Automatische insulinepomp verbetert ziektecontrole bij diabetes type 2

vr 13 juni 2025
Automatische insulinepomp verbetert ziektecontrole bij diabetes type 2
Wetenschap
Premium

Uit recente cijfers van het centraal bureau voor de statistiek (CBS) blijkt dat minder volwassen Nederlanders roken en overmatig roken dan 10 jaar geleden1 : 26 procent in 2014 versus 18 procent nu. In diezelfde periode nam het percentage volwassen dat overmatig drinkt af van 10 naar 6 procent. Toch was de boodschap van het CBS niet volledig positief. Het percentage volwassenen met overgewicht bleef in het afgelopen decennium namelijk steken rond de 50 procent; het percentage volwassen met ernstig overgewicht steeg zelfs van 13 tot 16 procent. Het risico op overgewicht bleek opnieuw inkomens- en opleidingsafhankelijk: mensen met een hbo- of universitaire opleiding of hoger inkomen hebben minder vaak overgewicht. Het doel van de overheid om het percentage volwassen met overgewicht in 2040 te hebben teruggebracht tot 38 procent, uitgelijnd in het Nationaal Preventieakkoord, lijkt daarmee ver weg.2

Overgewicht heeft diverse gezondheidsnadelen, waaronder diabetes type 2. Volgens het CBS had één op de 20 volwassen Nederlanders in 2021 dit type diabetes3. De relatie tussen overgewicht en type 2 diabetes is duidelijk: vergeleken met mensen zonder overgewicht hebben mensen met overgewicht een driemaal hoger risico op diabetes type 2. Bij obesitas is dit risico zelfs zes keer zo hoog. Dit is zorgwekkend, want diabetes kan tot meer gezondheidsklachten leiden. Zo kan de kenmerkende verhoogde bloedglucosespiegel schade aan de bloedvaten berokkenen, met hartfalen, beroertes en problemen met de doorbloeding tot gevolg.4 Daarnaast kunnen de ogen, nieren en zenuwen aangetast raken. 

Patiënten met diabetes type 2 wordt aangeraden om verbeteringen door te voeren in hun leefstijl, maar dat blijkt voor veel mensen lastig. Om de ziekte toch onder controle te krijgen, wordt insuline toegediend. Dit hormoon verlaagt de bloedsuikerspiegel en werd in het verleden handmatig toegediend door de patiënt zelf. Maar de afgelopen jaren winnen automatische insulinepompen aan populariteit, omdat ze de insuline toediening makkelijker en mogelijk beter maken. Patiënten die handmatig insuline spuiten, moeten namelijk constant hun glucosespiegel monitoren. In het verleden moest daarvoor een vingerprik worden gedaan, maar tegenwoordig zijn er sensoren beschikbaar die het glucoseniveau van de patiënt continu meten. 

Nieuw onderzoek

Het was al langer duidelijk dat automatische insulinepompen voordelen bieden bij de behandeling van diabetes type 1. Maar of deze technologie ook effectief en veilig is bij patiënten met diabetes type 2 was nog niet overtuigend aangetoond. Onlangs zijn in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift The New England Journal of Medicine de resultaten van een grootschalig gerandomiseerd onderzoek gepubliceerd, waarin de effecten werden bestudeerd van het gebruik van een automatische insulinepomp door patiënten met diabetes type 2.5

Amerikaanse en Canadese onderzoekers vergeleken hiervoor twee manieren om insuline toe te dienen. Deelnemers in de interventiegroep maakten gebruik van een hybrid closed loop-systeem, waarin een automatische insulinepomp gekoppeld is aan een sensor die constant het glucoseniveau meet. De insulinepomp berekent, op basis van de metingen door de sensor, automatisch hoeveel insuline toegediend moet worden. Het pompje heeft een touchscreen en is oplaadbaar, waardoor het goed te bedienen moet zijn voor iedereen die wel eens een smartphone of tablet gebruikt. 

Deelnemers in de controlegroep bleven dezelfde methode van insulinetoediening gebruiken als vóór de studie, waarbij ze net als de deelnemers in de interventiegroep gebruik maakten van een sensor om continu de glucosespiegel te monitoren. Vrijwel alle (96%) deelnemers in de controlegroep dienden zichzelf meerdere keren per dag handmatig insuline toe door middel van injectie, en de rest gebruikte en niet-automatische insulinepomp. Volwassen patiënten met diabetes type II werden willekeurig toegewezen (gerandomiseerd) aan de interventie- of controlegroep. Het onderzoek duurde 13 weken, omvatte in totaal 319 patiënten met diabetes type 2, afkomstig uit 21 studiecentra in de VS en Canada.

