Wat gebeurt er als je een diepgewortelde interesse in technologie combineert met een passie voor mensen? Radiotherapeut-oncoloog Gabriëlle Speijer groeide op tussen de technische experimenten van haar vader en ontwikkelde al jong een fascinatie voor zorg en innovatie, waarbij innovatie voor haar méér betekent dan technologische vooruitgang. Hoe veelbelovend AI, digital twins en datagedreven zorg ook zijn — ze hebben alleen waarde als ze bijdragen aan het allerbelangrijkste in de zorg: menselijke verbinding. "De klik tussen arts en patiënt is bepalend voor het succes van een behandeling," stelt Speijer. Ze pleit voor een digitale herinterpretatie van de Eed van Hippocrates en roept zorgprofessionals op de regie te nemen over data en technologie. Deze coverstory geeft het gesprek weer met Speijer over visie, vertrouwen en de kracht van écht contact — in een tijd waarin zorg vraagt om betekenisvolle keuzes.
Kunt u iets vertellen over uw achtergrond en wat u ertoe bracht zich te verdiepen in zorginnovatie?
“Ik ben werkzaam als medisch specialist in Radiotherapie in het Haga. Dat is technisch geavanceerd, teamgericht en multidisciplinair. In samenwerking met de industrie innoveren we over de domeinen heen. Vanuit mijn vak ligt de focus daarbij op de mens binnen een uitdagend oncologisch traject. Samen met het team maatwerk leveren is voor mij een uitdaging waar ik vol overtuiging voor ga. Ik wil vanuit het contact met de patiënt leren, kennis opdoen en delen. En technologie is daarbij een hele waardevolle ondersteuning.”
“Die belangstelling voor technologie is me als het ware met de paplepel ingegoten, aangezien mijn vader technologie als aandachtsgebied had. Hij ‘gebruikte’ mij als testobject en super-user voor zijn technische projecten. Ik zag het dan als een soort guilty pleasure om bijvoorbeeld alle apparaten zo aan te sluiten en de afstandsbedieningen zodanig te programmeren, dat alleen ik ze kon bedienen. Op een gegeven moment, ik was een jaar of vijftien, maakte ik mee dat iemand in mijn omgeving in het contact met haar huisarts een in mijn ogen vreemde beslissing nam. De huisarts ging weg en de betreffende persoon besloot daarop de medicatie die die arts had voorgeschreven door de wc te spoelen, omdat zij die niet kon of niet wilde slikken. Dat aspect was helemaal niet aan de orde gekomen! Ik vond dat zonde van de medicatie en het feit dat het niet in het voordeel was van de gezondheid van deze vrouw. Ik begreep niet waarom er geen goede connectie was gemaakt tussen arts en zorgvrager. Dat motiveerde mij toen enorm om dokter te willen worden. Ik dacht: ik wil en moet hier in ieder geval verbetering in aanbrengen.”
U heeft de Eed van Hippocrates geactualiseerd. Waarom was dat nodig?
“Dat heeft er alles mee te maken dat het meest centrale aspect in het werk is dat je een connectie maakt met je zorgvrager, of dat nu een behandeling of een advies of een suggestie is. Door het ontbreken van een goede borging op het niveau van ICT en dataveiligheid verschuift de vertrouwelijke relatie ongewild richting een zakelijke relatie. Dit bedreigt de basis van vertrouwen, wat juist de kracht is van een goede arts-patiëntrelatie. Als die connectie slaagt, krijg je een goed beeld van die ander. Daarvoor is vertrouwelijkheid nodig. Dan pas durft iemand zich kwetsbaar op te stellen. En dat geldt andersom ook voor de dokters. Ook die hebben een mate van vertrouwelijkheid nodig.”
'Zorg met impact begint bij echte verbinding'
“Soms is dat best een uitdaging, want je hebt niet altijd zo maar een klik met elkaar. Ik moet dan ook echt op zoek gaan naar die klik. Als ik in dit licht de Eed vertaal naar de huidige tijd, dan betekent het dat je zegt: ik beloof dat ik de beste zorg en gezondheid lever aan de patiënt in vertrouwelijkheid. En daarbij is digitale ondersteuning van cruciaal belang. Digitale zekerheid tot data: vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit met betrekking tot die digitale informatie of data, is een keiharde voorwaarde. Patiënt en arts moeten een veilige digitale omgeving hebben om direct toegang te kunnen krijgen tot de nieuwste technologische mogelijkheden. Daartoe moeten zij samenwerken met de technologieontwikkelaars en de dataspecialisten. Bovendien moeten zij technologie, kunnen inbrengen, verbeteren en al dan niet uit de roulatie kunnen halen wanneer het niet voldoet.”
