De Raad van Ouderen adviseert de overheid om initiatieven op de gebieden van beeldbellen en belcirkels (financieel) te ondersteunen. Volgens de instantie spelen deze concepten goed in op de behoeften aan onderlinge contacten die thuiswonende ouderen in coronatijd hebben. Beeldbellen en belcirkels zijn, met de juiste ondersteuning, gemakkelijk te organiseren, bieden continuïteit en zijn snel te verspreiden. Dat liet de Raad van Ouderen afgelopen week weten aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De minister had de Raad gevraagd te adviseren over welke initiatieven behouden moeten blijven die in coronatijd zijn ontstaan. Daarvoor werd de eigen achterban bevraagd, las de Raad verschillende rapporten en websites en gebruikte eigen ervaringen en inzichten. De belangrijkste conclusie is dat uit alles blijkt dat ouderen grote behoefte hebben aan en het behouden van contact, ook wanneer dat fysiek moeilijk of onmogelijk is. De Raad ziet dan ook dat juist contact-activiteiten genoemd worden als te behouden initiatieven: beeldbellen, telefooncirkels, gezelschapsactiviteiten, boodschappen, eten en WhatsAppgroepen.
Drie randvoorwaarden
Er moet aan drie randvoorwaarden voldaan worden om initiatieven tot een succes te maken.
- Laagdrempelige ondersteuning dichtbij door experts is van groot belang, bijvoorbeeld met een helpdesk of achtervang.
- Continuïteit moet gewaarborgd zijn. Eenmalige acties (‘hoe sympathiek en goed bedoeld ook’), dragen niet structureel bij aan het verminderen van (het risico op) vereenzaming.
- Initiatieven moeten met een relatief lage investering in de vorm van geld of ondersteuning kunnen worden opgezet.
Beeldbellen en belcirkels
Op basis van deze randvoorwaarden adviseert de Raad om vooral beeldbellen en belcirkels te bevorderen als relatief laagdrempelige oplossingen met een groot bereik.
‘De Raad van Ouderen adviseert de minister om samen met relevante stakeholders zoals gemeenten, welzijnsorganisaties, buurthuizen, kerkgenootschappen, ouderen(organisaties) en dergelijke te investeren in promotie en ondersteuning van initiatieven gericht op de grote behoefte aan onderlinge contacten en zich daarbij (samen met genoemde stakeholders) in eerste instantie te richten op initiatieven zoals beeldbellen en belcirkels.’
Lokaal en landelijk ondersteuning
Met promotie kun je mensen bewust maken van de mogelijkheden van beeldbellen en belcirkels, stelt de Raad. Ondersteuning, bijvoorbeeld lokaal, is nodig om prettig beeldbellen toegankelijk en mogelijk te maken. De Raad stelt de minister ook voor landelijk een breed toegankelijke centrale plek te creëren waar organisaties en burgers terecht kunnen met hulpvragen over beeldbellen en telefooncirkels.
Er zijn al meer initiatieven om ouderen te helpen eenzaamheid tegen te gaan door het vereenvoudigen van digitale sociale contacten. Op 17 maart ging de gratis digitale helpdesk Welkom Online live en steeds meer ouderen pakken sindsdien de telefoon. De hulplijn was een initiatief van het Nationaal Ouderenfonds, Vodafone en Samsung. Het is bedoeld om eenzaamheid onder ouderen door het wegvallen van sociale contacten tegen te gaan.
Online vriendschapscursus
Een ander initiatief tegen vereenzaming is de Online Vriendschapscursus, ontwikkeld voor 50-plussers door de VU Amsterdam en stichting Gouden Dagen. Cursisten leren in deze cursus om contact te leggen met anderen in én sociale contacten te onderhouden. De 6 weken durende cursus is overigens niet speciaal voor het coronatijdperk gerealiseerd. Deelname aan de cursus is gratis en er is plek voor 500 deelnemers.
Vorig jaar veroverde het idee van een Online Vriendschapscursus voor eenzame ouderen de tweede plaats in de strijd om de Medische Inspirator-prijs, zo maakte organisator ZonMW destijds bekend. Het leverde onderzoekers van de VU 50.000 euro op waarmee de cursus nu gelanceerd kan worden.
Digitale middelen meer ingezet
Fontys concludeerde in ICT&health 5, oktober 2020, op basis van een survey uit mei dat ouderen en mensen met chronische aandoeningen digitale middelen meer gaan gebruiken sinds het begin van de coronacrisis. Dat gebeurde zowel voor het opzoeken van informatie als om contact met naasten en vrienden te onderhouden. De betrokken onderzoekers wilden weten of de doelgroep vanwege de lockdown-maatregelen vanaf maart meer gebruik gingen maken van digitale middelen, ook ten behoeve van hun gezondheid.