De Nederlandse umc’s hebben voor de allereerste keer – via de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) – een gezamenlijke strategie naar buiten gebracht. De titel van de strategie spreekt voor zich: ‘Samen voor de gezondheid van morgen’. De komende vijf jaar willen de umc’s nauwer samenwerken met elkaar én met externe stakeholders om een transitie van zorgstelsel naar gezondheidsstelsel voor elkaar te krijgen. In de strategie worden de ambities en versnellingsagenda van de umc’s uiteengezet, met daarin een prominente rol voor technologie en digitalisering.
De strategie omvat drie gezamenlijke ambities: het realiseren van baanbrekende gezondheidszorg, het gelijktrekken van de gezondheidskansen en het creëren van een toekomstbestendig zorglandschap. Om deze ambities te realiseren, is een collectieve versnellingsagenda opgesteld. Daarbinnen zijn zeven thema’s gedefinieerd, waarvan een deel met een sterke technologische component, zo vertellen NFU-voorzitter Helen Mertens en Wiro Niessen, lid van de dedicated group digitalisering van de NFU.
Samenwerking
“De omvang van de huidige uitdagingen in de zorg vraagt om focus, keuzes en samenwerking”, vertelt Mertens. “De umc’s slaan de handen ineen en gaan meer samen optrekken, waarbij ook samenwerkingen met partners binnen en buiten de zorg van groot belang zijn. Digitalisering biedt enorme kansen voor het verlichten van de druk op de zorg én het realiseren van de transitie van zorg naar gezondheid. Dit vereist wel dat we samen een goede kennis- en data-infrastructuur neerzetten. Samenwerking is de kern van de nieuwe strategie omdat de uitdagingen in de zorg te groot zijn om alleen op te lossen. Alleen ga je harder, samen kom je verder.”
De bestaande traditie van samenwerking tussen de umc’s is de afgelopen tijd geïntensiveerd, aldus Niessen. “De samenwerkingscultuur van de umc’s mondt nu uit in een gezamenlijke visie. Daarin bekijken we waar we staan als land, onze grootste uitdagingen, onze kwaliteiten en hoe we kunnen bijdragen aan het oplossen van de huidige problemen. We hebben een gemeenschappelijke missie om onze expertise en middelen optimaal in te zetten ten behoeve van de gezondheid in Nederland.”
Ambitie 1: Van zorg- naar gezondheidsstelsel
De eerste ambitie van de umc’s betreft het realiseren van baanbrekende zorg. Met het wetenschappelijk onderzoek wordt veel kennis ontwikkeld in de umc’s die toepasbaar is in de brede zorgketen, in het hele spectrum van preventie tot de meeste complexe zorg die in de umc’s geleverd wordt. Daarbij speelt de transitie van een zorgstelsel naar een gezondheidsstelsel een belangrijke rol. Niet alleen de umc’s verzamelen veel data, dit gebeurt tot ver daarbuiten: in algemene en topklinische ziekenhuizen, de eerstelijns zorg, door gemeenten en in de brede samenleving. Hier worden bijvoorbeeld cohortstudies voor gebruikt. Maar om waardevolle conclusies te trekken uit deze onderzoeken, moet de data-verzameling en data-infrastructuur voor toegang tot deze data goed geregeld zijn.
Niessen: “In Nederland beschikken we over unieke datasets van de bevolking, zoals de Rotterdam-studie van het Erasmus MC, De Maastricht Studie van het Maastricht UMC+ en het Lifelines-cohort van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG. Deze onderzoeken zijn enorm belangrijk omdat ze ons inzicht geven over omgevingsfactoren of leefstijl die bijdragen aan de vatbaarheid van sommige mensen voor bepaalde aandoeningen. Of over factoren die juist beschermen tegen ziekten. Deze cohortstudies bieden enorme hoeveelheden data en zeer waardevolle inzichten over de gezondheid van Nederlanders. Die kennis kan vervolgens gebruikt worden om te voorkomen dat mensen ziek worden, zodat ze minder vaak hoeven aan te kloppen bij het ziekenhuis. Of ze kunnen worden gekoppeld aan data van dezelfde personen bij ziekenhuisbezoek. Dit geeft inzicht in de voorstadia van ziekten.”
Mertens vult aan: “Zo leerden we dat kinderen die op de basisschool een gezonde lunch krijgen en gestimuleerd worden om te bewegen niet alleen betere leerprestaties hebben, maar ook mentaal weerbaarder zijn, minder gepest worden en vaker participeren in de maatschappij, zoals door deelname aan een sportclub. Door deze effecten te meten en de uitkomsten te vergelijken met die van kinderen op andere scholen kunnen we een direct verband aantonen tussen innovatie en effect.”
Nadat uit een lokale studie blijkt dat een innovatie echt werkt, kan de interventie opgeschaald worden. Databeschikbaarheid is volgens Mertens essentieel om de effectiviteit van innovaties aan te tonen, en voorkomt dat hetzelfde onderzoek nodeloos in meerdere regio’s wordt gedaan. “Het wiel hoeft niet continu opnieuw uitgevonden te worden. Door juist gebruik te maken van elkaars onderzoeksinfrastructuur en data bouw je op elkaars expertise en kom je daadwerkelijk tot een versnelling van innovatie.”
