Dagelijks registreren wijkverpleegkundigen gegevens over hun cliënten en de handelingen die ze bij die cliënten verrichten. Een schat aan informatie, maar die blijft nog onbenut om de effecten van de handelingen te meten en de zorg beter toe te spitsen op de behoefte van de cliënt. Het onderzoeksprogramma Data Nurse brengt daar verandering in. Twee promovendi onderzoeken hoe de data gebruikt kunnen worden om de zelfredzaamheid van met name oudere cliënten te vergroten.
Promovendi Jeroen Bakker en Sigrid Wulfse-Huisman werken beiden als wijkverpleegkundige in de praktijk. Wulfse zelfs al dertig jaar. In die periode heeft ze de wijkzorg zien veranderen. “Het verzorgingshuis is verdwenen en daar is niet iets anders voor in de plaats gekomen. Daarnaast verschuift de zorg van de tweede naar de eerste lijn. De druk op de wijkverpleging is daardoor enorm toegenomen. Voeg dat bij de krapte op de arbeidsmarkt en je ziet dat we dingen echt anders moeten organiseren, anders loopt de zorgverlening vast.”
Digitale data optimaliseren
Voor veel thuiswonende ouderen is dit behoud van zelfstandigheid een belangrijk doel. Er is weinig bekend over effectieve strategieën in de wijkverpleging om dit doel te bereiken. Ook wordt er tot op heden weinig gebruik gemaakt van de beschikbare data uit de zorgplannen om de kwaliteit van zorg te optimaliseren. De deelnemers aan Data Nurse willen de kwaliteit van de verpleegkundige digitale data optimaliseren en deze data benutten voor het leren en verbeteren, zodat op cliëntniveau en op wijkniveau ouderen langer zelfstandig kunnen functioneren.
Data Nurse voor eigen regie
Om te bedenken hoe het anders kan, is het belangrijk om te weten wat verpleegkundigen doen en wat het effect van die handelingen is. Maar ook hoe bijvoorbeeld de inzet van technologie kan bijdragen aan de eigen regie van de cliënt. Tachtig procent van de organisaties die wijkverpleging bieden, gebruikt het Omaha System om de zorg te registreren. Jeroen Bakker: “Er worden veel gegevens geregistreerd, maar er komt weinig zorginhoudelijk informatie daarvan terug naar de wijkverpleegkundige. We onderzoeken hoe we deze data kunnen gebruiken om het ‘samen beslissen’ te stimuleren en de zelfredzaamheid van ouderen te versterken.”
Volgende stap
Het onderzoek wordt begeleid door Nienke Bleijenberg, lector aan de Hogeschool Utrecht en Associate Professor Nursing Science bij het UMC Utrecht. Het wordt uitgevoerd door een consortium van Hogeschool Utrecht, Amsterdam UMC, Vilans en Omaha System Support. Daarnaast werken zes zorgorganisaties mee met in totaal zesduizend zorgprofessionals en vijftigduizend cliënten die wijkverpleging ontvangen.
Inge Borghuis is bestuurder van Amstelring, een van de zorgorganisaties die meedoen aan het onderzoek: “Het is mooi dat bijna alle aanbieders van wijkverpleging hetzelfde systeem gebruiken. Nu is het tijd voor de volgende stap: de data gebruiken om een beeld te krijgen van wat we doen, wat werkt en wat niet werkt, en hoe dat bijdraagt aan zelfredzaamheid van cliënten.”
Leren van data
In de eerste fase van het onderzoek hebben de promovendi vooral onderzocht wat ouderen en verpleegkundigen verstaan onder ‘zelfredzaamheid’. De tweede fase bestaat uit het leren van zorginhoudelijke data en het ontwikkelen van een dashboard. Aandachtspunt hierbij is dat niet alle organisaties op dezelfde manier informatie vastleggen. Een training voor wijkteams moet bijdragen aan uniforme registratie, waardoor de gegevens betrouwbaarder en vergelijkbaar worden.
Het onderzoek moet onder meer inzicht bieden in de effecten van interventies, zowel op individueel niveau als op groepsniveau. Vervolgens kunnen dan verklaringen worden gezocht voor bijvoorbeeld verschillen in zorgvraag bij cliënten met dezelfde aandoening. En kunnen verschillen tussen aanbieders worden geanalyseerd. Daarnaast ontwikkelen de onderzoekers handvatten voor hun collega-wijkverpleegkundigen voor samen beslissen met cliënten en het stellen van zelfredzaamheidsdoelen.
Omdenken door Data Nurse
Jeroen Bakker noemt uit zijn eigen werkpraktijk enkele voorbeelden van pogingen om de zelfredzaamheid te vergroten: “Ik zag hoe cliënten na een oogbehandeling drie weken thuis werden gedruppeld voordat ze een bril kregen waarmee ze zelf konden druppelen. Die bril kun je ook na twee dagen introduceren. En een cliënt van 88 bleek met een beetje hulp en instructie goed in staat om zelf zijn wond te verzorgen, met ons als coach.”
Toch zullen er soms lastige gesprekken nodig zijn, verwacht bestuurder Inge Borghuis. “Het vraagt een omslag van verpleegkundigen om mensen meer in hun kracht te zetten. Je moet soms het dossier opnieuw op tafel leggen en kijken wat een cliënt zelf kan doen, wat een mantelzorger kan overnemen of wat we kunnen doen met beeldzorg of zorgtechnologie. Dat betekent ook dat de wijkverpleegkundige minder vaak langskomt. Terwijl dat bezoekje voor veel mensen ook een grote sociale waarde heeft.”
Zelfvertrouwen
“Je moet de verwachtingen goed managen en nut en noodzaak van zorg bespreekbaar maken”, vindt Sigrid Wulfse. Tegelijk ziet zij dat cliënten kunnen opbloeien als ze zelfredzamer worden. “Het is niet leuk om afhankelijk te zijn. Als je meer zelf kunt doen, zelf je leven kunt vormgeven dan geeft dat zelfvertrouwen. Mensen die zelf bijvoorbeeld hun boodschappen doen, zijn ook fitter."
“Ouderen hebben vaak chronische aandoeningen”, vervolgt Wulfse. “Hun doelen zijn persoonlijk en meestal gericht op kwaliteit van leven. Het is belangrijk om deze doelen uit te vragen. We ontwikkelen als deel van het onderzoek een Doelgericht Samen Beslissen-tool voor de wijkverpleging. Hierbij bouwen we voort op eerdere tools van onder andere Vilans. Het vernieuwende van Data Nurse is dat deze tool wordt omgezet voor de wijkverpleging en dat doelen van ouderen centraal staan, in plaats van alleen ziekte-uitkomsten.”
Passende wijkverpleging
Data Nurse is in 2022 gestart met financiering van ZonMw en heeft een looptijd van vier jaar. De onderzoekers hopen dan beter te begrijpen hoe de zelfredzaamheid van vooral oudere cliënten kan worden vergroot. Ook verwachten ze dat data uit de zorgdossiers de zorgverleners inzicht kunnen geven in de mate van zelfredzaamheid zodat zij handvatten hebben om samen met de cliënt doelen te stellen en passende wijkverpleging kunnen bieden.