Het lukt het Diakonessenhuis in Utrecht om haar naam hoog te houden als het gaat om zorgvernieuwing: volgens de monitor Digitale zorg behoort het stads- en streekziekenhuis van Utrecht namelijk tot de beste 20 algemene ziekenhuizen van Nederland. Apps en de vervanging van een deel van de afspraken in het ziekenhuis door digitale contacten leiden tot toekomstbestendigere zorg van hoge kwaliteit. Meer patiënten kunnen worden opgevangen door dezelfde hoeveelheid collega’s. Dit soort nieuwe vormen van zorg zijn noodzakelijk om de zorg ook in de toekomst voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te houden. Informatiemanager Stijn Sadee en internist/oncoloog Tanja Oostergo van het Diakonessenhuis vertellen over de ontwikkeling van hybride zorgpaden binnen hun ziekenhuis.
De term hybride zorgpad is velen onbekend, vertelt Sadee: “Hybride zorgpad is een moeilijke term, want wanneer is iets een zorgpad en wanneer is het hybride? Maar het is wel een term met een belangrijk uitgangspunt. Namelijk dat als je de zorg impactvol wilt ondersteunen met digitalisering (hybridiseren), het nodig is om dat te doen vanuit de ‘reizen’ van patiënten en zorgverleners (het zorgpad). Daarin is de uitdaging om deze visie op digitalisering te vertalen naar een concrete aanpak die past bij het ziekenhuis.”
“Op veel plekken wordt gezocht naar manieren om patiënten te ondersteunen bij digitalisering”, legt Sadee uit. “Vaak begint dit bij zorgverleners met goede ideeën voor hun patiëntengroep, waardoor het risico ontstaat dat je in één ziekenhuis een wildgroei aan vergelijkbare apps krijgt. In sommige van die apps kan de patiënt vragen stellen, in andere niet. Het overzicht voor de patiënt verdwijnt dan, maar ook voor onszelf als ziekenhuis.”
Nieuwe werkwijze
Daarom heeft het Diakonessenhuis de afgelopen jaren ingezet op een andere werkwijze: het realiseren van een basis die bestaat uit flexibel inzetbare technische producten én een bijbehorende aanpak om de zorg daarmee te ondersteunen.
Sadee: “Op basis van deze toolbox voeren we het gesprek met onze patiënten en medewerkers. We doorlopen de reis van de patiënt en onderzoeken vervolgens gezamenlijk de verbeterpunten. Hoe zit de patiënt erbij? Wat heeft die nodig? Wat hebben wij van hen nodig? Hoe ondersteunen we het zorgproces? En hoe zetten we die technische basis in om dat optimaal te doen? Het resultaat is een hybride zorgpad waarin de gecombineerde inzet van technieken meer effect heeft dan de som der delen. Bovendien kunnen we op deze wijze ook beter opschalen als daar behoefte aan is.”
Een praktijkvoorbeeld uit het Diakonessenhuis betreft kinderartsen die veel herhaalbezoeken kregen van ouders die hen consulteerden over hun spugende baby’s. “We zagen dat ouders na het eerste consult nog met veel vragen weggingen”, illustreert Sadee. “Door hun behoefte centraal te stellen en hen voor dat eerste consult al een digitale vragenlijst te sturen, ontdekten we dat we niet alleen het aantal herhaalconsulten naar beneden konden brengen, maar óók dat we dat eerste consult veel effectiever konden benutten. Ouders gingen dus met betere handreikingen naar huis, terwijl we vooral de bestaande mogelijkheden efficiënter hoefden in te zetten, zoals digitale vragenlijsten.” Het bleek dus cruciaal om heel goed te luisteren naar patiënten als je de juiste dingen in een proces wilt vervangen door digitale mogelijkheden. Maar digitalisering mag nooit een doel op zich zijn.
Arts als regisseur
Tanja Oostergo is internist/oncoloog in het Diakonessenhuis en volop bezig met het ontwikkelen van een hybride zorgpad voor patiënten met borstkanker. Ook hier hoopt men het spreekuur efficiënter te kunnen benutten door digitale mogelijkheden goed in te zetten.
“Ik ben oncoloog geworden omdat ik veel voldoening haal uit de wat langere behandelrelaties”, vertelt Oostergo. “Mensen uitvoerig leren kennen en weten wat voor hen belangrijk is. Dan kan ik als dokter echt iets wezenlijks voor ze betekenen. Juist door het voorwerk goed te organiseren, is er bij het persoonlijke consult meer ruimte voor wat er daadwerkelijk toe doet. We zijn geen groot ziekenhuis en worden gewaardeerd om het laagdrempelige en persoonlijke contact, waardoor hybride zorgpaden ook echt bij ons als ziekenhuis passen. Deze innovatie van zorg draagt namelijk bij aan het in stand houden daarvan.”