“Met digitaal veilig bedoel ik ook transparant en toetsbaar. Op Europees niveau zijn we bezig om hier afspraken over te maken. Wat hier in mijn optiek nog ontbreekt, is dat we op wereldniveau kunnen beschikken over een framework met principes die zijn afgeleid van onze professionele waarden. Waarbij je vanuit je rol als zorgprofessional, client, burger, technologieontwikkelaar en dataspecialist digitaal instapt, en samen die data beheert waarmee technologie ontwikkeld wordt. Ik denk dat dokters het voortouw moeten nemen om dat op te pakken. Het moet bij de bron geregeld worden, bij de dokters en de patiënten."
"Zo’n framework is mede de sleutel tot het creëren van duurzaamheid in het digitale ecosysteem, want er wordt nu nog te veel aan koude data opgeslagen, die niet bijdragen aan de oplossing van het probleem. Sterker nog, die alleen maar ruimte in beslag nemen en zorgen voor ruis, onveiligheid en ernstige risico’s om de Eed nog overeind te houden.”
Stel dat dit alles maakbaar is, hoe ziet de zorgpraktijk er dan uit?
“Dan zijn de arts en de patiënt, oftewel de burger en de zorgprofessional, in the lead over de technologie. De communicatie staat onder hun beheer. En omdat je daar een klik voor nodig hebt, moet je ook een keuze hebben, zowel als arts als patiënt. Dit zou digitaal ondersteund moeten worden. Want die klik is extreem belangrijk voor de uitkomsten van de zorg. Dat wordt nog onderschat.”
“Een ziekenhuis is er niet optimaal op ingericht om een arts te kunnen ‘kiezen’, mocht de klik er niet zijn, maar hier kan wel meer aan gedaan worden. Bijvoorbeeld door een secretariaat goed te laten uitvragen bij de verwijzer wat precies de zorgvraag is, opdat zij een best match kunnen zoeken per aanvraag. De krapte aan personeel maakt dit niet makkelijker helaas, maar wellicht kan er een platform gecreëerd worden door dokters waar zij hun krachten bundelen op dit vlak. Dat kan ook regiobreed, en dit sluit perfect aan bij die nieuwe eed zoals ik die voorsta. Want het gaat erom dat je als dokter je patiënt op de best mogelijke manier wilt helpen. Als dat betekent dat je hem moet doorverwijzen naar een collega in een ander ziekenhuis, bijvoorbeeld voor een second opinion, dan moet dat mogelijk zijn."
'Technologie volgt, menselijk contact staat voorop'
"Patiënten die in het ziekenhuis komen, hebben allemaal verschillende verwachtingen op het moment dat ze de drempel over stappen. Het is van cruciaal belang voor zowel arts als patiënt dat boven water komt wat de verwachting is, want dan pas kun je als arts inzetten op een geslaagde behandeling. Dan kan ik ook als arts bepalen of ik over de specifieke expertise beschik of dat ik die moet zoeken in mijn team of zelfs extern. En daarmee wordt ook het belang van het internet heel duidelijk: het maakt het mogelijk om inzichten, informatie en data breed met elkaar te delen. Althans, zo breed als nodig is uiteraard.”
“Daarnaast hanteren we in een maakbare zorgpraktijk businessmodellen die zijn aangepast aan de eisen die bij digitaal zorg verlenen komen kijken, en waarin we als artsen ook waarde terugkrijgen voor innoveren.”
Welke technologische ontwikkelingen in de zorg vindt u het meest veelbelovend?
“Dat heeft alles te maken met wat ik vertelde over het delen van informatie en data. Want ik denk dat technologie an sich nooit veelbelovend is. Aanvankelijk leek het internet de grote belofte van de democratische verbinding tussen alle mensen, en kennis delen en vergaren, maar inmiddels is gebleken dat dat niet automatisch gunstig uitvalt. We hebben te maken met onder meer misinformatie, verslavingsproblemen, apps die tot gezondheidsschade leiden, tot en met sturende microtargeting op basis van profilering van zoekgedrag. Dat heeft onder meer te maken met de werking van algoritmen en dus met de vraag of wij zelf in control zijn met betrekking tot het platform. Pas als wij zelf echt eigenaar zijn van het platform en de data beheren met elkaar - en we de technologie veilig kunnen inzetten - dan zijn we er pas.”
