Ruim 200.000 Nederlandse gebruikers van de LUMC-app COVID Radar hebben het afgelopen jaar vragen beantwoord over hun gezondheid en gedrag. Zo kon eerder voorspeld worden hoe de coronapandemie zich in Nederland zou ontwikkelen, vertelt Niels Chavannes. De hoogleraar Huisartsgeneeskunde in het LUMC, noemt de app dan ook citizen science op z’n best. Het National eHealth Living Lab (NeLL), waar Chavannes initiatiefnemer van is, was ook nauw betrokken bij de app.
Het LUMC lanceerde de app COVID Radar in april 2020 om een goed en actueel beeld te krijgen van hoe het coronavirus zich in Nederland verspreidde. Het universitair ziekenhuis wilde met de app gegevens verzamelen over klachten en gedrag van mensen inzake het coronavirus, voor wetenschappelijk onderzoek en populatiegerichte beleidsadvisering. De betrokken onderzoekers hoopten meer zicht te krijgen op hoe de coronaepidemie zich ontwikkelde, wie er grotere risico’s liep, het effect van social distancing en waar en wanneer een zorgvraag te verwachten was.
200.000 gebruikers
Gebruikers vullen ongeveer twee keer per week een korte vragenlijst in of ze positief getest zijn of coronagerelateerde symptomen hebben zoals verkoudheidsklachten of geur- en smaakverlies. Daarnaast beantwoorden ze vragen over hun gedrag: bent u op drukke plekken geweest, heeft u mensen ontmoet binnen anderhalve meter? De 200.000 gebruikers van de app hebben inmiddels zes miljoen vragenlijsten ingevuld, vertelt Chavannes.
“De app COVID Radar is citizen science en open science”, aldus Chavannes. “Via een nieuwsoverzicht in de app kunnen deelnemers zien hoe de pandemie zich ontwikkelt en kunnen ze bijvoorbeeld de grafieken in hun eigen postcodegebied bekijken. Gebruikers vinden het fijn om op de hoogte te worden gehouden door een wetenschappelijk team. Met name oudere gebruikers geven aan zich hierdoor minder verloren te voelen, zeker als ze geïsoleerd thuiszitten.”
COVID Radar vooral in Randstad gebruikt
Met name in de Randstad zijn er veel gebruikers van de app. De informatie van al die mensen tezamen heeft volgens Chavannes een belangrijke voorspellende waarde. "Een week voordat er een toename is in de vastgestelde besmettingen, zien wij dat er een toename is in symptomen en dat het gedrag verandert. Mensen geven aan zich minder goed aan de regels houden zoals afstand houden en mondkapjes dragen. Dat zagen we heel duidelijk in de zomer. Een paar weken later nam het aantal besmettingen in sneltreinvaart toe. We zagen bijvoorbeeld dat de gebieden met veel studenten rood kleurden en dat bij losser gedrag de gemelde symptomen daarna toenamen."
COVID Radar verzamelt gegevens via het postcodegebied, wat betekent dat een individuele gebruiker onderdeel uitmaakt van een groep van 3.000 mensen in hetzelfde postcodegebied en niet persoonlijk wordt herkend. De enige persoonsgegevens die de app verzamelt zijn leeftijd, geslacht en of mensen in de zorg werken want dat geeft een hoger besmettingsrisico. De Autoriteit Persoonsgegevens, die heel streng kijkt naar de privacy-risico’s, heeft in april 2020 toestemming gegeven en sindsdien is de app in de lucht.
Volgens Chavannes kunnen bestuurders de uitkomsten uit de data van COVID Radar ook gebruiken. Zo heeft de burgemeester van Leiden er gebruik van gemaakt omdat per wijk bekeken kan worden of het aantal besmettingen sterk toeneemt. "De resultaten gaan ook naar het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid en we hopen dat zij die informatie nog beter gaan gebruiken. Er loopt nu een subsidieaanvraag om de gegevens te koppelen aan mobiliteitsdata zoals verkeersstromen omdat preciezer te voorspellen is waar nieuwe brandhaarden optreden. Europese partners kunnen de data ook gebruiken om vergelijkende studies te doen. En onze eerste publicaties zijn nu ingediend bij wetenschappelijke tijdschriften."
App blijft nodig
Chavannes hoopt nieuwe gebruikers te werven voor de app, die volgens hem voor de huidige pandemie en toekomstige virusuitbraken nodig blijft. "We hebben al deelnemers uit veel verschillende wijken, ook die met een lagere sociaaleconomische status. Maar we zijn nog op zoek naar meer jongeren en bewoners in landelijke gebieden. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de ontwikkelingen beter te voorspellen zijn zodat een nieuwe lockdown misschien wel niet nodig is. Wereldwijd is er ook belangstelling voor COVID Radar. Zo hebben de WHO en Amref interesse getoond omdat ze op zoek zijn naar systemen die ook andere epidemieën vroegtijdig kunnen signaleren."
Lees hier het volledige interview met Niels Chavannes. Ook Nic Sadaah, onderzoeker bij NeLL is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de COVID Radar, evenals Willian van Dijk, Jessica Kiefte en Matthijs Numans van het LUMC.