De belangrijkste voorwaarde voor succes begint natuurlijk bij het ontwikkelen en beschikbaar stellen van een corona-app. De 'soap' rondom de ontwikkeling van CoronaMelder, beginnend met een mislukte appathon, gevolgd door bezorgdheid over privacy en werking, ligt nog vers in ons geheugen. Maar goed, CoronaMelder is uiteindelijk gebouwd, getest en uitgerold. Dat wil zeggen, beschikbaar gesteld.
Inmiddels is echter ook wel duidelijk dat corona-apps zoals onze CoronaMelder er niet (voldoende) in slaagt een bijdrage te leveren aan het indammen van de tweede golf van de coronapandemie. De relatief geringe penetratie van de app, met ruim 4 miljoen downloads, is daar ongetwijfeld mede debet aan. Medio november werd gemeld dat in 22 procent van de Nederlanders CoronaMelder ook echt gebruikt.
In de Verenigde Staten zijn de problemen nog groter. Nota bene het land van Google en Apple, die afgelopen voorjaar een ambitieuze poging lanceerden om technologie te gebruiken in de strijd tegen Covid-19. Daarvoor ontwikkelden zij een krachtige smartphone-tool die mensen zou waarschuwen voor mogelijke blootstelling aan het coronavirus.
Terwijl de tweede golf van de coronapandemie in de Verenigde Staten harder toeslaat dan waar ook ter wereld, blijkt dat de technologie van Google en Apple juist daar ook grotendeels ongebruikt blijft. Op dit moment heeft slechts ongeveer een derde van de Amerikaanse staten een corona-app. Privacyproblemen, een gebrek aan publieke bewustwording en interesse, slechte toegang tot sneltests en een wirwar van gezondheidsautoriteiten van de overheid zijn daar de oorzaak van.
Doordachte technologie
Aan de technologie die speciaal voor dit doel gebouwd werd, zou het volgens de techneuten van Google en Apple niet mogen liggen. Zij bouwden een systeem dat de privacy van mensen respecteerde, met de redenering dat zonder dergelijke waarborgen niemand zich zou aanmelden. De technologie, 'blootstellingsmeldingen' genaamd, volgt de locaties van gebruikers niet, maar vertrouwt op Bluetooth om te detecteren welke telefoons zich langer dan een paar minuten binnen enkele meters van elkaar bevinden.
Wanneer een gebruiker een positief testresultaat ontvangt, geeft het lokale gezondheidssysteem een code per e-mail, sms of telefoontje om toegang te krijgen tot de app. Vervolgens wordt iedereen gewaarschuwd die in de buurt van deze persoon was op het moment dat hij besmettelijk was.
Gebruik corona-apps blijft achter
In de praktijk bleek echter dat zelfs met garanties van privacy en bewijs dat de apps kunnen werken, de interesse om corona-apps te gebruiken achterbleef. De reden daarvoor is in de VS onderzocht. Een onderzoek concludeerde dat minder dan de helft van de bevolking de apps met blootstellingsmeldingen wilde gebruiken, zelfs met de ingebouwde privacybeschermende functies.
In een ander onderzoek zei bijna een kwart van de mensen dat ze nooit een corona-app zouden installeren, ook al zou het volledig privé en 100 procent effectief zijn. Meer dan de helft zou een dergelijk app alleen gebruiken als deze de verspreiding van het virus met minimaal 50 procent kan terugdringen.
Het feit dat bijna twee maanden na de lancering van CoronaMelder de app pas iets meer dan 4 miljoen keer gedownload is, doet vermoeden dat de bereidheid om een dergelijke app te gebruiken in Nederland ook achterblijft. De tweede golf van de coronapandemie lijkt daar vooralsnog weinig verandering in aan te kunnen brengen.