Primaire uitkomst: HbA1c

Tijdens het onderzoek werd bij de deelnemers het percentage geglyceerd hemoglobine in het bloed gemeten, een zogeheten HbA1c-bepaling. Hierbij wordt het percentage rode bloedcellen gemeten waaraan een suikermolecuul (glucose) is gekoppeld. Hoe meer glucose er in het bloed zit, hoe meer het aan de rode bloedcellen bindt. Deze binding is permanent, en rode bloedcellen worden pas na 2-3 maanden afgebroken door het lichaam. Daardoor weerspiegelt de HbA1c-meting het glucosegehalte over een langere periode, en geeft het een indruk van de ziektecontrole bij diabetes. Direct glucose in het bloed meten zegt minder over de ziektecontrole, omdat de glucoseconcentratie schommelt gedurende dag en beïnvloed wordt door voedselinname. 

Het gemiddelde HbA1c-percentage bij de deelnemers die de automatische insulinepomp gebruikten, nam gedurende de studieperiode af met 0,9 procentpunt (van 8,2 naar 7,3%), in de controlegroep met 0,3 procentpunt (van 8,1 naar 7,7%). Dit voordeel van het gebruik van de automatische insulinepomp bleek onafhankelijk van onder andere de leeftijd, het geslacht, de etniciteit, de BMI, het inkomen en het opleidingsniveau van de deelnemer. Ook bij patiënten die behandeld werden met een GLP-1-receptoragonist of SGLT2-remmer, werkte de automatische infuuspomp beter dan handmatige insulinetoediening. Deze razend populaire medicijnen (zoals ozempic en wegovy) zijn oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van diabetes, maar hebben de afgelopen vooral veel aandacht gekregen voor het gewichtsverlies dat ze teweeg kunnen brengen.  

Secundaire uitkomsten

Naast de HbA1c-bepaling werden ook andere metingen gedaan om een beeld te krijgen van de mate van ziektecontrole bij de deelnemers. Zo werd onderzocht welk percentage van de tijd deelnemers zich in het glucose-doelbereik bevonden (70-180 mg per deciliter). In de interventiegroep steeg dit percentage gedurende de studie van 48 naar 64 procent, terwijl het in de controlegroep slechts met één procentpunt steeg: van 51 naar 52 procent. Op basis hiervan berekenden de onderzoekers dat het glucoseniveau van de deelnemers die de automatische insulinepomp gebruikten dagelijks 3,4 uur langer binnen het doelbereik lag dan dat van de deelnemers in de controlegroep. Dit effect werd al na één week zichtbaar en zette zich de volledige studieperiode voort. 

Het gebruik van de automatische insulinepomp had daarnaast een positief effect op het gemiddelde glucoseniveau, verlaagde de tijd dat het glucoseniveau boven de 180 mg per deciliter uitsteeg en beperkte de frequentie van langdurige hyperglycemie. Daarnaast lijkt het erop dat het gebruik van de automatische insulinepomp de totale dosis insuline die per dag nodig is verlaagt. De totale insulinedosis nam tijdens de studie namelijk af van gemiddeld 95 naar 87 eenheden per dag in de interventiegroep, vergeleken met een lichte toename van 102 naar 104 eenheden in de controlegroep. Behandeling met de insulinepomp was echter wel geassocieerd met een grotere gewichtstoename: deelnemers in de interventiegroep kwamen gemiddeld 2,4 kilo aan, vergeleken met 0,9 kilo in de controlegroep. 

De deelnemers die de automatische insulinepomp gebruikten, ervaarden vaker bijwerkingen (30%) dan de deelnemers in de controlegroep (18%). Volgens de onderzoekers waren deze bijwerkingen meestal echter niet gerelateerd aan de automatische infuuspomp. Eén deelnemer die de infuuspomp gebruikte, moest voor een ernstige bijwerking behandeld worden. De infuuspomp bleek wel goed te hebben gefunctioneerd bij deze patiënt, dus de bijwerking werd niet aan de pomp toegeschreven. Eén deelnemer uit de controlegroep overleed gedurende de studie als gevolg van pancreatitis (alvleesklierontsteking) en het falen van meerdere organen. 

Betere ziektecontrole

Uit dit onderzoek is gebleken dat het gebruik van een automatische insulinepomp tot betere ziektecontrole leidt bij volwassen patiënten met diabetes type 2. Bemoedigend daarbij is dat deze methode effectief lijkt ongeacht de leeftijd, het geslacht, het inkomen en het opleidingsniveau van de patiënt. Daarnaast bleek het gebruik van een automatische insulinepomp ook effectief bij patiënten die behandeld worden met innovatieve gewichtsverlagende diabetesmedicatie. 

Deze groep patiënten zal gezien de populariteit van deze middelen ongetwijfeld gaan groeien in (relatieve) omvang. Idealiter zullen preventiemaatregelen en leefstijlveranderingen de hoeveelheid Nederlanders met overgewicht en diabetes type 2 in de toekomst beperken. Toch zullen we niet voorlopig niet van diabetes type 2 af zijn. Automatische insulinepompen kunnen in ieder geval een effectieve manier vormen om ziektecontrole te bereiken en hopelijk verdere gezondheidsschade te voorkomen. 

Referenties

1. Link

2. Link

3. Link

4. Link

5. Link