Check@Home wil met thuistesten chronische aandoeningen vroegtijdig opsporen

24 februari 2022
Smartphone-vrouw-bedienen
Samenwerking
Nieuws

Het onderzoek over de vroege opsporing van hart- en vaatziekten, nierschade en diabetes type 2 krijgt in totaal 8,9 miljoen euro financiering van een groot aantal organisaties: Hartstichting, Nierstichting, Diabetes Fonds, AstraZeneca, Roche Diagnostics, Siemens Healthineers, Healthy.io, Luscii en Happitech. Zij vormen samen met een aantal Nederlandse universitair medisch centra en universiteiten het Check@Home consortium. Het nieuwe onderzoek bouwt onder andere voort op eerdere resultaten van de Groningse Prevend en NierCheck-studies.

Opsporen via thuistesten

Dit consortium wil de genoemde aandoeningen in een vroeg stadium opsporen via onder meer thuistesten. Een pilotstudie in vier regio’s moet uiteindelijk leiden tot een roadmap voor een nationaal screening programma, onder meer met massale thuistesten. Onderzoeksleiders zijn Folkert Asselbergs, cardioloog in het UMC Utrecht en Ron Gansevoort, nefroloog in het UMC Groningen.

In Nederland bestaat momenteel geen landelijke en laagdrempelige aanpak voor vroege opsporing van diabetes type 2, hart- en vaatziekten, en chronische nierschade. Veel mensen ervaren geen duidelijke symptomen en weten daarom niet dat ze deze aandoeningen hebben. Wanneer deze ziekten niet in een vroeg stadium worden ontdekt en behandeld, kunnen ze leiden tot ernstige complicaties zoals nierfalen, beroerte, hartinfarct, of hartfalen. Deze complicaties hebben een grote impact op de kwaliteit van leven, meedoen in de samenleving en vroegtijdige sterfte. Een vroege opsporing van de aandoeningen kan veel gezondheidsschade voorkomen en de gezondheidskosten verlagen.

Grootschalige pilots Check@Home

Het project Check@Home mikt op een bevolkingsonderzoek waarbij iedereen in Nederland tussen de 50 en 75 jaar zelf thuis kan testen of ze mogelijk deze aandoeningen hebben. Dat kan onder meer door smartphone-sensors en speciaal ontworpen apps in te zetten, bijvoorbeeld om hartfuncties te controleren. Tijdens de pilots worden in totaal 160.000 mensen uit Breda, Utrecht, Arnhem en Eindhoven uitgenodigd om mee te doen met het onderzoek. De thuistesten bestaan uit een urinetest, een hartritmetest en een vragenlijst. Bij vroege tekenen van ziekte volgt een vervolgonderzoek in een regionaal diagnostisch centrum.

Het onderzoek bouwt volgens UMC Utrecht voort op de lange onderzoekshistorie van onder andere de afdeling Cardiologie en het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC Utrecht naar hart- en vaatziekten. “Het onderzoek wordt in Utrecht opgezet en we zoeken daarvoor de samenwerking met de huisartsen, de gemeente, de GGD Regio Utrecht, GROZUtrecht, FC Utrecht, de Health Hub Utrecht, en onderwijsinstellingen als Hogeschool Utrecht en ROC Midden-Nederland”, licht Pim van der Harst, hoogleraar cardiologie in het UMC Utrecht, toe. “Het is een belangrijke stap om meer in te zetten op vroege opsporing en zorg zo veel mogelijk buiten het ziekenhuis te organiseren.”

Eerder onderzoek basis Check@Home

Het Check@Home-onderzoek leunt ook op eerder door het UMCG uitgevoerde studies. In het Prevend-onderzoek is aangetoond dat de aanwezigheid van eiwit in de urine een signaal is van nierschade en hart- en vaatziekten voorspelt. Deze uitkomsten zijn bevestigd door het internationale, mede door het UMC Groningen geleide CKD Prognose Consortium. Dit is aanleiding geweest de mondiaal geldende classificatie van chronische nierschade te herzien, waarbij eiwitverlies in de urine een belangrijke plaats heeft gekregen. Deze resultaten waren de basis voor het NierCheck-onderzoek.

Dit onderzoek is onlangs uitgevoerd in Breda. Het toonde aan dat de Nederlandse bevolking bereid is om deel te nemen aan een onderzoek met thuistest. Ook liet het zien dat door de bevolking te screenen op eiwitverlies in de urine mensen met nog niet ontdekte risicofactoren voor chronische nierschade en hart- en vaatziekten worden opgespoord die baat hebben bij behandeling. Doordat in Groningen al zo veel onderzoek op dit terrein is gedaan, vindt de nieuwe studie nu plaats in 4 andere steden.

Betrokkenheid Radboudumc

Het Radboudumc coördineert als projectpartner in de regio Arnhem de studie samen met het Arnhemse Rijnstate ziekenhuis. Pim Assendelft, hoogleraar Preventie in de zorg, is betrokken vanuit het Radboudumc: “Met dit nieuwe bevolkingsonderzoek verwachten we dat we de groei van het aantal mensen met hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en chronische nierschade, de komende tien jaar met een kwart verlagen. Wanneer we de ziekte kunnen vaststellen kunnen we mensen helpen met gerichte leefstijladviezen, en waar nodig medicatie. Zo verbeteren we de kwaliteit van leven en participatie in de samenleving enorm, terwijl we de zorgkosten sterk verlagen, omdat we erger voorkomen.”

Assendelft leidt binnen het project een groot werkpakket, dat zich richt op optimalisatie van het traject na een positieve uitslag van een thuistest. “Dat doen we onder andere door te kijken naar de meerwaarde van een centrale opvang waarmee we de huisartsen ontlasten, en door veel aandacht voor leefstijlbegeleiding. Artsen geven graag pillen, maar soms zijn leefstijladviezen zinvoller, zeker bij de aandoeningen in dit project. Ook daarmee kunnen we de zorg ontlasten.” TU Twente levert hierbij een belangrijke bijdrage, aldus Radboudumc.

Beste strategie voor elke burger

Bij een vroege opsporing van verschillende aandoeningen is er volgens de TU Twente ook de mogelijkheid om zo snel mogelijk de beste preventieve strategieën voor elke burger te vinden. Middels intelligente beslissingssupportsystemen wordt de beste strategie voor iedere burger gevonden, en gekeken of dit dan ook duurzaam geïmplementeerd kan worden. De burger krijgt hierbij in iedere stap digitale feedback en coaching met behulp van eHealth, om zodoende zo gezond mogelijk te blijven. Dit werk wordt geleid door prof. dr. Miriam Vollenbroek-Hutten (sectie BSS, faculteit EEMCS, TechMed Centre). De betrokkenheid van de partners in Oost-Nederland aan Check@Home is ontstaan vanuit de 'TOPFIT-samenwerking’.

‘Vraaggedreven Partnerschappen voor Consortia’ is een call binnen het Kennis- en Innovatieconvenant. Het is een NWO-brede open call waarin consortia een zelfgekozen thema kunnen onderzoeken als dat past binnen één van de Kennis en Innovatie-agenda’s (KIA’s). De NWO noemt de projecten extra bijzonder omdat ze niet alleen door deze organisatie worden gefinancier, maar voor de helft door publieke en private partijen.