“Wat ik ook wil noemen als veelbelovende toepassing is de inzet van digital twins. Daardoor kun je werken met een virtuele representatie van de werkelijkheid en hoef je dus niet te ‘oefenen’ op echte mensen, want je werkt via simulatie. Door middel van digital twins kun je voor de patiënt een behandeling simuleren zodat hij een helder beeld krijgt van wat een behandeling zal gaan inhouden. Dat maakt het een belangrijk onderdeel van verwachtingsmanagement. Met de komst van virtual reality en generatieve AI is dat niet meer ver van ons bed. Je kunt via deze techniek in de levenssetting van de patiënt treden, dus uitgaan van de waarden en context van de individuele patiënt. Je krijgt als het ware een film te zien van je leven zoals het er uit kan komen te zien onder verschillende omstandigheden. Als arts kun je dan de patiënt begeleiden in zijn keuze. Het wordt daarmee een soort maatwerkcounseling.”
Hoe ziet u de rol van AI en data-analyse in de toekomst van de gezondheidszorg?
“Ik zie dat er een lerend systeem wordt gebouwd met AI als een mogelijkheid om het internet op een veilige manier onder controle te krijgen. Dan kunnen we samen alle data als een groot goed beheren. Data kunnen daarmee tegelijkertijd belangrijke input zijn voor andere zaken die gezondheid opleveren. Dus niet alleen voor de primaire zorg, maar ook voor bijvoorbeeld research of de ontwikkeling van producten of diensten. Of het kan worden gebruikt om inzicht te krijgen in kwaliteits- of financiële doeleinden. Kostenbeheersing is een serieuze uitdaging, dus inzicht daarin is van groot belang. Door de integriteit, kwaliteit, betrouwbaarheid en veiligheid van data vanaf het ontstaan goed met elkaar te beheren, ontstaat daar waarde die nu wegloopt en waardoor kosten niet te beheersen zijn. Bovendien, wat we nu doen - data achteraf proberen veilig te stellen - is niet alleen een onbeheersbaar proces maar bovendien in toenemende mate onveilig, want onbeheersbaar!”
Hoe gebruikt u in uw werk als radiotherapeut-oncoloog en in uw andere initiatieven digitale technologie om zorginformatie waardevol en beschikbaar te maken, zowel voor patiënten als voor collega’s?
“Ik stel het contact centraal als informatiebron, omdat ik in de eerste plaats wil achterhalen of de patiënt en ik op dezelfde golflengte zitten of dat er andere kanalen ingeschakeld moeten worden. Op al deze fronten speelt technologie een belangrijke rol. Maar ook tijdens het consult zelf, via beeldbellen dan wel telefonisch. En voor het consult, afhankelijk van de behoefte van de patiënt via app, mail, (video)bellen of op de poli. In feite van episodisch contact naar een structureel contact. Ik geef daarom mijn privénummer aan mijn patiënten. Voor mij is het belangrijkste ‘er te zijn’ voor de patiënt, en daarvoor maakt het, is mijn ervaring, vaak niet uit hoe. Met de digitale mogelijkheden kun je het bekende incidentele contact poliklinisch veel rijker maken. Goede afspraken maken met elkaar is daarbij, in het kader van verwachtingsmanagement, heel belangrijk. Want uiteindelijk bepaalt niet de technologie, maar onze eigen verwachting en invulling hoe we deze digitale ondersteuning ervaren. Dat mijn patiënten mijn mobiele nummer hebben, levert me dan ook echt werkplezier op, heel rewarding! En ik leer er ook veel van, want je krijgt een beter ‘inkijkje’. Voor mij is dit een extra manier om een goed beeld te krijgen van een patiënt. Ik heb gemerkt dat dat vaak ten goede komt aan de behandeling. Want je begrijpt elkaar beter. Ik investeer in het werk aan de voorkant en dat levert (tijd)winst op aan de achterkant. Ik heb niet de ervaring dat er misbruik gemaakt wordt van mijn beschikbaarheid. Dat gevaar bestaat denk ik ook alleen wanneer de relatie verstoord is.”
Welke innovaties heeft u zelf helpen implementeren of ontwikkelen?
“Ik vind dat een lastige vraag omdat ik, zeker in mijn vakgebied, meen dat je continu innovatief moet zijn. Waar ik het meeste aan heb gewerkt de afgelopen jaren is een innovatie die ik als meest cruciaal zie om de echte vertrouwelijke connectie tussen zorgprofessional en patiënt weer centraal te stellen, ook digitaal. Wat daar technisch, organisatorisch en qua expertise voor noodzakelijk is, is dat framework dat je in stelt staat met elkaar vanuit verschillende rollen je eigen platform te beheren. Ik zet me in het bijzonder graag in voor innovaties die ons in staat stellen om informatie intercollegiaal (via dashboards en portals) en met de patiënt (via een app) slim te delen, en het optimaliseren van kwaliteitsprocessen waarin de interactie tussen ons en de technologie van checkpoints voorzien wordt. Razend interessant, dan zie je hoe handig technologie je kan helpen om een proces minder foutgevoelig te laten verlopen, maar ook dat menselijk gedrag altijd gemonitord moet blijven worden. Technologie moet daarbij faciliteren en daarom aanpasbaar zijn over de tijd, of dat nou de invoer van scripts of een AI-model voor ondersteuning van een processtap in mijn werk is.”