Als oncoloog ziet Oostergo een grote variatie aan ziektebeelden. “Ik schakel de hele dag van borst- naar darm- en van darm- naar prostaatkanker, en weer terug. Je zou het liefst willen dat iedere patiënt automatisch de juiste informatie krijgt aangeboden via het patiëntenportaal, zonder tussenkomst van mij als arts. Maar voorlopig is dat nog een uitdaging en zijn artsen nog echt nodig als regisseur. Ik geloof erg in de innovatie van zorg, maar zie soms ook met lede ogen aan hoeveel harder andere bedrijfstakken vooruitgaan in vergelijking met de medische wereld.”
Toolbox en schaalgrootte
Het Diakonessenhuis merkt dat ze een voorloper is in de transitie van zorgpad naar gecombineerde oplossing. En dat een visie op een basisaanpak helpt, maar tegelijkertijd ook geen garantie voor succes geeft.
Sadee: “We zijn ambitieus, maar e-health is nog zodanig in ontwikkeling dat sommige oplossingen nu nog suboptimaal zijn. Wel beschikken wij nu over een toolbox van producten, in plaats van de situatie waarin ieder specialisme op zoek gaat naar eigen oplossingen. Hoewel we minder e-healthproducten hebben dan eerder, zou het voor de patiënt optimaal zijn om er één te hebben.” Maar iedere stap is er één. Dus gaat het Diakonessenhuis door, waarbij ook binnen het ziekenhuis meer zal worden afgestemd en geharmoniseerd.
Een andere uitdaging is om deze aanpak een wezenlijk onderdeel te laten worden van een organisatie. Daarvoor is voldoende schaalgrootte nodig, wat betekent dat de aanpak ziekenhuisbreed omarmd moet worden. In het Diakonessenhuis klopt een zorgverlener met een goed idee nu aan bij het expertteam Hybride Zorg, in plaats van bij een externe leverancier. In de ideale wereld wil je een situatie waarin je gemakkelijk op maat kunt opschalen. Zo merkte het Diakonessenhuis recent dat de kinderartsen − in lijn met het zorgpad spugende baby’s − zelf een hybride zorgpad ontwikkelen, en dan bij het ziekenhuis op de lijn komen. Het standpunt van de ICT-afdeling is dan ook dat een ICT-product pas echt een bijdrage levert als het een bewezen plek in het zorgpad heeft.
Een product moet een wezenlijk antwoord bieden op de vragen en wensen van patiënten en zorgverleners. Dat betekent ook dat je soms het lef moet hebben om ergens mee te stoppen. Die beslissing wordt uiteindelijk gemaakt door de zorgverlener. Echt transformeren is namelijk zoveel meer dan een app toevoegen aan het zorgproces.
Patiënt aan het woord
Bo is moeder van Willem (2). Willem moest geopereerd worden om buisjes te laten plaatsen vanwege aanhoudende problemen met zijn neus- en keelamandelen:
“We hadden al een heel traject achter de rug, omdat Willem lange tijd te jong was om operatief bij in te grijpen. Ik kwam toen als moeder voor het eerst in aanraking met een stukje ‘digitaal zorgproces’. In ons geval was dat de combinatie van het elektronisch patiëntendossier met berichtgeving via de app BeterDichtbij. Ik was verrast door de snelheid van de reactie en de precisie van het antwoord. In ons geval was dat vaak even een kort contact: het was dan niet urgent genoeg om te bellen, maar we wilden ook niet wachten tot de volgende afspraak. Dan is de laagdrempeligheid van de app heel fijn. In mijn ogen betekent dit alleen maar winst. De app verduidelijkte ook wanneer iets wel urgent was, en gaf daarmee vertrouwen.”
“Alles in ons leven digitaliseert, wat heel veel eigen controle betekent. Voor mij is het heel logisch dat dit ook in de zorg zijn opmars maakt. Ook rondom het ontslag van Willem en de nazorg kregen we korte berichtjes en adviezen, met passende linkjes en eventuele telefoonnummers voor het geval het nodig was. We kregen goede, complete en overzichtelijke zorg, misschien nog wel méér dan zonder digitale vormen.”
CV
Stijn Sadee is informatiemanager in het Diakonessenhuis.
Tanja Oostergo is internist/oncoloog in het Diakonessenhuis.