Het digitale platform van Quin Dokters voldoet aan Europese normen voor veiligheid, gezondheid, milieu-en consumentenbescherming (CE-certificering). Ook zijn alle patiënten van door Quin overgenomen huisartsenpraktijken tijdig en volledig geïnformeerd over de overname. Er zijn gesprekken tussen zorgverzekeraars, Quin Dokters, toezichthouders IGJ en de alliantie huisartsen om op korte termijn de patiënten van Quin Dokters te verzekeren van huisartsenzorg.
Dat schrijft de staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis, in reactie op vragen van Tweede Kamer-lid Joba van den Berg (CDA). Die vragen betroffen onder meer berichten dat 14.000 patiënten van Quin-praktijken deze zomer dagenlang geen toegang hadden tot een huisarts.
Blokhuis benadrukt dat een CE-certificering niet betekent dat de zorgverlening via de gecertificeerde toepassing ook afdoende is. Hij gaat echter niet in op de vraag of dit in het geval van Quin Dokters wel of niet het geval was of is.
Quin verkoopt praktijken
De antwoorden van de staatssecretaris zijn van 2 september. Van den Berg had de vragen in juli ingediend. Quin Dokters maakte in de tweede helft van augustus bekend dat het zijn praktijken weer wil verkopen. Het gaat om vijf praktijken (in Amsterdam, Puttershoek, Enschede, Ridderkerk en Spijkenisse) met 10 vestigingen. Er is nog een vestiging van Quin Dokters Vathorst in Amersfoort, maar dat is een onafhankelijke huisartsenpraktijk. Het digitale platform van Quin blijft gewoon bestaan.
Blokhuis is het eens met Van den Berg dat fysieke patiëntenzorg altijd gewaarborgd moet zijn. 'De huisartsenzorg kampt met een dreigend tekort aan huisartsen. Digitalisering kan eraan bijdragen dit tekort deels op te vangen, maar de fysieke zorg zal daarmee niet verdwijnen. Onder meer door toename van het aantal ouderen die steeds vaker met complexere en chronische aandoeningen kampen, zal de benodigde tijd per patiënt alleen maar verder gaan toenemen. Hybride zorgvormen, fysieke zorg gecombineerd met digitale zorg, kunnen daarbij een deel van de oplossing vormen. Digitale zorg kan bijvoorbeeld bijdragen aan de efficiëntie, zodat de huisarts meer tijd kan besteden aan het geven van de fysieke zorg aan de patiënt. Tegelijkertijd dient de mogelijkheid van fysieke consulten voor situaties waarin daar behoefte aan is altijd gewaarborgd te zijn.'
Onvrede, onrust
In berichtgeving begin juli schreef het NRC dat er met name in de praktijken van Quin in Amsterdam en Puttershoek veel onvrede en onrust heerste, zowel bij huisartsen als patiënten. Zo zou het te lang duren voordat patiënten met klachten teruggebeld worden en kregen ze voortdurend met andere artsen te maken die hun problematiek niet kennen.
Olivier Molenkamp, managing director van Quin, sprak in een interview met ICT&health in juli van een 'perfect storm'. Een langer bestaand gebrek aan huisartsen in de betrokken regio's zou in mei en juni opeens nijpend geworden zijn - mede door vakanties en het rijksvaccinatieprogramma - terwijl er extra drukte was wegens het inhalen van uitgestelde zorg.
Aanvulling, geen vervanging
Molenkamp pareerde destijds kritiek op het digitale platform van Quin Dokters zelf. Zo zou er in media een beeld geschetst worden dat digitale zorg via Quin fysieke zorg moest vervangen, in plaats van elkaar aanvullen om zo het huisartsentekort in een aantal regio’s aan te pakken.
“We hebben het digitale platform van Quin niet ontwikkeld om alleen maar eigen praktijken te ondersteunen. Een veelgehoorde misvatting is dat we een keten van huisartsen willen. Maar we hebben juist praktijken overgenomen om te kijken hoe we ons platform in de klinische praktijk het beste kunnen laten werken. Zo willen we een platform bieden om huisartsen overal in Nederland te ondersteunen.”
Centraal videobellen Quin
Volgens Molenkamp was onder meer centraal videobellen ingevoerd om het tekort aan (digitale) zorg op te vangen. Zo kunnen huisartsen uit heel Nederland digitale consulten voeren met patiënten. “Dat werkt goed. De capaciteit in Amsterdam is zeer beperkt, maar elders in Nederland kunnen we die nog wel vinden. Zo kunnen we honderden consulten per week extra aanbieden.” Tegenover NRC gaf Molenkamp aan dat diverse huisartsen met wie gesprekken gevoerd worden over de overname van praktijken van Quin, dit centraal videobellen willen overnemen.