ABN Amro: kwart chronische zorg moet digitaal worden

30 april 2021
Intensive-care
Digitalisering
Nieuws

Zorginstituut Nederland concludeert dat het grootste deel van de reguliere ziekenhuiszorg in 2020 kon plaatsvinden. Ziekenhuizen hebben zorg geleverd voor een waarde van 21,8 miljard euro, 9 procent minder dan in 2019. Dat deze daling gezien de omstandigheden redelijk beperkt is, komt volgens ABN Amro mede omdat januari en februari van 2020 nog normale maanden waren. Verder kon in de zomer een groot deel van de reguliere zorg worden hervat.

Pas in november nam Covid-zorg weer een substantieel deel van de IC-bedden in beslag en beperkte de mogelijkheid om operaties uit te voeren waarvoor vervolgens een IC-bed nodig is. van Balen noemt deze cijfers echter minder geruststellend dan op het eerste oog blijkt. Er is namelijk geen rekening gehouden met de stijging van kosten, normaliter zo’n 3 procent per jaar.

11,5 procent minder zorg geleverd

Inclusief die stijging is vorig jaar ruim 2,8 miljard euro - 11,5 procent - minder zorg geleverd dan verwacht mocht worden zonder Covid-19. Deze daling blijkt in de praktijk wel degelijk substantieel; volgens de Nederlandse vereniging voor Anesthesiologie en Heelkunde zijn vorig jaar 100.000 noodzakelijke, niet-spoedeisende operaties uitgesteld. Platform ZorgDomein heeft het over in totaal 1,9 miljoen uitgestelde verwijzingen voor medisch-specialistische zorg sinds maart 2020.

De verwachte en daadwerkelijke geleverde reguliere zorg in 2020.

2021 lijkt meer impact te hebben op het volume van reguliere zorg. In de eerste vier maanden van 2021 was er geen afname van betekenis in de Covid-zorg. De IC-capaciteit is vergroot van de reguliere 1150 bedden naar 1300 nu. Hiervan worden er ruim 800 gebruikt door Covid-patiënten. Er zijn 500 bedden beschikbaar voor de nazorg na reguliere operaties; minder dan de helft van vóór de Covid-pandemie.

Geen IC-bedden of -personeel

In de week van 15 april kon nog maar 68 procent van de operatiekamers gebruikt worden, omdat er of geen IC-bedden beschikbaar waren om mensen naderhand te verzorgen, of geen personeel beschikbaar was om deze zorg te verlenen. Het tekort aan personeel komt steeds nadrukkelijker naar voren. Als er al bedden zijn, is er geen personeel om de zorg te verlenen.

Van Balen concludeert dat, om de benodigde reguliere operatiezorg wel te kunnen leveren, er minder zorg per zieke nodig is. Het huidige zorgpersoneel kan niet nog meer uren werken. Het stuwmeer aan vakantiedagen is al immens en het ziekteverzuim loopt sterk op; 7,8 procent gemiddeld, en 8,7 procent op de intensive care.

Kwart chronische zorg digitaal

Digitalisering, waarbij een deel van de zorg buiten de muren van het ziekenhuis wordt gebracht, kan een oplossing bieden, maar heeft nog altijd maar beperkt voet aan de grond gekregen, meent Van Balen. Kennelijk kon de groeiende zorgvraag de afgelopen jaren binnen de ziekenhuizen worden opgevangen. De huidige problemen tonen aan dat het roer nu om moet: zo’n 25 procent van de chronische zorg moet bij de patiënt zelf moet worden gebracht. Die moet daarbij – uiteraard onder verantwoordelijkheid van de specialist in het ziekenhuis – worden ondersteund door digitale zorgsystemen, en de huisarts of de wijkverpleging.

Ziekenhuizen nemen al goede initiatieven met gebruik van systemen als Luscii, Sananet, Hartwacht, en BeterDichtbij voor digitalisering van chronische zorg. Er moeten echter op het vlak van digitalisering nog veel meer stappen worden gezet om ervoor te zorgen dat ziekenhuizen zich volledig kunnen concentreren op operaties en andere complexe zorgvragen, benadrukt ABN Amro. Het delen van data om de zorg te kunnen verplaatsen, is daarbij nog een te nemen horde. De privacy-eisen die zijn vastgelegd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) leggen de lat terecht hoog.