De zogenoemde tijdelijke Corona-opt-in regeling die vorige week voorgesteld werd is vanaf nu een feit. Dokters krijgen hiermee toestemming om de medische gegevens van patiënten die daar nog geen expliciete toestemming voor hebben gegeven. Dat draagt bij om de toenemende druk op huisartsenposten en op de spoedeisende hulp te verlichten.
Normaal mogen huisartsenposten en SEH's alleen informatie over zaken als allergieën en medicatie raadplegen als de patiënt daar vooraf toestemming voor heeft gegeven. Gezien de huidige coronacrisis hadden huisartsen en artsen op de eerste hulp het verzoek ingediend om de medische gegevens van alle Nederlanders, via de zogenoemde Corona-opt-in regeling, beschikbaar te maken.
Corona-opt-in onder voorwaarden
Het ministerie van VWS komt, in samenwerking met de Autoriteit Persoonsgegevens, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het Openbaar Ministerie, met de tijdelijke Corona-opt-in maatregel nu tegemoet aan het verzoek van de huis- en SEH artsen. Meer dan acht miljoen Nederlanders die nog geen voorkeur hebben aangegeven worden nu geregistreerd als ‘corona-opt in’.
Dit betekent dat artsen nu sneller kunnen werken omdat niet alle gegevens ter plekke hoeven worden uitgevraagd en ingetypt in de systemen. Patiënten krijgen wel nog steeds de optie om, als ze niet willen dat hun medische gegevens via de Corona-opt-in regel beschikbaar komen, te kiezen voor een opt-out. Dat kan op volgjezorg.nl.
Toestemming patiënt blijft verplicht
Bovendien zijn artsen verplicht om voor het raadplegen van de gegevens mondeling toestemming te vragen aan de patiënt. Dat was een van de voorwaarden die de Autoriteit Persoonsgegevens vorige week stelde toen het idee voor de Corona-opt-in regeling boven kwam drijven. Wanneer een patiënt geen (mondelinge) toestemming geeft, dan blijft de regel gelden dat de arts de medische gegevens niet mag inzien.
Voorheen kon de keuzen voor het al dan niet verlenen van toestemming voor inzage van de medische gegevens alleen digitaal geregeld worden. Die verplichte mondelinge toestemming geldt echter niet wanneer een patiënt zelf niet meer in staat is zijn wil te uiten, bijvoorbeeld wanneer hij buiten bewustzijn is.