'De nieuwe Eed vraagt digitale verantwoordelijkheid'
“Buiten de directe klinische setting heb ik mijn bijdrage geleverd aan een diversiteit van kleine en grote startups en bedrijven, vanuit het uitgangspunt dat het meerwaarde zou opleveren voor gezondheid en ik relevante input kon leveren. Dat heb ik in de meeste gevallen onder de radar gedaan. En, omdat ik zie dat innovatie op zich niet direct een verdienste is, maar de digitale ruimte om dit veilig te kunnen doen wel, heb ik aan initiatieven als Thuisarts, en Innovate een bijdrage geleverd. Net zoals aan diverse projecten als de leergang AI, softwarevalidatie en leidraad en advies bij de ontwikkeling gepersonaliseerde zorgenkeuzes. Ik acht het namelijk van belang dat we inzetten op zaken die voor veel meer collegae en patiënten van meerwaarde kunnen zijn, liefst laagdrempelig door het verbinden van al bestaande initiatieven aan een cyclisch lerend zorgsysteem. Thuisarts is afgeleid van onze richtlijn en een prachtige manier om gericht patiënten te informeren. Innovate is het platform dat we in de radiotherapie in Nederland hebben opgezet, met als doel bestaande goede innovaties sneller bij meer instellingen te krijgen, en van elkaar leren in de vorm van do’s en don’ts.”
Welke rol ziet u voor jonge zorgprofessionals in het innovatieproces en hoe vult u deze rol zelf in?
“Ik ben best wel een beetje jaloers op de jonge zorgprofessionals, omdat de tijd nu rijp is dat je technologie zo kunt laten ondersteunen en de regierol op zo’n manier kunt pakken, dat je veel meer waarde kunt toevoegen voor meer mensen tegelijkertijd, ook wereldwijd. Innovatie is een cyclisch proces, wat inhoudt dat het nooit ‘af’ is. Je kunt je als jonge zorgprofessional ook niet veroorloven om er niet op in te zetten, want onder andere dankzij social media en internetkanalen komt het via patiënten sowieso je spreekkamer in. Voor ons is het een uitdaging om hier behalve aan de dagelijkse taken voldoende aandacht aan te besteden, maar het is zeker niet onmogelijk. Ik vind dat als we dit belangrijk vinden, we er ook samen waarde aan moeten toekennen. Een goede interactie of kruisbestuiving tussen de praktijk en de ontwikkelaars van zorginnovatie blijft cruciaal, dus het is van groot belang dat dat gefaciliteerd wordt. Als die interactie er niet is, loop je het gevaar dat je voor veel geld iets ontwikkelt dat in de praktijk niet de meerwaarde biedt die je beoogt. Andersom wil je voorkomen dat de praktijk dingen verwacht die niet mogelijk zijn. Aan weerszijden moet er dus afstemming en samenwerking zijn. Dat klinkt als ver van mijn bed, maar dat is niet zo. Binnen de radiotherapie werken we al langer samen met de industrie.”
Wat zijn de grootste obstakels bij het implementeren van innovaties in de zorgpraktijk?
“De aanwezigheid van een veilige, laagdrempelige digitale omgeving om te innoveren ontbreekt nog. Ik bedoel daarmee dat ik in mijn praktijk niet zomaar met gegevens van mij en mijn patiënten kan doen wat ik wil in de zin van ‘technologie erin stoppen of eruit halen om te oefenen en spelen’ en bijvoorbeeld een digitale kamer kan inrichten. Wat we eigenlijk nodig hebben, is een overkoepelend level op publiek, privaat en onderwijsgebied, waar in teams wordt samengewerkt, zodat we breed gedragen zorginnovaties kunnen realiseren. Voor dat samenwerkingslevel zou eigenlijk een framework en een model moeten bestaan, waarmee de waarde geborgd kan worden. We zien nu dat veel waarde wegsijpelt, oftewel we innoveren onszelf arm, dus ik zou willen pleiten voor een brede scope op het gebied van gezondheid. En ik wil waarde ook nadrukkelijk definiëren als waarde voor de gezondheid van de mens en niet uitsluitend de financiële waarde of besparing.”
