Onderzoekers van het UMCG, VU en de Universiteit van Leuven hebben de resultaten van een aantal studies over kinderen met ADHD in een nieuwe database verzameldo om zo meer inzicht te krijgen op het effect van gedragstherapie op bepaalde subgroepen. Daaruit concluderen zij nu dat kinderen met ernstige symptomen van ADHD of een gedragsstoornis en kinderen met ADHD van alleenstaande ouders voorrang zouden moeten krijgen bij gedragstherapeutische behandelingen.
Het niet snel (genoeg) starten met gedragstherapie kan volgens de onderzoekers leiden tot meer problemen voor zowel de kinderen met ADHD als hun omgeving. Meer nog dan bij andere groepen kinderen die aan ADHD lijden. Dat is althans de conclusie van de onderzoeksgroep, onder leiding van senior onderzoeker Annabeth Groenman van het UMCG, die de nieuwe database samenstelde.
Dat een behandeling van ADHD niet voor elke groep even effectief is, blijkt ook uit de verschillende vormen van therapie die de afgelopen jaren ontwikkeld zijn, zoals gamen op recept voor een bepaalde groep kinderen met ADHD.
Effectiviteit gedragstherapie
Het is bekend dat gedragstherapie leidt tot een vermindering van de symptomen van ADHD en gedragsproblemen bij kinderen met ADHD. Ook verminderen ze de mate waarin zij en hun directe omgeving lijden onder de gevolgen van hun problemen. De therapie is echter niet bij elke groep ADHD-patiënten even effectief. Daarom is het belangrijk om meer inzicht te krijgen in welke gedragstherapie voor welke groep wel of niet (goed) werkt. Die informatie kan vervolgens gebruikt worden om de therapie aan te passen.
De nieuwe database die nu samengesteld is, is onder andere tot stand gekomen met de gegevens uit een grote studie die Annabeth Groenman leidde en waaraan ruim 30 onderzoekers van over de hele wereld meededen. De data over de effectiviteit van de verschillende behandelingen werd door alle onderzoekers gedeeld en samengevoegd tot een grote dataset. Zo werden de effecten van gedragstherapie bij 2200 kinderen jonger dan 18 jaar met ADHD of symptomen van ADHD, gedragsproblemen en ervaren beperkingen in functioneren onderzocht.
Behoefte aan snelle behandeling
De onderzoekers ontdekten dat bepaalde subgroepen anders op gedragstherapie reageren. Voor kinderen die naast ADHD ook kampen met een gedragsstoornis is het van groot belang zo snel mogelijk een behandeling te starten. Wanneer zij op een behandeling moeten wachten, dan leidt dat tot een verslechtering van hun klachten, zo blijkt uit het onderzoek. Hetzelfde zagen de onderzoekers gebeuren bij kinderen met meer kenmerken van ADHD of gedragsstoornissen en bij kinderen uit eenouder-gezinnen.
Het onderzoek bevestigd daarnaast ook dat gedragstherapeutische behandelingen voor kinderen met ADHD kunnen zorgen voor een vermindering van aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit, gedragsproblemen en de mate waarin kinderen en hun directe omgeving beperkingen ervaren in hun functioneren.
Concluderend stellen de onderzoekers dat gedragstherapie bij kinderen met ADHD werkt. Tegelijk moet rekening gehouden worden met de groepen die gebaat zijn bij een snelle start van een behandeling om verslechtering te voorkomen. Groenman pleit er dan ook voor dat dat deze groep kinderen onmiddellijk behandeld moet worden en niet op een wachtlijst moeten worden geplaatst.