Emotieregulatietraining in VR

vr 25 oktober 2024
Emotieregulatietraining in VR
Onderzoek
Premium

Heb jij virtual reality (VR) al eens ingezet bij de zorginstelling waar je werkt? VR kan zeer effectief zijn en is op sommige plekken binnen de gezondheidszorg niet meer weg te denken. Doordat deze technologie steeds gebruiksvriendelijker wordt en scenario’s bovendien realistischer worden, zijn er kansen voor nieuwe toepassingen. Een consortium van GGZ-instellingen, dramatherapeuten, het Lectoraat Technologie voor Gezondheid en mkb-partner The Simulation Crew slaan de handen ineen en verkennen de kansen van VR binnen de GGZ.

Mensen met problemen op het gebied van emotieregulatie kunnen emotieregulatietherapie (ERT) krijgen van een zorgverlener. Dit is een vaak gekozen behandeling waarbij cliënten bewust worden gemaakt van prikkels en spanningen die een (heftige) emotie kunnen veroorzaken zoals boosheid, woede of agressie. 

Een belangrijk onderdeel van deze therapie is een rollenspel tussen zorgverlener en cliënt, waarbij geoefend wordt om op een juiste manier op triggers te reageren. Als een cliënt tijdens dit rollenspel een emotie – bijvoorbeeld boosheid – leert herkennen, kan een interventie worden toegepast waaronder op de ademhaling letten, en het gevoel leren observeren en uitspreken. Als cliënten zich dit eigen maken, kunnen problemen in het dagelijks leven worden voorkomen. 

René Florussen is als dramatherapeut betrokken bij het project en geeft aan: “ERT is zeer effectief, maar door de toegenomen zorgvraag binnen de GGZ – er zijn meer dan 1,2 miljoen mensen met een hulpvraag – zijn er te weinig oefenmomenten. De werkdruk is namelijk hoog en er vallen soms zelfs collega’s uit."

Florussen, maar ook zorgverleners van GGZ-instellingen STEVIG, VIGO en KARAKTER zien kansen om de effectiviteit van de behandeling te vergroten als cliënten vaker en zelfstandiger kunnen oefenen. 

Innovatie

Het consortium ontwikkelde met behulp van een Kiem-subsidie1 een VR-toepassing waarbij een client het bovengenoemde rollenspel kan spelen met een virtuele tegenspeler. Speler en virtuele tegenspeler communiceren hierbij via spraak. De virtuele tegenspeler probeert – net als een echte therapeut zou doen - geleidelijk een emotie op te roepen. 

Het gekozen scenario is die waarbij de speler als klant een defecte telefoon komt terugbrengen in de telefoonwinkel. Dit scenario was voor iedereen herkenbaar. De verkoper is daarbij ongeïnteresseerd: hij schenkt maar beperkt aandacht aan de klant en helpt die niet goed. Op een gegeven moment reageert de virtuele tegenspeler ook onaardig en negeert hij de klant. De hoofdfoto laat zien hoe dit scenario eruitziet.

"Ik zie kansen om de werkdruk te verlagen"

Wat deze ontwikkelde toepassing uniek maakt, is dat cliënten helemaal zelf kunnen oefenen, dus zonder of met beperkte aanwezigheid van een zorgverlener. Omdat cliënten zelf bepalen wanneer en waar zij oefenen, hebben ze meer regie over hun behandeltraject. Bovendien kan zelfstandig oefenen de drempel om te oefenen verlagen, omdat niemand meekijkt.2 Je mag dus zo vaak oefenen als je wilt, op verschillende manieren reageren en het volledig op je eigen tempo doen.

Gezamenlijke keuzes

Bij dit project worden de principes van de CeHRES Roadmap, een richtlijn voor e-health ontwikkeling, implementatie en evaluatie gevolgd.3 Zorgverleners, oud-cliënten en studenten leverden het afgelopen jaar input voor de VR-toepassing. Zo ontstond een veelheid aan verschillende doelgroepen, emoties, spelsituaties en methodes. Vervolgens werden gezamenlijk keuzes gemaakt en werd de input op basis van co-creatie en verschillende iteraties verwerkt tot een eerste versie van de VR-toepassing, genaamd ‘VR4ert’. 

