Het was weer zo'n dag. De vergaderruimte van ons prestigieuze zorgcentrum was gevuld met de gebruikelijke verdachten: de Raad van Toezicht, directieleden en een enkele verdwaalde arts die per ongeluk de verkeerde deur had genomen. De agenda beloofde weinig spektakel: financiële updates, personeelszaken, vastgoed. Maar gelukkig ook als klap op de vuurpijl: een presentatie van onze innovatiemanager. Iets waar ik altijd blij van word. Maar ik zag ook een aantal collega’s inwendig zuchten. Innovatie. Het woord alleen al deed een aantal van mijn toch wel degelijk gewaardeerde collega’s denken aan mislukte projecten en dure speeltjes die na een week in een stoffige kast belandden.
De innovatiemanager, een jongeman met een enthousiasme dat bijna gênant was, betrad het podium. Zijn presentatie ging over kunstmatige intelligentie in de zorg. Ik zag de ogen bijna uit hun kassen rollen. AI. Natuurlijk. Het toverwoord van de 21e eeuw. Ik bereidde me voor op een stortvloed van technische termen en onrealistische beloftes.
Maar toen gebeurde er iets onverwachts.
De innovatiemanager begon te vertellen over een project binnen ons huis waarbij AI werd gebruikt om patronen in patiëntgegevens te herkennen. Patronen die artsen over het hoofd hadden gezien. Patronen die leidden tot eerdere diagnoses, betere behandelingen en waarmee zelfs levens werden gered.
Uitdagingen zorgsector
Aan de hand van dit voorbeeld sprak hij over de uitdagingen waar de zorgsector voor staat: vergrijzing, personeelstekorten en stijgende kosten. Maar in plaats van te klagen, presenteerde hij oplossingen. Hij liet zien hoe technologie - van slimme sensoren tot kunstmatige intelligentie - de zorg kon verbeteren. Hij sprak over preventie, over het empoweren van patiënten, het monitoren op afstand, over het creëren van een meer mensgerichte zorg.
Plots gaf de innovatiemanager een verrassende wending aan het gesprek. "We moeten niet alleen denken aan hightech-oplossingen," zei hij, "maar ook aan lowtech-innovaties die een groot verschil kunnen maken voor onze patiënten en medewerkers."
Lowtech innovaties: ik zag vragende gezichten om mij heen. De innovatiemanager glimlachte en vervolgde: "Denk aan een simpel whiteboard in de patiëntenkamer, waarop de verpleegkundige de belangrijkste informatie over de behandeling en het zorgplan kan noteren. Of een comfortabelere stoel in de wachtkamer, met een ingebouwde oplader voor mobiele telefoons."
Kwartje valt
Het kwartje viel. Innovatie hoeft niet altijd te gaan om dure apparaten en complexe technologieën. Soms zijn het juist de kleine, praktische verbeteringen die de grootste impact hebben op de (ervaren) kwaliteit van zorg.
Ik voelde èn zag dat eenieder wat rechter op en alerter aan tafel ging zitten. Zou het dan toch...? Zou innovatie niet alleen een dure hobby zijn, maar ook echt iets kunnen betekenen voor onze patiënten?
De presentatie ging verder. De innovatiemanager toonde ons hoe AI robots kon aansturen om taken uit te voeren die voorheen alleen door mensen konden worden gedaan. Robots die medicijnen rondbrachten of bloedmonsters naar het laboratorium, patiënten hielpen met bewegen en zelfs een praatje maakten om eenzaamheid te bestrijden.
Ik keek om me heen. De gezichten van mijn collega's toonden een mix van verbazing en nieuwsgierigheid. Zelfs de verstokte conservatieven onder ons leken onder de indruk.
De presentatie eindigde met een oproep tot actie. De innovatiemanager vroeg ons om open te staan voor nieuwe ideeën, om te durven experimenteren en om te geloven in de kracht van technologie om de zorg te verbeteren. Dit was mij uit het hart gegrepen.
Mooie voorbeelden
Dit waren mooie voorbeelden van hoe we met behulp van technologie de zorg menselijker, efficiënter en effectiever maken. Deze presentatie had daadwerkelijk bijgedragen aan het naar het heden brengen van de toekomst.
Misschien was de toekomst zo slecht nog niet. Misschien was het tijd om onze angsten los te laten en de mogelijkheden te omarmen. Misschien was het tijd om te innoveren.
En zo liep ik de vergaderruimte uit, met een hernieuwd gevoel van hoop en een glimlach op mijn gezicht. De innovatiemanager had ons iets laten zien wat we al lang niet meer hadden gezien: de magie van de toekomst. En wij waren klaar om deel uit te maken van die toekomst.