Beperkt e-health gebruik chronisch zieken in coronacrisis

24 juli 2020
Videobellen-Dokter-3-2
Onderzoek
Nieuws

Het Nivel schreef voor de peiling tussen 28 april en 5 juni in totaal ruim 3000 deelnemers aan. Iets meer dan driekwart van (76%) vulde de vragenlijst in. De deelnemers werd gevraagd de vragenlijst over het contact met hun huisarts in te vullen aan de hand van hun ervaringen in de 'afgelopen weken tijdens de coronacrisis'. Dat was de periode waarin Nederland kampte met een piek in het aantal corona besmettingen en veel zorginstellingen de uitrol van e-health toepassingen intensiveerde en/of versnelde.

Een op de twintig koos voor e-health contact

Van de 2295 respondenten gaf 40 procent aan dat zij in die periode contact met hun huisarts hadden. Ruim tweederde (67%) deed dat telefonisch. Iets meer dan een kwart - 26 procent van de vrouwen en 27 procent van de mannen - had de huisarts persoonlijk bezocht. Slechts 5 procent van alle respondenten deed dat via een e-consult of videogesprek. Daarbij valt op dat van alle respondenten 6,4 procent van de mannen en maar 2,6 procent van de vrouwen voor een e-consult koos. Bij de videogesprekken lag die verhouding precies andersom; 1,1 procent van de vrouwen en 0,5 procent van de mannen koos daarvoor.

Van de chronisch zieken en mensen met een lichamelijke beperking die kozen voor een e-health toepassing, 33 in totaal, vond bijna driekwart (71%) dit een prettige vorm van digitaal contact dat ook voor herhaling vatbaar is. Negen procent van de gebruikers gaf aan dat ze het wel prettig vonden maar dat ze het na de coronacrisis niet meer zouden willen gebruiken. Drie respondenten wisten nog niet of ze het in de toekomst wilden blijven gebruiken en één respondent ervoer het digitaal contact als onprettig.

Gezondheidswaarden thuis meten

Tijdens de coronacrisis heeft ruim een derde (37%) van de respondenten een of meerdere eigen gezondheidswaarden zelf thuis gemeten. Van hen deelde 39 procent deze meetgegevens ook met hun zorgverlener. De gebeurde via e-mail, een app of tijdens een (e)consult. Bij die thuismetingen betrof het in de meeste gevallen de bloeddruk en gewicht, maar ook temperatuur, bloedsaturatie, hartslag en bloedsuiker werden genoemd.

Opvallend is ook dat eenzelfde percentage van de respondenten (37%) aangaf hun eigen gezondheidswaarden niet zelf gemeten te hebben en dat ook niet zelf willen doen. Bijna een op de vijf (18%) zegt het niet gedaan te hebben, maar wel te willen doen en 8 procent geeft aan het wel te willen doen maar daar zelf (fysiek) niet toe in staat te zijn.

De percentages met betrekking tot het gebruik van telemonitoring uit de 'coronapeiling' van het Nivel zijn vergelijkbaar met de bevindingen uit de eHealth-monitor van 2019. Toen gaf waar 40% van de mensen met een chronische aandoening aan zelf gezondheidswaarden te meten. Wel gaven toen meer mensen met een chronische aandoening (48%) aan dat ze gemeten gezondheidswaarden met een zorgverlener deelden.

Gebruik domotica niet gestegen

In de peiling is ook gekeken naar het gebruik van domotica en andere technische hulpmiddelen door patiënten met een chronische aandoening of lichamelijke beperking. Tijdens de meetperiode - de weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst - bleek dat gebruik relatief beperkt te zijn geweest.

In totaal maakte 6 procent gebruik van een alarm, 3 procent van een elektronisch deurslot, minder dan 1 procent van een elektronische medicijndoos en 5 procent van technologie om zaken in huis op afstand te bedienen (bijvoorbeeld licht). Sinds de start van de coronapandemie was er nauwelijks een toename te zien van deze e-health-toepassingen.