IZA als impuls voor kwaliteit en betaalbaarheid

vr 16 december 2022
IZA als impuls voor kwaliteit en betaalbaarheid
Digitalisering
Premium

Zoals beschreven in het interview met minister Kuipers (pagina 21-25) is voor het betaalbaar en toegankelijk houden van de zorg het Integraal Zorgakkoord (IZA) in het leven geroepen. In een tijd waarin de kwaliteit van de zorg onder druk staat, moet hiermee een positieve impuls gegeven worden.

Bij het opstellen van het IZA zijn aanbevelingen van betrokken partijen ter harte genomen. In de IZA zijn ook afspraken opgenomen over de zorgkwaliteit, het verdelen van de werkdruk, de bereikbaarheid van de ggz buiten kantooruren en domeinoverstijgende samenwerking. 

Uniek is volgens de minister dat er ook afspraken zijn gemaakt over preventie en het sociaal domein. De zorg mag dan in Nederland nog altijd van hoge kwaliteit zijn, internationaal dreigt Nederland af te zakken naar de middenmoot. Niet alle zorg die geleverd wordt, is aantoonbaar effectief. Dat is niet goed voor de patiënt en bovendien vragen niet alle problemen om een medisch antwoord. Daar komt bij dat het Nederlandse zorgsysteem versnipperd is. Daarom is het van belang dat medische, verpleegkundige en gemeentelijke professionals meer met elkaar samenwerken. Daartoe zijn wetten en systemen nodig die hen daarbij helpen.

Betaalbaarheid
Tussen nu en 2060 verdrievoudigen de zorgkosten wanneer er geen actie wordt ondernomen om het tij te keren. Terwijl Nederland de komende tijd voor nog meer uitdagingen staat, zoals het klimaat, wonen, veiligheid en onderwijs, is het van belang dat er meer geld aan de zorg zal worden besteed. Een van de redenen is de toenemende vraag naar zorg en het gebruik van dure medicijnen, bijvoorbeeld bij de behandeling van kanker. De kosten blijven dus stijgen, maar die stijging moet minder snel gaan dan de huidige trend.

Zelfs met meer geld dat voor de zorg beschikbaar moet komen, zijn de arbeidstekorten in de sector nog niet opgelost. Anno 2022 werken één of op de zes werknemers in Nederland in de zorg. Als de huidige trend zich doorzet, zou dit betekenen dat één op de vier werknemers in de zorg zou moeten werken. Aangezien dat niet haalbaar is, zal de krapte op de arbeidsmarkt en de betaalbaarheid van de zorg opgevangen moeten worden met de nodige hervormingen. Daarbij zal het steeds belangrijker worden om passende zorg te realiseren waarbij regionale en lokale samenwerking nodig is, alsmede samenwerking met arbeidsmarktregio’s. In regioplannen opgesteld door regionale partijen kan dan gedefinieerd worden hoe de diverse partijen met elkaar samenwerken. Daarbij spreken overheid en zorgpartijen dan met elkaar af hierbij verder te kijken dan het eigen belang.

Preventie en digitalisering
Aangezien voorkomen nog altijd beter is dan genezen, is in het IZA ook aandacht voor preventie. Van belang is dat een gezonde leefstijl onderdeel moeten gaan uitmaken van ons dagelijks leven. De ondersteuning daarbij komt allereerst vanuit het publieke of sociale domein. Preventie die betaald wordt uit de Zorgverzekeringswet wordt vooral ingezet bij zieke mensen of mensen met een verhoogd risico op ziekte.

Om de doelen in het IZA te halen zal elektronische uitwisseling van gegevens een belangrijke rol spelen. Niet alleen voor zorginstellingen maar ook ten behoeve van de Nederlandse burger die in 2025 digitaal toegang moet krijgen tot de eigen zorggegevens. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in een toelichting op de totstandkoming van de IZA aangegeven daarbij oog te houden voor het belang van privacy en gegevensbescherming.

Onder passende zorg zal steeds vaker worden verstaan dat zorg in een hybride vorm wordt geboden. Een mix van digitaal en fysiek. Dit met als uitgangspunten: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. 

Ondertekenaars IZA
De intenties van het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn ondertekend door: ActiZ, De Nederlandse GGZ, Federatie Medisch Specialisten, InEen, Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorgthuisnl, Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van VWS. Daarnaast zijn Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het akkoord. Tot nu toe hebben de LHV (huisartsen) en Mind (koepel cliënten- en familieorganisaties in de ggz) niet ondertekend.