U heeft ook de ambitie om jonge artsen te begeleiden evenals huidige collega’s. In welke vorm gaat u dit doen?
“Wat ik wil meegeven aan hen is dat zij meer gebruik moeten maken van technologie. Er meer nieuwsgierig naar worden wat hen voor hen op kan leveren. Een belangrijke boodschap hierbij is ook ‘durf over je eigen vakgebied heen te kijken!’ Vanuit een ongekende nieuwsgierigheid om erachter te komen hoe ik van elke patiënt in de kliniek kon leren en mijn overtuiging dat ik de ‘1 op 1 naar 1 naar meer’-relatie kon gaan schalen middels technologie, heb ik een zoektocht ingezet. Dit bracht me van het ene naar het andere domein en stimuleerde me om buiten mijn vakgebied te kijken. Zo bouwde ik een breed netwerk op en deed ik nieuwe kennis op in disciplines als recht, deep tech, communicatie, business, ecosysteem ontwerp, et cetera. Wat ik vanuit deze netwerken heb geleerd en van mijn patiënten mag leren, is van onschatbare waarde. Ik wil mijn kennis delen en hierbij te faciliteren zodat ze het in praktijk kunnen brengen. Met als doel, ervaren en minder ervaren zorgprofessionals, innovaties te tonen, te duiden en ze samen door te voeren. Dat we samen de digitale herinterpretatie van de Eed van Hippocrates doorleven. Om optimale zorg te leveren aan onze patiënten met gebruikmaking van technologie die van meerwaarde is. Dat is voor mij de transformatie."
Tot slot: Wat is uw belangrijkste advies aan collega’s in het zorgveld?
“Zorg dat je altijd de regie houdt en dat je je eed meeneemt in de keuzes die je maakt. En neem de eed ook buiten je praktijk mee, naar alle ondersteunende disciplines. Hou scherp met elkaar waar je voor staat. Zo creëer je eenheid. Sterk staan in je vak is het allerleukste en dat doe je door je patiënten te toetsen en te bevragen. Er drukt een grote verantwoordelijkheid op ons, want we begeleiden onze patiënten door hun leven. In de huidige manier van werken kleeft daar vaak een zakelijk of juridisch gevoel aan, maar ik pleit ervoor dat we teruggaan naar waar we het echt allemaal voor doen. En daarbij adviseer ik bovendien om te allen tijde te handelen vanuit een positieve grondhouding!”
'Digital twins geven patiënten grip op hun behandelkeuzes'

CV
Gabriëlle Speijer is een vooraanstaande Nederlandse radiotherapeut-oncoloog, innovator in de zorg en pleitbezorger van de 'data driven doctor'. Speijer combineert haar medische expertise met een sterke visie op de toekomst van de gezondheidszorg, waarbij technologie en menselijke waarden hand in hand gaan. Haar inzet voor digitale innovatie maakt haar een invloedrijke stem in het streven naar een meer geïntegreerde en patiëntgerichte zorg.
Opleiding en medische loopbaan
Geneeskunde: afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit Leuven, België. Specialisatie: opleiding tot radiotherapeut-oncoloog gevolgd aan het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Huidige functie: radiotherapeut-oncoloog in het HagaZiekenhuis in Den Haag.
Ondernemerschap en innovatie
Oprichter van CatalyzIT: een zorginnovatiebedrijf dat zich richt op het verbeteren van de zorgkwaliteit door middel van digitale technologieën. Initiatiefnemer FluKs.Space: digitaal communicatieplatform, waarin data beschikbaarheid, vertrouwelijkheid en integriteit vanuit de zorgprofessional en cliënt beheerd kunnen worden, technologie heel gemakkelijk kan worden ingebracht en waardoor van elke cliënt continu geleerd kan worden.
Expertise en visie
Data Driven Doctor: promotor van het concept waarbij artsen gebruikmaken van technologie om een volledig beeld van de patiënt te verkrijgen, inclusief sociale determinanten van gezondheid. Waarbij de patiënt moet worden gezien als onderdeel van een systeem: een mens met context, wensen, verwachtingen en stimulatiebehoeften. Digitale Interoperabiliteit: actief betrokken bij projecten zoals SNOMED, HL7 en FAIR om een uniforme en veilige gegevensuitwisseling in de zorg te bevorderen. Ethische Zorgtechnologie: beklemtoont het belang van vertrouwelijkheid en menselijke waarden bij de inzet van technologie in de zorg.
Erkenningen
HIMSS Future50 International HealthIT Leader (2019): erkend als een van de wereldwijde voortrekkers op het gebied van digitale zorginnovatie.