70% zorgleiders ziet ziekenhuis in ‘health-hub’ veranderen

1 november 2021
tablet-medisch-gegevensuitwisseling-diagnostiek
Digitalisering
Nieuws

Om beter te begrijpen hoe leidinggevenden in de gezondheidszorg deze koerswijziging naar de toekomst in kaart zullen brengen, ondervroeg KPMG 200 CEO's in de gezondheidszorg uit Australië, Canada, China, Duitsland, Nederland, Saoedi-Arabië, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Al deze zorgleiders besturen op middelgrote tot grote ziekenhuizen, gezondheidsstelsels en netwerken van zorgverleners die zich uitstrekken over particuliere en door de overheid gefinancierde systemen.

80 procent van de ziekenhuisdirecteuren meent dat de gezondheidszorg moet veranderen, terwijl 79 procent verwacht dat de zorgverleningsmodellen in de komende drie jaar zullen worden hervormd. Wat betekent dit voor de conclusies in het rapport?

Zorgleiders: Covid stimuleert transformatie

  • Minder dan de helft van de CEO’s van zorginstellingen zoals ziekenhuizen vindt dat hun organisatie goed was voorbereid op COVID-19. Toch denken ze bijna allemaal dat de crisis een factor zal zijn die de transformatie van hun sector zal versnellen.
  • De overgrote meerderheid meent dat in de komende drie jaar alle aspecten van zorgverleningsmodellen aanzienlijk zullen worden getransformeerd. Weinigen zijn echter al begonnen met het proces van aanpassing aan dergelijke transformaties.
  • Zorgleiders zijn het erover eens dat de huidige zorgmodellen niet zijn aangepast aan de toekomstige uitdagingen, waarin de sleutelrol niet zal worden gespeeld door het aantal diensten, maar eerder door de kwaliteit ervan.
  • Het groeiende belang van de lokale gemeenschap en de extramurale zorg wordt als positief ervaren. Veel topmanagers bevinden zich echter nog in een vroeg stadium van het aanpassen van hun eigen zorgmodel.
  • Als het gaat om uitdagingen met betrekking tot medisch personeel, richten zorgleiders zich op het ondersteunen en optimaliseren van de middelen die ze hebben. Ze zijn zich echter bewust van de groeiende kloof tussen de vraag naar medische diensten en het aanbod ervan.
  • Technologie speelt volgens vrijwel alle respondenten een essentiële rol bij het transformeren van de gezondheidszorg – van zorgverlening, het vergroten van het aantal medewerkers tot het centraal stellen van de klant. Er zijn echter maar weinig zorgleiders die digitale strategieën hebben ontwikkeld die ver genoeg in de toekomst kijken. Velen van hen beschouwen de uitdagingen van de aanpassing aan nieuwe technologieën als een potentiële belemmering voor transformatie.
  • Als het gaat om leiderschap in zorgorganisaties, moeten managers de vaardigheden uitbreiden die nodig zijn om de digitale toekomst het hoofd te bieden.

Digitale zorg: niet ‘als’ maar ‘wanneer’

Vanuit het oogpunt van patiënten en zorgprofessionals is de noodzaak van digitale versnelling in de zorg duidelijk. Wanneer medische dossiers nog op papier worden bijgehouden, delen dienstverleners informatie per fax en worden afspraken telefonisch gemaakt - ook al gebruikt deze sector de modernste technologieën - dus het is duidelijk dat digitale transformatie onvermijdelijk is en moet worden versneld.

Het rapport ‘2021 Healthcare CEO Future Pulse’ toont dat zorgmanagers digitalisering als prioriteit beschouwen. Maar paradoxaal genoeg geven slechts weinig respondenten (14%) hoge cijfers aan diensten die gebaseerd zijn op digitale technologieën en ontwikkeld zijn in het ziekenhuis dat ze beheren.

Zorgen over het gebrek aan passende oplossingen en vaardigheden zijn het grootste obstakel op weg naar transformatie. De lijst met belemmeringen omvat snelle veranderingen in de gezondheidssector, niet-overeenkomende wetgeving en onvoldoende digitale vaardigheden van het personeel.

66 procent van de respondenten verwacht dat telegeneeskunde en andere digitale vormen van dienstverlening in de toekomst aan belang zullen winnen. Meer dan de helft (59 procent) is er zeker van dat een aanzienlijk deel van de diagnostiek, consultaties en behandeling digitaal zal plaatsvinden in plaats van persoonlijk.

Verschil tussen bewustzijn en actie

Vanuit dit oogpunt is het vermeldenswaardig dat er een verschil is tussen bewustzijn en acties: een op de tien directeuren (11 procent) zegt dat de organisatie geen investeringen heeft gedaan in digitale gezondheidszorg. Slechts een kleine groep respondenten (7 procent) kan bogen op ‘substantiële’ investeringen in digitale architectuur. Een grote groep stelt nog steeds specifieke initiatieven uit: 40 procent van de respondenten is van plan om digitale gezondheidszorg te implementeren en 43 procent geeft aan al over geschikte digitale ontwikkelingsstrategieën voor hun medische faciliteiten te beschikken.

De zorg moet een inhaalslag maken in relatie tot veel andere sectoren als het gaat om inzet van digitale technologieën, concludeert KPMG, zoals het al vaker heeft gedaan in de voorgaande jaren. Het is de enige manier om een evenwichtige, toegankelijke en efficiënte architectuur voor dienstverlening te creëren.

Digitale technologie kan veel voordelen opleveren door klinische processen en de communicatie tussen de patiënt en de dienstverlener te ondersteunen en door organisatorische processen te optimaliseren. In de praktijk gaat de implementatie van een digitale strategie echter veel verder dan de ontwikkeling van de vereiste infrastructuur - het vereist holistisch, toekomstgericht en flexibel leiderschap, organisatorische verandering en training voor personeel in nieuwe manieren van werken.

Download hier het volledige rapport. Of lees het oorspronkelijke artikel op ICT&health International.