CumuluZ en Health-RI
Twee belangrijke voorbeelden van samenwerking inzake databeschikbaarheid zijn CumuluZ en Health-RI. Niessen legt uit: “CumuluZ is een initiatief om databeschikbaarheid in de zorg te verbeteren, zodat zorgverleners, patiënten, cliënten en burgers op het juiste moment toegang hebben tot de juiste informatie. Deze zorgdata kunnen dan hergebruikt worden voor onderzoek. Health-RI is gericht op hergebruik van gezondheidsdata in de breedte voor beleid, onderzoek en innovatie: door datahergebruik te faciliteren, kunnen bijvoorbeeld AI-modellen gebouwd worden voor betere diagnostiek en klinische beslissingsondersteuning. Middels goede afspraken over data kunnen gegevens makkelijker gecombineerd worden, is grootschaliger onderzoek mogelijk en kunnen we krachtigere AI-modellen bouwen.”
CumuluZ is een mooi voorbeeld van de nieuwe strategie van de umc’s, voegt Mertens toe. “Het is een initiatief dat begon bij de CIO’s van de umc’s, waarna allerlei andere partijen het hebben omarmd. Ook VWS is enthousiast over de verbindende kracht van CumuluZ en heeft onlangs aangekondigd CumuluZ te gaan financieren. Op dit moment zien we dat landen waar is gekozen voor één elektronisch patiëntendossier wat op ons vooroplopen in de innovatiegolf. Met CumuluZ gaan we die achterstand inhalen.”
Ambitie 2: Verkleinen gezondheidskloof
Als tweede ambitie staat in de strategie van de umc’s het verkleinen van de gezondheidskloof, schetst. Mertens. “De zorg is de afgelopen decennia veranderd. Er kan steeds meer, maar de gezondheidskloof blijft groot. Dat is ons een doorn in het oog. We zien dat veel ontwikkelingen de gezondheidskloof juist doen toenemen in plaats van afnemen. Om dat om te keren, is een gezamenlijke kennisinfrastructuur opzetten essentieel. Hierin kunnen alle betrokken partijen hun kennis delen over preventie, leefstijl en allerlei andere elementen die bijdragen aan gezondheidsverschillen. Daarvoor is het opnieuw belangrijk om de data bij elkaar te krijgen. Digitalisering draagt zo juist bij aan het verkleinen van de gezondheidskloof.”
Zo kunnen gegevens uit de eerdergenoemde bevolkingsstudies inzicht verschaffen in de oorzaken van en daarmee richting geven voor het realiseren van oplossingen voor de gezondheidskloof, vertelt Niessen. “Door gezondheidsdata te verzamelen in regio’s waar mensen relatief gezond ouder worden en te vergelijken met gegevens van mensen uit regio’s met een gezondheidsachterstand kunnen we beter begrijpen waarom die gezondheidsverschillen bestaan. Op basis daarvan kunnen we effectieve manieren bedenken om diezelfde verschillen te verkleinen. En bij interventies om gezondheidsverschillen te verkleinen, kunnen we middels deze bevolkingsstudies ook meten of deze effect hebben. Dit geeft meer grip op de gezondheidskloof en kun je maatregelen bedenken die de kloof echt dichten.”
Ambitie 3: Toekomstbestendig zorglandschap
De laatste gezamenlijke ambitie van de umc’s is het creëren van een toekomstbestendig zorglandschap. Mertens: “Wij geloven dat digitale zorg kan helpen om de toenemende druk op de zorg te verlichten. Bijvoorbeeld door het zorgaanbod dichter bij de vraag te brengen met thuismonitoring of zorg op afstand, waardoor fysiek contact met een zorgverlener alleen nog plaatsvindt wanneer dit echt nodig is. Maar ook door met technologie administratieve lasten te verlagen, waardoor verpleegkundigen weer kunnen doen waarvoor ze zijn opgeleid. Digitalisering is een basisvoorwaarde voor het toegankelijk en betrouwbaar houden van de zorg.”
“Tijdens de coronapandemie moesten we wel experimenteren met digitale zorg, omdat de zorglast te groot werd”, vult Niessen aan. “Maar ook nadenken over passende en zinnige zorg is belangrijk. Als we met behulp van data kunnen voorspellen welke zorg of behandeling het zinvolst is, hoeven zorgverleners alleen nog zorg te verlenen die écht werkt. Aan de ene kant helpt technologie dus om mensen langer thuis te houden en meer eigen regie te geven, anderzijds kan digitalisering helpen om alleen aangetoond nuttige zorg te verlenen. Met deze mechanismen kunnen we de zorgcapaciteit optimaal benutten, de zorgvraag verminderen en het gezondheidssysteem duurzaam en bestendig houden naar de toekomst toe.”
Uitgestrekte hand
“Wij zien onze gezamenlijke strategie echt als een uitgestrekte hand”, concludeert Mertens. “Het uitbrengen van de strategie is een nieuw startpunt voor het aangaan van gesprekken met allerlei partners en stakeholders. Samen willen we kijken naar waar al aan gewerkt wordt en welke initiatieven extra versnelling behoeven. Uiteindelijk willen we namelijk de grootst mogelijke maatschappelijke impact maken, en we merken dat gesprekken met stakeholders baanbrekende innovaties initiëren. Die innovaties zijn hard nodig, want als we blijven doen wat we deden, zal de zorg vastlopen.”
CV
Helen Mertens is NFU-voorzitter, voorzitter Raad van bestuur van het Maastricht UMC+ en lid van de redactieraad van ICT&health.
Wiro Niessen is lid van de dedicated group digitalisering van de NFU, professor en decaan van de faculteit medische wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, lid van de Raad van Bestuur van het UMC Groningen en Captain of Science van de Topsector Life Science & Health.