Zorgverleners moeten patiënten actief stimuleren om hun online diensten te gebruiken. Dit is één van de aanbevelingen uit de eHealth-monitor 2016 van Nictiz en het NIVEL. Veel mensen weten niet dat dit mogelijk is, terwijl dit wel al bij veel artsen kan.
Niet de techniek, maar mensen bepalen hoe eHealth zich ontwikkelt. Alleen het aanbieden van een eHealth-dienst op een website is niet genoeg. Een maatschappelijke innovatie is nodig, zo blijkt uit de eHealth-monitor 2016. Alle partijen in het zorgveld hebben hierin een rol. Nictiz en NIVEL zien de volgende rollen:
- Zorgaanbieders: stimuleer het gebruik van eHealth actief bij patiënten.
- De overheid: neem regie en maak het gebruik van standaarden voor het elektronisch delen van gezondheidsinformatie minder vrijblijvend.
- Wetenschappelijke beroepsverenigingen: neem het gebruik van eHealth op in richtlijnen en zorgpaden.
- Opleidingsinstituten en beroepsverenigingen: verzorg training en nascholing, en integreer eHealth in curricula.
- Onderzoeks- en onderwijsinstituten en fondsen: investeer meer in onderzoek naar toepassing van eHealth om bestaande twijfels weg te nemen.
- De overheid en zorgverzekeraar: onderzoek het financieringsvraagstuk.
Enkele resultaten
Er is al een redelijk aanbod van online diensten, vooral bij de huisarts, maar toch weten de meeste mensen niet wat er kan. Ook houden mensen vast aan oude gewoontes, zoals bellen voor een afspraak. Artsen bieden hun patiënten langzaam maar zeker meer mogelijkheden voor online inzage in hun medische gegevens, vooral voor voorgeschreven medicatie. Online psychologische hulp zet door: bijna alle GGZ-praktijkondersteuners zijn positief over eMental Health en 92% werkt ermee, weliswaar nog bij een klein deel van de patiënten.
Prof. dr. ir. Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL: “Met de techniek is er heel veel mogelijk, de uitdaging is nu dat we het zo gaan organiseren dat de techniek van betekenis wordt voor patiënten en zorgaanbieders.”
Bijna alle medisch specialisten houden inmiddels hun dossier elektronisch bij, maar de helft vindt dat het teveel tijd kost voor wat het oplevert. Daarnaast vinden ze dat de mogelijkheden tekort schieten om online patiëntinformatie uit te wisselen. Er is weinig vooruitgang.
Dr. Lies van Gennip, directeur van Nictiz: "We zien nu het vierde jaar op rij dat probleem nummer 1 voor artsen is dat systemen niet op elkaar aansluiten. Dat ze steeds dezelfde gegevens moeten overtypen, omdat systemen niet communiceren. Het is nu wel duidelijk dat dat probleem niet vanzelf overgaat en dat hier echt een regierol ligt voor de overheid."
Gemak en tijdsbesparing
De voordelen van eHealth blijven onbenut. Het is niet altijd nodig om fysiek bij de dokter aanwezig te zijn. Online consulten, het online bestellen van herhaalrecepten en online maken van een afspraak, maken het makkelijker om zorgzaken te regelen. Je kan je beter voorbereiden op een gesprek met een arts wanneer je digitaal toegang hebt tot je eigen dossier. Je kan zaken nog eens rustig doorlezen en behandelhistorie met een volgende zorgverlener bespreken. Een arts kan zich beter voorbereiden op een gesprek als hij up-to-date informatie heeft over eerdere zorg op andere plekken. Online behandeling in de GGZ maakt psychische begeleiding minder afhankelijk van tijd en plaats.
Over de eHealth-monitor
De eHealth-monitor is een jaarlijks terugkerend onderzoek, waarin Nictiz en het NIVEL de beschikbaarheid en het gebruik van eHealth in Nederland in kaart brengen. Daarbij wordt ook gekeken naar stimulansen, belemmeringen, effecten en ontwikkelingen in de tijd.
Het rapport ‘Meer dan techniek, eHealth-monitor 2016’ kunt u
hier downloaden.