Het is wel weer even geleden, maar ik kan het me nog wel goed herinneren: Dat moment dat ik als coassistent meeliep met mijn supervisor over de afdeling. Af en toe kreeg ik een vraag gesteld over een patiënt. Wat ik zou doen? Of ik wist wat ze mankeerde? Of ik begreep wat die lab-afwijking betekende?
Het antwoord moest ik zeker aan het begin van zo’n stage nog wel eens schuldig blijven. De praktijk bleek allereerst een stuk lastiger dan de theorie. En vervolgens kreeg ik ook nog geen multiple-choice stellingen, maar werd er een open vraag gesteld… Toch voelde ik de trots groeien in de loop van zo’n stage, omdat ik steeds meer antwoorden wél wist te geven! En gaandeweg die coschappen ging ik me zelfs een hele Piet voelen, omdat ik merkte dat ik geleidelijk aan meer ging weten en meer antwoorden goed had.
De terugslag
De terugslag kwam toen ik afgestudeerd was en mijn eerste officiële baan als arts kreeg. Want waar ik eerst trots kon zijn als ik het antwoord op de vraag wist, bleek er nu ineens een heel andere situatie. Niet langer kon ik vol spanning kijken naar het gezicht van mijn supervisor in afwachting van het verlossende “goed zo!” Nee, dit was geen quiz meer, geen spelletje. Hier ging het om daadwerkelijke verantwoordelijkheid.
Nu zag ik patiënten, met kleine of grote kwalen, met problemen, met risico’s, waarbij ik de dokter was, degene die de beslissing moest nemen wat te doen. De persoon met eindverantwoordelijkheid. Geen schouderklopje als ik het antwoord goed wist te raden, of “jammer” als ik het niet wist. Nee, ik moest daadwerkelijk besluiten wat er aan de hand was en wat de volgende stap zou worden. Mijn beslissingen zouden gevolgen hebben, met alle risico’s van dien. Ik voelde het verschil tussen tevreden constateren dat je het meestal goed hebt, of snappen dat je beslissing goed móet zijn.
Schoonheidsfoutjes…
Ik maak de stap naar kunstmatige intelligentie: de techniek die me keer op keer blijft verbazen. Waarbij ik nu ook vaak zie dat ik daadwerkelijk goede antwoorden krijg op mijn vragen. Verrassend. Ja, alwéér goed. Of nou ja, schoonheidsfoutjes hier en daar. En soms gewoon een stom antwoord. Of: nee, dit klopt nou weer helemaal niet. Maar heel vaak wel! Ik lees ook vaker dat ze complete artsexamens al af kunnen leggen, beter dan de gemiddelde student of arts. Maar dan wel multiple choice.
En in al mijn enthousiasme vraag ik me dit af: Tot welk verantwoordelijkheidsniveau gaat die AI komen? Wordt het die enthousiaste coassistent, die al best veel vragen goed blijkt te hebben, maar er ook regelmatig volledig naast zit? Of wordt het die afgestudeerde arts, die daadwerkelijk verantwoordelijkheid heeft en de druk voelt om altijd de juiste beslissing te nemen?
Voorlopig lijkt het me het veiligst om die eerste optie aan te houden. En of ‘voorlopig’ een jaar, een decennium of een eeuw gaat worden? De vraag fascineert me, maar ik weet het antwoord nog niet.