Bijzonder hierbij is dat zes dramatherapeuten in opleiding tijdens co-creatiesessies waarbij alle belanghebbenden aanwezig waren rollenspellen voorspeelden. Anne Jet de Wolf, dramatherapeut in opleiding, vertelt hierover: “Naast dat het leuk is om echt sámen aan de slag te gaan, bleek deze aanpak ook een fijne manier om de passende en minder passende elementen van elke situatie te bespreken. 

De therapeuten vonden er iets van, maar de oud-cliënten en docenten ook. The Simulation Crew gaf daarbij gelijk aan wat technisch wel en niet kon. Zo konden we snel tot een prototype komen.”

Systematische evaluatie

De toepassing is beschikbaar en wordt momenteel systematisch geëvalueerd met de betrokken GGZ-instellingen. Tom van de Belt is als onderzoeker betrokken bij dit project: “In deze fase is de belangrijkste vraag of een VR-rollenspel vergelijkbare emoties kan oproepen als in het echte leven. Op dit moment heeft een tiental mensen de eerste versie van VR4ert geprobeerd. Meer dan de helft van de deelnemers raakte geïrriteerd en voelde boosheid opkomen. Dus dat is veelbelovend. Hierbij moet wel worden vermeld dat dit mensen waren zonder bekende problemen met emotieregulatie.”

Op dit moment proberen oud-cliënten de toepassing. Het consortium mikt daarbij ook op het objectief meten van emoties. Dit kan op dit moment al in de gebruikte VR-brillen. Hiermee wordt het mogelijk om de toepassing te personaliseren. Wanneer de volledige dataset compleet is, worden de resultaten ook hier gedeeld.

Kansen in de praktijk

De gevolgen voor de praktijk kunnen door deze VR-toepassing groot zijn. Florussen: “Ik zie kansen om de werkdruk te verlagen en de effectiviteit van emotieregulatietherapie te vergroten doordat cliënten meer kunnen oefenen. Ik zie ook kansen om VR-toepassingen voor zelfstandig oefenen voor andere behandelingen te ontwikkelen.”

Volgens Florussen zal de toepassing echter niet voor iedere client werken. “Op de eerste plaats moet je een cliënt goed kennen. Daardoor kan een therapeut inschatten of VR een plek kan krijgen binnen het behandelplan. Ik raad collega’s aan eerst met VR te oefenen als je er als therapeut bij bent. Pas als dat goed werkt, kan een cliënt ook zelfstandig oefenen. Dus aanvullend aan bestaande therapie kan het van grote waarde zijn’.

Kansen onderwijs

Ook voor het onderwijs is deze innovatie interessant. Voor studenten vaktherapie of verpleegkunde geldt namelijk dat ze door de hoge werkdruk in de zorg maar beperkt kunnen leren in de praktijk, stelt dramatherapeut De Wolf: “Toepassingen zoals deze kunnen helpen om te ervaren hoe een rollenspel in therapie eruitziet. Je kan als student dan vanuit de rol van cliënt ervaren wat hij of zij ziet of voelt en beter begrijpen hoe het gaat in de praktijk.” 

CV

Dr. Tom van de Belt is senior onderzoeker aan de HAN en werkt bij het Lectoraat Technologie voor Gezondheid.

René Florussen is dramatherapeut MDth, Volwassenzorg Psychiatrie.

Anne Jet de Wolf is onlangs afgestudeerd als dramatherapeut en werkzaam bij PsyQ Apeldoorn.

Referenties

1. Regieorgaan SIA – Kiem regeling. (link)

2. Timman A, Caris J. Leren in een andere realiteit: Onderwijs en gezondheid. 2021.

3. Van Gemert-Pijnen JEWC, Nijland N, Van Limburg M, Ossebaard HC, Kelders SM, Eysenbach G, et al. A holistic framework to improve the uptake and impact of ehealth technologies. J Med Internet Res. JMIR Publications Inc.; 2011. PMID: 22155738

Door innovation partner