvloedt dat de behandeling positief.”

Digicoaches werken ook goed bij het opschalen van e-health

Ggz-appwijzer

In verschillende fasen van de behandeling kunnen ook apps een ondersteunende rol spelen. Als onderdeel van de VIPP GGZ-regeling ontwikkelden MIND en de Nederlandse ggz de Ggz-appwijzer. De ggzappwijzer.nl levert een bijdrage aan de-medicalisering door inzicht te geven in de kwaliteit van apps voor zelfzorg rond mentale gezondheid. Schrieke: “Deze kan direct bezocht worden via de website, maar kan tegen een kleine vergoeding ook worden geïntegreerd in patiëntenportalen of de website van ggz-instellingen bijvoorbeeld.” De ggz-appwijzer biedt behandelaren en patiënten overzicht in het enorme aanbod van apps die de mentale gezondheid ondersteunen. Door de zorgverleners uit de instellingen die meedoen aan Module C zijn reviews geschreven voor tientallen apps, stelt Schrieke. “Dat heeft bijgedragen aan een succesvolle lancering. De ggz-appwijzer heeft inmiddels duizenden bezoekers per maand.”

Duurzame implementatie

Tijdens een van de VIPP GGZ-projectleidersbijeenkomsten gingen projectleiders met elkaar in gesprek over duurzame implementatie van e-health. Hieronder acht van hun tips.

  • De directie moet actief uitdragen dat e-health onderdeel van het nieuwe normaal is.
  • Breng nuance aan in het beleid, sommige aandoeningen zijn wel en sommige zijn niet geschikt om online te behandelen.
  • Borg het gebruik van beeldbellen in zorgpaden en stimuleer behandelaren in het gebruik. Patiënten volgen.
  • Stel een e-health ambassadeur aan.
  • Maak het werken met e-health onderdeel van je inwerkprogramma.
  • Integreer alles in één systeem voor de behandelaar.
  • Bied patiënten na aanmelding een welkomstmodule aan, zodat ze direct kennismaken met e-health.
  • Zet een helpdesk op voor cliënten.

Schrieke: “Wat ook goed blijkt te werken bij het opschalen van e-health, is de inzet van digicoaches. Dit zijn collega’s bij een instelling die je erbij kunt halen als je er met de computer niet uitkomt. Ze zijn niet het verlengde van een helpdesk, maar kunnen met hun enthousiasme en kunde wel net dat steuntje in de rug bieden dat nodig is om verder te kunnen. Omdat zij een directe collega zijn, weten ze ook heel goed wat voor het werk handig is om te weten.”

Online poli

Naast de online voordeur heeft Lentis sinds eind 2019 een online poli: Lentis Online. Deze behandeling is volledig online, dus cliënten hoeven niet fysiek naar een locatie te komen. Hier heeft Lentis inmiddels ruim 400 cliënten behandeld/in behandeling. De behandeling wordt gemiddeld beoordeeld met een 8.7 (CQI). Christien Slofstra, psycholoog en onderzoeker bij Lentis: “Daar zijn we ontzettend trots op. Tot dusver is de wachttijd voor de behandeling minder dan twee weken.” Behandelaren geven in ieder geval wekelijks feedback op modules of antwoorden in berichtenverkeer. Vaak is dit zelfs een paar keer per week, vertelt Slofstra. “Onze cliënten maken veel gebruik van de online modules en maken deze ook af. Door het frequente 'toetsenbordcontact' wordt de doorlooptijd korter. Naast het verder uitbreiden en doorontwikkelen van onze online poli kijken we of we kunnen leren van deze ervaringen om de zorg te verbeteren door verder onderzoek te doen.”

VIPP GGZ

VIPP GGZ staat voor Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional geestelijke gezondheidszorg. VIPP GGZ is een van de VIPP-regelingen van het ministerie van VWS en ging in oktober 2018 van start. Het programmamanagement wordt uitgevoerd door De Nederlandse ggz.

Kijk voor meer informatie op vippggz.nl

Referenties 

Lees ook de artikelen over VIPP GGZ in ICT&health 4 en 5:

4. https://bit.ly/3d1C8bb

5. https://bit.ly/3HZFzgX